Theo en de Franckisten: waarom de Catalaanse strijd geen Vlaamse zaak is, en vice versa
‘Door Catalonië te steunen, schiet de N-VA zichzelf in de voet. En Theo Francken, de gedoodverfde kroonprins van De Wever, dreigt de “prince Charles” van de partij te worden.’ Walter Pauli legt uit.
Ook zonder de semi-uitnodiging van Theo Francken (dat een asielaanvraag van Puigdemont “niet onrealistisch” is), had de komst van de afgezette Catalaanse regeringsleider het land en de hoofdstad in rep en roer gezet. Maar in dit geval botste ook de N-VA op de grenzen van haar eigen communicatie. Het kompas van Francken en Bart De Wever staat namelijk afgesteld op binnenlands gebruik, en helaas, dat van Puigdemont ook. Maar Catalonië is nu eenmaal Vlaanderen niet.
Zelfs voor de N-VA, een partij die de laatste jaren de standaarden betreffende politieke communicatie flink verlegd heeft, was dit een confrontatie met haar eigen beperkingen. Wie buitenlandse politiek wil gebruiken voor binnenlands gebruik, ervaart soms dat buitenlandse vrienden dat ook doen. En omdat de Catalaanse prioriteiten vorige week danig verschilden van die van hun Vlaamse vrienden, likken die vandaag hun wonden. Al hebben ze dat zelf gezocht.
Zal Puigdemont tijdens de behandeling van zijn zaak “bed, bad en brood” (dixit Francken) krijgen in een open asielcentrum?
Horror vacui – de angst voor het lege – is een begrip uit de decoratieve kunsten dat de N-VA de voorbije jaren heeft overgenomen en zelfs centraal plaatste in haar politieke communicatie. Er zal geen week voorbijgaan zonder forse communicatie: dalmomenten en vakanties bestaan niet meer. Wel integendeel, uitgerekend vakanties – als de verzamelde concurrentie ernaar snakt om het een beetje rustig aan te doen – zijn ideale dagen om extra fors door te trekken. Dat werd voor het eerst écht duidelijk tijdens de zomervakantie van 2016, toen Peter De Roover vanaf zijn vakantieterras in een ‘essay’ een ballonnetje losliet om ter verdediging van het vrije Westen de vrijheid van mening tussen haakjes te zetten. Het was het startsein voor partijgenoten groot en klein om heel juli en augustus zelf uit te pakken met nieuwe ideeën en ongehoorde uitspraken.
Ook de voorbije zomer van 2017 was het opnieuw bingo. Er waren zelfs N-VA-parlementsleden die op sociale media de andere partijen uitdaagden: ‘Jullie kunnen niet tegen ons op.’ Ditmaal speelde de staatssecretaris voor Asiel en Migratie in een hoofdrol. Het is niet dat Theo Francken tijdens de zomer zomaar vaak het nieuws haalde, hij bezette als het ware de media. Ook al omdat elke actie van Francken haast automatisch een ketting aan reacties op gang trok: van geviseerde middenveldorganisaties, gebelgde waarnemers tot politieke tegenstrevers, daarbij mogen stilaan ook de eigen Vlaamse coalitiepartners in de regering-Michel gerekend worden. Het lijkt haast op georganiseerd huwelijksbedrog. Francken haalt het nieuws met een uitspraak op of net over het randje, en vervolgens ‘fluit men hem terug’ vanuit de eigen meerderheid.
Premier Charles Michel heeft dat al gedaan, Kris Peeters doet het, Eric Van Rompuy natuurlijk, en ook Alexander De Croo en Gwendolyn Rutten draaien er hun hand niet meer voor om. Soms doen ze dat zelfs in verbazend sterke bewoordingen. Na de ‘opkuis’-tweet (van het Maximiliaanpark) van Theo Francken zei Rutten op VTM-Nieuws dat N-VA een partij is “die voorbijgaat aan de menselijkheid”. Maar in plaats van de N-VA na een dergelijk ontiegelijk harde beschuldiging voor het Mensenrechtenhof in Den Haag te dagen, bij wijze van spreken, dénkt Open VLD er niet eens aan om na dergelijke zware aanklacht een politieke betekenisvolle daad te stellen, laat staan het vertrouwen in de coalitie(partner) op te zeggen. Blijkbaar was het verwijt van ‘onmenselijkheid’ louter bedoeld als effectjagerij op de publieke opinie.
Het is overigens niet de eerste keer dat de allesoverheersende communicatie van Theo Francken tot een opbod aan forse verbaliteit leidde. Waarbij Francken door de andere coalitiepartners op hun beurt gebruikt wordt als extra pigment in hun eigen communicatie: door zich tegen Theo Francken (en soms ook de hele N-VA) af en te zetten en hem “terug te fluiten”, hoopt men zichzelf te profileren als ernstig, keurig, degelijk en beheerst. Helaas verraden ze zich ook als meelopers en volgers, want al te vaak beslissen de regeringspartijen pas om te communiceren over een bepaald probleem nádat de verwenste staatssecretaris zichzelf al lang met lof heeft overladen of één of ander hoenderhoek op stelten zette met een knuppel of drie.
