Roger Housen

‘Tijdloze waarheden op het slagveld: in oorlog is alles eenvoudig, maar zijn de eenvoudigste dingen moeilijk’

Roger Housen Legerkolonel buiten dienst en defensiespecialist.

‘Snelle doorbraken zoals tijdens de Golfoorlog zijn eerder de uitzondering dan de regel; vaak gaan eenheden in de strijd drie stappen vooruit en twee terug’, schrijft Roger Housen over de uitdagingen van de Oekraïense troepen die deze zomer een tegenoffensief proberen uit te voeren tegen Rusland.

Ik ben het doelwit geweest van vijandelijk vuur. Ik weet hoe het aanvoelt wanneer mortiergranaten op jouw bunker vallen, antitankraketten rakelings langs je heen scheren of een scherpschutter op je schiet. Ik heb met eigen ogen gezien hoe doeltreffend mijnenvelden en terreinobstakels zijn en hoe moeilijk het is er een bres in te maken wanneer de tegenstrever ze met zijn vuur bestrijkt. Ik heb ondervonden hoe verraderlijk valstrikken en bermbommen zijn en hoe vernietigend de artillerie en drones te werk gaan. Ik kan me dus voorstellen wat een enorme opgave het Oekraïense tegenoffensief is, hoewel ik vrees dat ik de reële omstandigheden en het lijden van de soldaten in deze oorlog nog zwaar misken.

Ik ken een waarheid die elke gevechtsveteraan leert: alle planning en overwegingen die bij een oorlog komen kijken, worden voor een groot deel overboord gegooid op het moment dat het schieten begint. De gebeurtenissen op het slagveld ontvouwen zich meestal niet zoals voorzien in het campagnedraaiboek. Dit geldt ook voor het Oekraïense voornemen om met zijn grootschalig offensief de bezette landstrook tussen Krim en Rusland prompt door te ‘knippen’: over drie maanden is het Oekraïens leger slechts gemiddeld 110 meter per dag vooruitgegaan en werd niet meer dan 0,3 procent van het ingepalmde grondgebied herwonnen. Elke heroverde meter ging bovendien ten koste van een Oekraïens slachtoffer.

Funeste combinatie

Het is echter niet alleen het plan dat het eerste contact met de vijand niet overleeft, ook de verwachtingen over de paraatheid van de eigen troepen mogen dan niet zelden de prullenbak in. In de eerste 24 uur van de strijd leer je vaak meer over de vijand, maar ook over de eigen capaciteiten, dan na jaren van studie, training en oefenmanoeuvres.

Want in oorlog is alles eenvoudig, maar zijn de eenvoudigste dingen moeilijk. Alle militairen met gevechtservaring weten dit. De meeste experts die nooit op een slagveld geweest zijn, begrijpen daarentegen zelden de impact van de dodelijke cocktail van vijandelijk vuur, extreme vermoeidheid, ruwe terreingesteldheid, haperende uitrusting, ongunstig weer en het verlammende gevoel voortdurend met drones in de gaten te worden gehouden en doelwit te zijn. Het is deze funeste combinatie die zelfs het toepassen van eerder eenvoudige vaardigheden moeizaam maakt.

Gecombineerde wapenoperaties bieden de meeste kans op succes bij een grootschalig offensief. Ze vereisen evenwel de correcte toepassing van honderden van deze ‘eenvoudige’ dingen door duizenden militairen tegelijk, zodat de inzet van alle ingezette ‘wapens’ (infanterie, pantsers, artillerie, genie) en de vuursteun vanuit de lucht gecoördineerd verlopen. Daarom zijn ze zo enorm moeilijk uit te voeren, zelfs voor de beste westerse militairen, en zelfs als de vijand niet echt op je schiet. Ik weet het; ik heb het gedaan, zowel tijdens oefeningen als in oorlogsgebied.

(Lees verder onder de preview.)

