Tibetaan in Nepal: ‘Het is mijn lot om vluchteling te zijn’

Dag op dag 65 jaar geleden viel China Tibet binnen. Duizenden Tibetanen zochten de afgelopen jaren hun toevlucht in Nepal, maar ook daar blijkt het voor Tibetaanse vluchtelingen moeilijk om een menswaardig bestaan te leiden. Onder hen bevindt zich Dawa. ‘Als Tibetaan ben je altijd in het nadeel.’

Dawa is een van de meer dan 20 000 Tibetaanse vluchtelingen in Nepal. Hij geeft les in het Tibetaanse vluchtelingenkamp in Pokhara. ‘Ik ben al ontelbare keren verhuisd. Toen ik klein was, woonden we in het zuiden van Tibet. We vluchtten naar Bhutan, vervolgens naar India en toen we ook daar moesten vertrekken, ben ik 24 jaar geleden hier beland’, vertelt hij.

Hij was pas zes dagen oud toen zijn familie noodgedwongen Tibet moest verlaten, maar de verhalen van de vlucht lijken levendig in zijn geheugen gegrift. ‘In onze vrije tijd vertelden volwassenen ons over het leven onder en na de Chinese bezetting. Iedereen had zijn of haar eigen vluchtverhaal’, verklaart hij dat.

Vrijheid

De Chinezen zagen religie als vergif.

Op 7 oktober 1950 vielen de Chinezen Tibet binnen. ‘Volgens mijn ouders waren ze in het begin heel vriendelijk, maar bleken ze later monsters te zijn.’ De Chinese regering legde de Tibetanen een ideologie op die ze niet begrepen. ‘De meesten wisten niet eens wat communisme was’, zegt de leerkracht. Het Chinese leger verdeelde de gemeenschap in verschillende groepen. Iedereen wantrouwde elkaar. ‘De buren dachten dat je een verrader was en ouders vertrouwden hun eigen kinderen niet. Chinese soldaten vroegen hen op school om hun vaders en moeders in de gaten te houden’, aldus Dawa.

De Tibetanen moesten zich onderwerpen aan de Chinese regering. ‘Plotseling werden zij meester en wij slaven. Volgens China kende Tibet een primitieve cultuur, en dus moest onze hele levensstijl aangepast worden. Vroeger had een Tibetaanse man bijvoorbeeld lang haar. Dat hoorde bij onze cultuur en was belangrijk. De Chinezen verplichtten Tibetanen hun haar af te knippen.’ Ook op religieus vlak verloor Tibet alle vrijheid. ‘De Chinezen zagen religie als vergif.’

Ondertussen meent China dat het Tibet bevrijd heeft, maar daar is hij het niet mee eens. ‘Tibet was economisch misschien niet ontwikkeld en het leven was niet perfect, maar niemand moest vrezen voor zijn leven. Die vrijheid werd ons afgenomen. Mijn ouders vertelden dat er amper eten was en dat alle Tibetanen van zonsopgang tot zonsondergang moesten werken. Ze kregen slechts één uur per dag vrij’, zegt hij.

Na dat uur moesten Tibetanen tijdens een samenkomst van de gemeenschap vertellen wat anderen verkeerd hadden gedaan. ‘Als je je fout niet meteen toegaf, werd je geslagen, geschopt en aan je haar getrokken. Het ergste was dat de Chinezen anderen dat lieten doen. Dan vroegen zij hen op te houden, alsof zij de goeden waren in het verhaal.’

Free Tibet
Free Tibet© REUTERS

Twaalf messteken

Mijn tante stopte haar zwakke echtgenoot in een mand en droeg hem op haar rug door de bergen naar Bhutan.

Volgens Dawa was het leven in Tibet ondraaglijk geworden. ‘Ze vermoordden onze dieren, vervuilden onze rivieren en begonnen met mijnbouw in onze heilige bergen. Mensen werden geïsoleerd, de gemeenschap werd verdeeld en Tibetanen van verschillende klassen mochten niet meer met elkaar communiceren. Boeren kregen promotie en speciale faciliteiten, Tibetanen die voordien bij een hoge klasse hoorden, zoals monniken en grootgrondbezitters, werden gezien als vijanden en onder voortdurende bewaking geplaatst.’