Aula 4B
Dat beproefde recept werd ook toegepast sinds in september de Catalaanse secessie van Spanje, of toch de operetteachtige poging daartoe, zich begon te ontrollen. Zeker, voor de N-VA zaten er van in het begin aan deze zaak een paar scherpe stekels. ‘Applaudisseren voor separatisten in Spanje maar zelf artikel één van je eigen statuten niet toepassen, erg consequent is dat niet voor een Belgische regeringspartij’: het stond in de sterren geschreven dat De Wever en co met dit soort kritiek uit VB-middens om de oren zouden worden geslagen. Maar is dat erg? Uit de opiniepeilingen valt toch af te lezen dat het gros van de N-VA-kiezers de ‘realistische’ keuze van de partijleiding steunen: er is geen meerderheid voor een splitsing van het land, maar dat mag toch geen hinder zijn om de kans te laten liggen voor het eerst in dertig jaar zowel in België als Vlaanderen regeringen in de steigers te krijgen met een rechts-conservatief programma. De diehards die zich écht druk maken om Vlaamse onafhankelijkheid, beperken zich dezer dagen tot de kerngroep achter Doorbraak.be – een halfvol parochiezaaltje -, de Vlaamse Volksbeweging (VVB) – in staat om op de plaatselijke hogeschoolcampus aula 4B te vullen – en groupuscules als Vlaams Links/VLinks – twee, drie man, soms met paardenkop – alsook Hendrik Vuye en Veerle Wouters: welgeteld twee personen, plus de stemgerechtigde familieleden. Electoraal gaat het om een absoluut te verwaarlozen minderheid, al zijn die lui wel in staat om in hun semi-media een hoop lawaai te maken. Met andere woorden: de Catalaanse kwestie heeft een zekere symbolische waarde, maar electoraal lijkt het een weinig dankbaar dossier.
De eerste dagen na het referendum leek de N-VA er trouwens garen bij de spinnen. De beelden van de potige Spaanse politie en van één oudere Catalaanse dame met een streep bloed op haar hoofd gingen de wereld rond en werden alleszins in Vlaanderen van commentaar voorzien. De N-VA speelde het nochtans handig, en en sourdine. Na het Catalaanse referendum liet Bart De Wever weten dat ‘het Catalaans signaal niet zomaar genegeerd kan worden’ – voor wie vertrouwd is met het taaleigen van de N-VA-voorzitter, is dit een mededeling op fluistertoon.
Minister-president Geert Bourgeois benadrukte de daaropvolgende dagen en weken de noodzaak van Europese bemiddeling om te komen tot een onderhandelde oplossing tussen Madrid en Barcelona, of maakte de vergelijking tussen de Catalaanse aanpak van vandaag en de Belgische revolutie van 1830, die vanuit Nederland bekeken ook ongrondwettelijk verliep. Intussen schoot men ook met scherp op de passieve houding van Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker: N-VA’ers van allerlei rang en stand eisten diens ontslag. Zou Juncker het via zijn ochtendlijk persoverzicht vernomen hebben? Het waren allemaal uitspraken en stellingsnamen ter kruiding van het betere politieke debat, het is geen taal waarvan de man in de straat opschrikt. Gedurende de eerste drie weken van de maand oktober was de N-VA-strategie betreffende Catalonië opnieuw bedoeld voor eigen profilering, vooral naar de eigen achterban toe. Alsof men goed beseft dat ‘Catalonië’ geen drommen nieuwe kiezers aantrekt.
Theo Francken laat brieven uitdelen aan kandidaat-asielzoekers om hen actief te ontmoedigen in België te blijven. En nu nodigt hij als het ware er eentje uit.
Meer, vanuit de N-VA leek men er zelfs de voorkeur aan te geven om niet zelf te scoren, maar – nog altijd in voetbaltermen – om de beslissende assist te geven. De eerste Europese regeringsleider die het Spaanse politieoptreden veroordeelde was de Belgische premier Charles Michel, later werd de federale premier trouwens bijgetreden door het Vlaamse parlement: telkens werd het “buitensporige” geweld van de Spaanse politie aan de Catalaanse stembussen aan de kaak gesteld, maar zweeg men ook in alle talen over de Catalaanse schending van de Spaanse grondwet – de combinatie deed vermoeden dat N-VA’ers de pen van de tekst vasthielden, of op zijn minst de inhoud ervan dicteerden. Toen al reageerde de Spaanse regering furieus, toen al werd ermee gedreigd dat politiechef Catherine De Bolle zou kunnen fluiten naar de Spaanse steun voor haar topbenoeming bij Europol.
