‘We beleven een gouden tijd van onwetendheid’: Trump en de aanval op de wetenschap

Robert Proctor: 'Een onderbelicht gevolg van de besparingen is alvast dat de onderzoekswereld steeds dichter bij de bedrijfswereld zal aanschurken.' © Getty Images
Lotte Lambrecht
Lotte Lambrecht Journalist en factchecker

Ook de wetenschappelijke wereld wordt niet gespaard door de shock-and-awe van Donald Trumps tweede ambtstermijn. Een gesprek met de Amerikaanse wetenschapshistoricus Robert Proctor over de zuiverheidsobsessie van Robert F. Kennedy Jr., vervuilende wetenschap en de studie van onwetendheid. ‘Fascisme zal altijd de vorm aannemen van lokale tradities. In de VS zal het dus onder het mom van “vrijheid” zijn.’

Duizend onderzoekers van milieubeschermingsorganisatie EPA ontslaan, onderzoeksfondsen van universiteiten bevriezen, besparen op laboratoria, materiaal en faciliteiten van onderzoeksinstellingen: de Amerikaanse wetenschappelijke wereld wordt niet bepaald blij van het to-dolijstje van de regering-Trump. Robert Proctor, Stanford-professor en wetenschapshistoricus, ziet het met lede ogen aan. ‘Mijn echtgenote, wetenschapster Londa Schiebinger, zou op een conferentie voor de National Science Foundation praten over vrouwen in wetenschap, technologie en de geneeskunde’, vertelt hij vanuit Californië. ‘Dat symposium werd geannuleerd.’

Zelf deed Proctor jarenlang onderzoek naar onder meer de tabaksindustrie en het gezondheidsbeleid van de nazi’s. En hij is de grondlegger van de agnotologie, de studie van onwetendheid. ‘Ook aan mijn universiteit heerst paniek en onzekerheid’, vertelt hij, ‘iedereen is verrast door de snelheid waarmee het gaat. Er is een oorlog tegen de academische wereld aan de gang – dat gevoel overheerst.’

‘Trump staat mijlenver van de wetenschap. Hij is de man van schoonheidswedstrijden, casino’s en professioneel worstelen.’

De grootste zorg is niet de financiering, meent Proctor, maar wel het lot van de specifieke onderzoeksdomeinen die Trump wil treffen. ‘Hij voert een gerichte blitzkrieg tegen specifieke onderzoeksgebieden, zoals biodiversiteit, sociale ongelijkheid en klimaatwetenschap. Wetenschapstakken zoals militaire wetenschap krijgen net extra budget. Ik voorspel nu al dat Trump binnen twee jaar een Amerikaanse missie naar Mars zal aankondigen, die veel wetenschap zal nodig hebben. Daar zal meneer Musk blij mee zijn.’

Het past helemaal bij het karakter van de president, zegt Proctor: ‘Trump is de man van schoonheidswedstrijden, casino’s en professioneel worstelen. Hij staat mijlenver van de wetenschap. Volgens mij gelooft hij gewoon niet in dingen als klimaatverandering. “Drill baby drill” is zijn motto, hij praat over “clean coal’ en heeft al vaker zijn liefde voor plastic benadrukt. Hij is absoluut geen feminist, en sociale rechtvaardigheid interesseert hem geen bal.’

Wat zijn de gevolgen van zijn beleid voor universiteiten?

Robert Proctor: Een onderbelicht gevolg van de besparingen is alvast dat de onderzoekswereld steeds dichter bij de bedrijfswereld zal aanschurken. Stanford is nu al in heel grote mate afhankelijk van bedrijfsfinanciering. Onze universiteit heeft sinds kort de Doerr School of Sustainability, vernoemd naar de miljardair John Doerr.

Die school doet onderzoek naar duurzaamheid maar wordt vooral gefinancierd door bedrijven als Chevron, Exxon en Shell. Gevolg? Het is vooral onderzoek naar wat ik ‘downstream solutions’ noem: oplossingen voor symptomen in plaats te focussen op de oorzaak van het probleem. En dus gaat het over CO2-captatie en zonnestralingsbeheer, technieken die olieproducenten niet minder kool doen verbranden. We zullen steeds meer van dat soort wetenschap zien.

Wat vindt u van Robert F. Kennedy Jr. als minister van Volksgezondheid?