De rijke familie van zijn moeder behoorde voor de bezetting tot een van de hogere klassen en werd dus streng geviseerd. ‘Eén van mijn ooms was zo bang dat hij gearresteerd en gemarteld zou worden dat hij zichzelf neerstak. Twaalf messteken had hij in zijn buik. Hij werd voor lange tijd naar een Chinees ziekenhuis gebracht en overleefde het, al was het na zijn ziekenhuisontslag te gevaarlijk om in Tibet te blijven. Mijn tante stopte haar zwakke echtgenoot in een mand en droeg hem op haar rug door de bergen naar Bhutan. Hij overleefde de tocht.’

Honderden Tibetanen zochten hun toevlucht in het vluchtelingenkamp in Pokhara, Nepal
Honderden Tibetanen zochten hun toevlucht in het vluchtelingenkamp in Pokhara, Nepal© Stacy Samyn

De vlucht

Ook de ouders van Dawa vluchtten te voet, met de kleine Dawa in hun armen. ‘We vluchtten op een koude winternacht, met elf familieleden. De Chinezen waren de kou niet gewend en bleven ’s nachts in hun barakken, dus grepen wij die kans en namen om middernacht de benen.’

De straf op vluchten is erger dan de dood.

‘Mijn vader maakte twee vluchtplannen. Plan A was dat hij iedereen die ons tegenhield met een mes zou steken. ‘We geven ons niet over. Of wij snijden hun nek over, of zij de onzen’, zei hij. Voor het geval dat we op een grote groep Chinezen zouden stuiten, plukte mijn vader giftige kruiden. Als we gepakt zouden worden, zou hij er thee mee klaarmaken. Dat was plan B. Op die manier zou hij iedereen doden, ook onszelf. Maar het is beter om te sterven dan om in de handen van de Chinezen te vallen. De straf op vluchten is erger dan de dood.’ Dawa wrijft in zijn ogen.

De leerkracht en zijn familie slaagden in hun vluchtpoging zonder een plan in werking te moeten stellen en bereikten Bhutan. Communicatie met achtergebleven familieleden is onmogelijk. ‘We zouden hun leven in gevaar brengen.’

De situatie in Tibet blijft volgens Dawa dan ook achteruit gaan. ‘De nieuwe Chinese president Xi Jinping startte opnieuw een culturele revolutie en lijkt wel een reïncarnatie van Mao Zedong, die president was tijdens de bezetting van Tibet’, meent de vluchteling. Al meer dan 130 mensen staken zichzelf sinds 2009 als protest in brand. ‘Tibetanen denken dat ze hun leven moeten offeren om hun woede tegenover de Chinese regering te uiten. Al zoveel jonge mensen. Ik snap hen wel.’

Tibetanen zetten zichzelf in brand als protest tegen de Chinese bezetting
Tibetanen zetten zichzelf in brand als protest tegen de Chinese bezetting© REUTERS

Geen papieren

Maar ook het leven in Nepal is niet zo gemakkelijk als het lijkt. Tibetaanse vluchtelingen hebben er amper rechten. Nepal heeft geen wet die de uitwijzing van Tibetanen aan China verhindert en doet er alles aan om de relatie met buurlanden niet te beschadigen. China dringt erop aan dat Nepal overgaat tot de uitzetting van asielaanvragers en vluchtelingen lopen het risico gearresteerd en gerepatrieerd te worden.

In april vorig jaar riep de VN-mensenrechtencommissie Nepal al op om Tibetanen in het land als vluchteling te registreren zodat ze legaal in Nepal kunnen blijven of verder kunnen trekken naar India, waar de Dalai Lama woont en de Tibetaanse regering in ballingschap huist. Nepal weigerde. Meer zelfs, sinds november 2014 verstrekt Nepal Tibetaanse vluchtelingen helemaal geen reisdocumenten of identiteitspapieren meer. Daardoor mogen ze zich niet door Nepal verplaatsen en kunnen ze amper werk vinden. ‘Zelfs als je trouwt met iemand uit Nepal krijg je geen burgerschap’, vertelt Dawa.

Mijn kinderen bestaan niet, de regering weigert ze te registreren.