De absolute hel

Binnen de NAVO geldt de vuistregel dat voor dit soort complexe manoeuvres militaire chefs, naargelang de omvang van hun eenheid, tussen de vijf en twintig jaar ervaring moeten hebben. Een volwaardige trainingscyclus van een brigade van drieduizend militairen met enkele honderden pantserwagens beslaat bovendien twee jaar. De meeste van de tien nieuwe Oekraïense aanvalsbrigades voldeden aan geen enkele van deze voorwaarden: heel wat van hun soldaten werden pas in het voorjaar ingelijfd zonder enige militaire achtergrond, kregen een korte basisopleiding en volgden dan een drie tot acht weken durende gecombineerde wapentraining in West-Europese oefenkampen, om dan vanaf begin juni ingezet te worden. Vechten in Oekraïne is slopend, zelfs voor geharde veteranen. Voor onervaren troepen die net uit het burgerleven geplukt zijn, is het de absolute hel. Het had dan ook geen verrassing mogen zijn dat het zomeroffensief vanaf het begin stroef verloopt en grote verliezen kent.

Grote oorlogen worden nu eenmaal uitgevochten aan het tempo waarin ze zich ontwikkelen: ze hebben een eigen dynamiek, zoals eb en vloed, waarbij geluk, aanpassing aan wijzigende omstandigheden, toeval of de intuïtieve en gedurfde beslissing van een moedige commandant voor ‘springtij’ kunnen zorgen.

Het Oekraïense tempo is dus niet zonder meer te traag; het is gewoon wat het over het algemeen is tegen een sterk ingegraven verdediger. Snelle doorbraken zoals tijdens de Golfoorlog zijn eerder de uitzondering dan de regel; vaak gaan eenheden in de strijd drie stappen vooruit en twee terug, een ander axioma van de oorlogsvoering.

Water uit een emmer gieten

Daarenboven zegt de kaart niets over de effectiviteit van Kiev’s campagne om de Russische artillerie te verzwakken en commandoposten en munitievoorraden uit te schakelen. Ze vermeldt evenmin iets over de kwaliteit van de Russische reserve-eenheden of over wat Oekraïne straks achter de hand heeft om te profiteren van een eventuele doorbraak. Onzekerheid heerst dus, ook dat is een permanente realiteit op een slagveld. We gaan dus ten vroegste tegen het einde van de herfst een ernstig bilan kunnen opmaken over het tegenoffensief. De huidige stand van zaken is geen reden voor vreugde-uitbarstingen, maar vormt evenmin aanleiding voor een dodenwake.

(Lees verder onder de preview.)

Een offensief is net als water uit een emmer gieten: hoe verder het van het beginpunt stroomt, hoe meer vaart het verliest en hoe kwetsbaarder het wordt voor tegenaanvallen. De emmer moet dus regelmatig bijgevuld worden om een krachtige stroom te behouden. Het water in deze metafoor is de militaire steun van Kiev’s bondgenoten en de bron waaruit het moet komen is de defensie-industriële capaciteit van het Westen. Deze vormt de meest bepalende factor voor toekomstig Oekraïens succes.

De Oekraïense campagne is het komende anderhalf jaar vooral afhankelijk van bondgenoten die hun defensie-industrie opschalen en van hun bereidheid zware inspanningen te blijven leveren. Zo niet wordt Oekraïne veroordeeld tot vechten zonder vooruitzicht op het gevoelig terugdringen van Poetins bezetting. Dan evolueert de oorlog verder als een uitputtingsslag, waarbij de twee partijen positionele gevechten zullen voortzetten op belangrijke geografische locaties, waarbij drone- en raketaanvallen gelanceerd worden in de achtergebieden van elk land en waarbij langs de hele contactlijn verpulverende artillerieduels uitgevochten worden.

Dat type strijd zal niet alleen aan beide kanten honderden slachtoffers per dag maken, maar ook het continue risico inhouden dat een fout, verkeerde inschatting of misrekening ertoe kan leiden dat de oorlog zich uitbreidt tot buiten Oekraïne.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content