Proctor: Kennedy is een fascinerende figuur, in een vorig leven was hij een democratische milieu-advocaat. Vandaag is hij geobsedeerd door gezondheid en zuiverheid. Hij is bijvoorbeeld doodsbang dat er minuscule dingen die ons ziek kunnen maken het lichaam binnendringen. Ik heb het gezondheidsbeleid van nazi-Duitsland grondig bestudeerd en Kennedy’s zuiverheidsobsessie doet me denken aan wat ik de ‘homeopathische paranoia’ van het naziregime noem.

De nazi’s waren voor een wereld zonder tabak, en verboden röntgenfoto’s bij zwangere vrouwen. Dat stond natuurlijk ten dienste van hun politieke ideeën om hun ras tegen die invloeden van buitenaf te beschermen.

Die zuiverheidsobsessie zie je bij Trump op een politieke manier: hij heeft het over ‘schone Amerikanen’ tegenover ‘vervuilende’ migranten of ‘extreemlinkse’ invloeden die het land en de jeugd corrumperen. 

Kennedy heeft wél een belangrijk punt als hij stelt dat de medische wereld te veel focust op behandeling in plaats van op preventie. In zekere zin heeft hij gelijk: je kunt veel ziektes voorkomen door schone lucht, gezond voedsel en een propere leefomgeving. Maar bij Kennedy gaat die redenering over in complotdenken. En nee, mazelen ga je niet bestrijden met een dieet en schoon water.

Robert F. Kennedy spreekt op 24 oktober op een campagnemeeting van Donald Trump © The Washington Post

Tijdens het naziregime werkten wetenschappers samen met de nazi’s om zo legitimiteit te geven aan nazistische politieke ideeën. Ziet u dat nu ook gebeuren?

Proctor: Nee, niet echt. 

Zijn er historische vergelijkingen die beter opgaan?

Proctor: Ik zie gelijkenissen met het mccarthyisme van de jaren vijftig, toen de Amerikaanse overheid op zoek ging naar communistische invloeden in haar eigen instellingen en daarbuiten. In Hollywood circuleerde er een zwarte lijst van schrijvers en auteurs die verdacht werden van communistische sympathieën. Zij raakten niet meer aan de bak. Dat breidde zich ook uit naar de wetenschap, het leven van linkse wetenschappers werd erg moeilijk gemaakt. Denk aan Robert Oppenheimer, de vader van de atoombom, die vanwege zijn communistische sympathieën door het FBI werd gevolgd.

Een andere historische vergelijking is die met de jaren 30 in de VS. Dat was een tijd van isolationisme en nationalisme. Met Charles Lindbergh en Father Coughlin hadden we zelfs fans van fascistisch gedachtegoed. Er ontstond een soort band tussen bedrijfsnationalisme en evangelische autoritairen. Dat zien we nu ook.

Maar au fond zijn alle historische vergelijkingen zwak. Zoals ze zeggen: als Hitler naar Groot-Brittannië komt, zal hij een bolhoed dragen. Fascisme zal altijd de vorm aannemen van lokale tradities. In de VS zal het dus onder het mom van ‘vrijheid’ zijn.. 

Welke rol spelen christelijke conservatieven op Trumps aanval op de wetenschap?

Proctor: In de afgelopen verkiezingscampagne stonden de migratiecrisis en transgenders centraal, twee soorten ‘perversies’ in de ogen van de Republikeinen. Je hebt de ‘besmetting’ van het land door migranten, die vaak gelijkgesteld worden met criminelen. En dan is er de vervuiling van het lichaam door mannen met vrouwen te verwarren. Dat onderwerp heeft nationalistische conservatieve christenen de kans gegeven om te verklaren dat links een oorlog voert tegen de wetenschap, want, zeggen ze, links negeert misdaden van donkere mensen en links negeert de wetenschap van de menselijke seksualiteit die stelt dat er twee seksen zijn. Ze verwijten links een postmoderne, constructivistische oorlog tegen wetenschap te voeren.  De Democraten waren enorm naïef om dat niet te zien. Extreemrechts kon voor open doel scoren.

Is de Republikeinse Partij altijd al antiwetenschappelijk geweest?