Economische rechten

Nochtans wonen ongeveer 20 000 van de 120 000 gevluchte Tibetanen die zich over de wereld verspreid hebben in Nepal. Het precieze aantal is moeilijk bij te houden doordat de vluchtelingen geen papieren hebben. Na de recente aardbevingen in het land was het dan ook onmogelijk om hen op te sporen. Niemand weet hoeveel Tibetanen omkwamen.

‘In een normale beschaving registreer je geboorten en sterfgevallen. Wij, Tibetanen, wonen al vijfenvijftig jaar in Nepal. Een hele generatie is hier geboren, maar mijn kinderen bestaan niet, de regering weigert ze te registreren. Hoe kun je dan ooit een job vinden? We hoeven geen politieke rechten, we willen alleen economische rechten’, vertelt Dawa.

De meeste volwassenen in het vluchtelingenkamp hebben souvenirwinkeltjes en zijn volledig afhankelijk van toerisme. ‘Het is moeilijk om hier te wonen, maar welke keuze hebben we? Het is nog altijd veel beter dan in Tibet, we hebben meer vrijheid. Als ik dit allemaal zou vertellen in Tibet, zou ik in de gevangenis belanden en er de komende 20 jaar niet meer uit komen.’

Nepalese agenten pakken Tibetaanse protesteerders op aan de grens met Tibet
Nepalese agenten pakken Tibetaanse protesteerders op aan de grens met Tibet© REUTERS

Liegen

Toch zegt Dawa ook veel Nepalese vrienden te hebben. ‘De Nepalese bevolking is vriendelijk, maar er is iets mis in de kantoren van de regering. De politici zijn corrupt, maar mensen zoals jij en ik zijn over het algemeen goede mensen. Maar je moet voorzichtig zijn, als Tibetaan ben je altijd in het nadeel.’

Dat ondervond de leerkracht onder andere bij een confrontatie met de politie. ‘Acht jaar geleden zat ik bij een collega achterop de motorfiets toen we ons evenwicht verloren en vielen. Vlak daarna reed er een politiewagen voorbij. Zodra ze zagen dat we Tibetaans waren, moesten we mee naar het politiekantoor’, zegt Dawa.

Daar vertelde de agent dat de motorfiets de combi geraakt had en het achterlicht daardoor kapot was. ‘Ik zei dat de man niet mocht liegen, dat we zijn wagen in de verste verte niet geraakt hadden. We stonden meer dan vijf meter van de politiewagen vandaan en het was duidelijk dat het licht al lang gebroken was. Toch moesten we 65 euro boete betalen en een verklaring ondertekenen. Ik kan geen Nepalees lezen en begreep niks van het document, maar niemand wou het vertalen. Het was een misdaad.’

Zo zijn er nog veel verhalen van Tibetaanse vluchtelingen in Nepal. Een maand geleden werd de 21-jarige zoon van de directeur van het vluchtelingenkamp samen met vijf vrienden opgepakt omdat hij in het bezit was van een airgun. De Tibetaanse jongen was de enige van de zes die de gevangenis in moest. ‘Pas toen hij kon aantonen dat hij het geweer van zijn vriendin, een Nepalees meisje, had gekregen, werden onderhandelingen mogelijk. De jongen werd 25 dagen opgesloten en moest 1000 euro betalen om vrij te komen. Als die Nepalese vriendin er niet was geweest, zat hij nog steeds vast’, meent Dawa.

Het lot

Door dat alles voelt de gevluchte Tibetaan zich niet thuis in Nepal. ‘Al 45 jaar lang heb ik me nergens thuis gevoeld. Maar ik ben gelukkig als leerkracht en ik heb geleerd om geluk uit kleine dingen te halen, zoals een warme zonsondergang, een kop warme thee, een mooi gebaar van een vriend. Ik heb niet veel nodig.’

Dawa blijft in Nepal voor zijn werk, hoewel het leven in India volgens hem veel beter is. ‘Maar als boeddhist geloof ik in karma en het is mijn karma om hier te zijn, mijn lot. Dingen gebeuren zonder dat je het zelf plant. Je bent een acteur die de weg bewandelt die getekend is door een ander, of je die nu God of het lot noemt. En het is nu eenmaal mijn lot om een vluchteling te zijn.’ (MD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content