Proctor: Helemaal niet. De Republikeinse partij was ooit de partij van milieubescherming en raciale gelijkheid. Tot in de jaren 70 was de Democratische partij voor de segregatie, omdat ze sterk leunde op de oude, witte zuidelijke staten. Het aantreden van Ronald Reagan in 1981 was een kantelpunt. Toen kwam er de toenadering tussen de Republikeinse Partij en industrieën als big oil, big tobacco en big chemistry.

‘We bestudeerden alleen de ideeën van oude, dode mannen zoals Einstein, Newton en Darwin. Waarom hadden we geen aandacht voor wat gewone mensen denken, en voor de gevaren van georganiseerde onwetendheid?’

Die industrieën hebben ook de Tea Party opgericht, de rechtse beweging die zich richt tegen belastingen en andere regelgeving. Wie was de grootste bedrijfdsdonor voor de Trump-campagne? Sigarettenfabrikant R.J. Reynolds. Het antiwetenschappelijke van de Republikeinse Partij gaat samen met de omarming van het vrijemarktfundamentalisme.

In de jaren 90 begon u met een nieuwe historische discipline; de agnotologie. Wat houdt die in?

Proctor: Het is de studie van onwetendheid: hoe die wordt geproduceerd of in stand wordt gehouden. Toen ik in 1976 aan Harvard begon te studeren, verbaasde ik me erover dat we alleen de ideeën van oude, dode mannen zoals Einstein, Newton en Darwin bestudeerden. Begrijp me niet verkeerd: ik houd van hun ideeën, maar waarom hadden we geen aandacht voor wat gewone mensen denken, en voor de gevaren van georganiseerde onwetendheid?

Mijn eigen achtergrond speelde daar een rol: ik kom uit Zuid-Texas, uit een familie van evangelische christenen, mijn grootvader zat in de Ku Klux Klan. Ik zag hoe die denkwerelden wetenschappelijke kennis structureel konden blokkeren. Maar mijn professoren leken daar niet in geïnteresseerd.

Die onwetendheid zag ik als een enorme politieke kracht, die uiteindelijk geculmineerd is in de Tea Party, Reagan en Trump. Het interesseerde me waarom de helft van de bevolking niet gelooft in iets simpel als de evolutietheorie. En ik wilde ook onderzoeken hoe wetenschap door privébedrijven gebruikt werd om de waarheid te verstoppen of te ontkennen. Die twee interesses vonden elkaar in de studie naar onwetendheid.

‘Dankzij technologische ontwikkelingen raakt zowel kennis als idiotie sneller verspreid, maar met sociale media gebeurt dat tegen lichtsnelheid.’ © REUTERS

Onwetendheid wordt actief geproduceerd?

Proctor: Zeker. De tabaksindustrie was daarin de primus van de klas. Jarenlang hebben ze ‘afleidingswetenschap’ gefinancierd: wetenschappelijk onderzoek dat twijfel moest zaaien over de link tussen tabak en kanker. Ze benadrukten dat genetica een rol speelt of dat je geen vuile lucht mocht inademen. Daar gingen ze erg ver in: tabaksbedrijven voerden onderzoek naar de hoeveelheid onwetendheid die ze konden creëren door propagandavideo’s. Dat noem ik ‘agno-metrics’: het meten van de mate van onwetendheid die je kunt genereren.

‘Dankzij technologische ontwikkelingen raakt zowel kennis als idiotie sneller verspreid, maar met sociale media gebeurt dat tegen lichtsnelheid.’

Maar niet alleen de tabaksindustrie deed dat, ook de fossiele industrie maakt zich daar schuldig aan. Voor elke schadelijke stof bestond er wel een lobbyclub die via desinformatie en pseudo-wetenschap twijfel moest zaaien.

Zijn er mechanismen die de tabaksindustrie gebruikte om ontwetendheid te creëren die de Trump-administratie ook toepast?

Proctor: Trump is eigenlijk de ultieme vrucht van die strategieën. Het Amerikaanse bedrijfsleven heeft het vertrouwen in bepaalde soorten wetenschap gecorrumpeerd door de focus te verleggen naar persoonlijke verantwoordelijkheid. Als je kanker hebt, komt dat door je genen of je levensstijl, niet door de sigaret. Dat is hetzelfde als zeggen dat de schuld van de slavernij bij de slaven lag, omdat ze niet wegliepen. Tegelijk maken ze ook hun eigen rol onzichtbaar.

Die strategieën kenden hun culminatiepunt tijdens het presidentschap van Reagan, met de opkomst van het vrijemarktfundamentalisme. De grond was al helemaal omgeploegd voor Trump, hij is een lucky man

Kan onwetendheid zich vandaag sneller verspreiden?

Proctor: Ja, door de wereldwijde opkomst van autoritaire leiders en sociale media. Dankzij technologische ontwikkelingen raakt zowel kennis als idiotie sneller verspreid, maar met sociale media gebeurt dat tegen lichtsnelheid. Er zijn nu meer mensen die geloven dat de aarde plat is dan dertig jaar geleden. Bovendien creëren sociale media ook nog eens ideologische bubbels, waar je altijd mensen vindt die willen luisteren naar je idiote meningen. We beginnen aan een gouden tijdperk van onwetendheid, een globale periode van verduistering.

‘10 tot 15 procent is creationist, veel van mijn studenten geloven dus dat de wereld amper 6000 jaar oud is.’

De overgrote meerderheid van de Amerikanen gelooft in minstens één aspect van newagespiritualiteit, zoals karma, hypnose, reïncarnatie en astrologie, zo bleek uit een YouGov Poll van 2022. 15 procent gelooft niet in klimaatverandering, 33 procent gelooft in het creationisme. Wat doet dat met een wetenschapshistoricus?

Proctor: Het geeft hem meer werk! (lacht) Ik houd elk jaar een rondvraag bij mijn studenten, en dan vraag ik of ze man of vrouw zijn, of ze geloven in God en hoe oud de aarde is. 10 tot 15 procent is creationist, veel van mijn studenten geloven dus dat de wereld amper 6000 jaar oud is. Agnotologie is een aansporing om de radicale apathie die academici hebben voor wat normale mensen denken te doorbreken. Het hele punt van onderwijs is om mensen van punt A naar punt B te krijgen en hen de wereld te laten verkennen. Als je niet geeft om wat gewone mensen denken, doe je je job niet.  

Hoe kunnen we het vertrouwen in de wetenschap herstellen?

Proctor: Het antwoord kan niet louter ‘Vertrouw de wetenschap!’ zijn. Sommige wetenschappen bevrijden, andere onderdrukken of vervuilen. Kijk opnieuw naar nazi-Duitsland: het probleem was niet dat mensen de wetenschap niet vertrouwden, het probleem was dat de wetenschap die de mensen vertrouwden erg gecorrumpeerd was. De wetenschap werd ingezet om de politieke ideeën van Hitler te ondersteunen. 

‘Als Trump al een einddoel heeft, dan is het persoonlijke aandacht.’

We moeten ook opletten voor de hyperspecialisering in de academische wereld: sommig onderzoek heeft gewoon weinig toevoegde waarde. En we moeten investeren in wetenschapscommunicatie. Wetenschappers zijn vaak slecht in het helder overbrengen van hun boodschap. Ze slagen er niet in om mensen te overtuigen van het belang van hun werk. Als je praat over anderhalve graad opwarming, antwoordt Trump makkelijk: ‘In mijn keuken is het ook 2 graden warmer dan in mijn woonkamer, wat is het probleem?’

Tijd voor een Instagram-account, professor Proctor.

Proctor: Dat zou geen slecht idee zijn.

Wat is het einddoel voor Trump?

Proctor: Ik denk niet dat hij een einddoel heeft. Trump is een reactief persoon, die in het moment leeft, net als een kind. Als hij al een einddoel heeft, dan is het persoonlijke aandacht. Hij is niet alleen een narcist, maar zelfs een solipsist die een eigen wereld in zijn hoofd heeft gecreëerd. Denken aan de toekomst doet hij niet. Native Americans doen aan zevengeneratiedenken: hoe zal een beslissing mensen over zeven generaties beïnvloeden? Trump is de antithese van dat denken.

Robert N. Proctor

– Geboren in 1954.

– Professor wetenschapsgeschiedenis aan Stanford University.

– Auteur van Racial Hygiene: Medicine Under the Nazis (1988), Cancer Wars (1995), Golden Holocaust (2012), en Agnotology: The Making and Unmaking of Ignorance (2008). 

– Deed onderzoek naar wetenschap onder het naziregime en naar de tabaksindustrie.

– Is de grondlegger van de agnotologie, de studie van de onwetendheid.

– Getuigde regelmatig in rechtszaken tegen de tabaksindustrie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content