Toen pas voelde de staatssecretaris voor Asiel en Migratie een moeilijk te beheersen dwang om op zijn beurt tussen te komen. ‘Het is niet onrealistisch’, zei Theo Francken op de vraag of Puigdemont in aanmerking komt voor asiel. ‘Het is niet aan mij om een welkomstcomité te organiseren, maar als Catalanen asiel aanvragen in België dan is dat volgens de wet mogelijk. Dan zal hun asielaanvraag zoals alle andere asielaanvragen op een objectieve, correcte en onafhankelijke manier bekeken worden. Wat de Spanjaarden daar ook van mogen vinden.’ Het is het soort redenering van Theo Francken dat we in België al van hem gewoon zijn, maar waar de Spaanse pers nog niet van terug heeft. Ineens waren de poppen aan het dansen – maar op een ander ritme en volgens een andere logica dan Francken dat voor ogen had. Franckens uitgestoken hand aan Puigdemont was natuurlijk vooral bedoeld voor binnenlands gebruik (‘ik profileer mij als een vriend van de vervolgde Catalanen’). Maar Puigdemont zelf heeft natuurlijk lak aan Vlaamse conventies en Belgische gevoeligheden: zijn agenda is óók binnenlands – weze dat Spaans of Catalaans, of beide, maar zeker niet Vlaams of Belgisch.
De toekomst zal trouwens moeten uitwijzen of het puur toeval was dat Francken de mogelijke asielaanvraag van Puigdemont ongewild in de mond nam, als politieke Spielerei, of hij echt iets had horen waaien en zelf maar de vlucht vooruit nam, zoals altijd tuk op aandacht en controverse, of dat de coïncidentie van Franckens uitspraak en Puigdemonts komst puur toeval was. Feit is dat alle Spaanse en Catalaanse media tegelijk begonnen te berichten over de Belgische ‘asielplannen’ van Puigdemont. Dat er voordien al contacten geweest waren met Vlaanderen, staat vast: Puigdemont stelde Paul Bekaert aan als zijn raadsman, en hoe voorzichtig de West-Vlaamse advocaat zich ook uitdrukte, toch werd het duidelijk dat Puigdemont niet alleen naar Brussel kwam om hier zijn taak te bepleiten bij de Europese powers that be, maar ook dat hij in dit land de meeste kans maakt om uit de handen te blijven van het Spaanse gerecht, dat inderdaad begonnen is met de gerechtelijke vervolging van de leidende Catalaanse separatistische politici. Puigdemont op kop, zo blijkt uit het internationale aanhoudingsbevel dat tegen hem is uitgevaardigd.
Vanaf dat ogenblik liep het fout voor de N-VA. Ten eerste heeft Theo Francken altijd gezegd dat het zo belangrijk is om de instroom van nieuwe asielzoekers te beperken. Hij laat brieven uitdelen aan kandidaat-asielzoekers om hen actief te ontmoedigen in België te blijven. En nu nodigt hij als het ware er eentje uit. Het is een late variant van die dolle autobestuurder die de politie toeriep – ‘maar ik ken Jan Jambon’: de gemiddelde asielzoeker maakt weinig kans om erin te komen, behalve de vrienden van Theo Francken. Francken verdedigde zich wel door te zeggen dat hij nooit heeft gezegd dat Puigdemont asiel zou krijgen, wel dat hij het mag aanvragen. Dat onderscheid is niet alleen flinterdun, maar ook irrelevant: zelfs indien Puigdemont erkend zou worden als vluchteling, zou zijn behandeling voortdurend vergeleken worden met die van andere asielzoekers. Zal Puigdemont tijdens de behandeling van zijn zaak “bed, bad en brood” (dixit Francken) krijgen in een open asielcentrum? Zal de man, eens erkend, ook een verplichte inburgeringscursus en lessen Nederlands moeten volgen? Zal hem bij het niet-naleven van die verplichtingen een sanctie boven het hoofd hangen? Of zal hij als eenzame vluchteling uit een EU-lidstaat daarvan vrijgesteld worden? Zal Puigdemont ook Theo Franckens eigen nieuwkomersverklaring moeten ondertekenen – dat Puigdemont “de wetgeving” van dit land moet naleven, incluis de “fundamentele vrijheden zoals zij liggen vervat in de grondwet.” En wat als Puigdemont een eventueel blitzbezoek aan Catalonië zou brengen? Zou Theo Francken hem bij terugkomst in België prompt bij de luren laten vatten, zoals andere asielzoekers overkwam die het waagden nog eens hun eigen land te bezoeken? Met andere woorden: de zweem van voorkeursbehandeling voor Puigdemont, zou de legitimiteit van Franckens beleid onderuit kunnen halen bij de publieke opinie. Als Francken zoiets nog eens overkomt, dreigt de gedoodverfde kroonprins van De Wever de prince Charles van de N-VA te worden.
Onder één hoedje
Ten tweede bevestigde Francken het beeld dat de Belgische regering onder één hoedje speelt met de Catalanen – Charles Michel betaalde meteen de prijs voor zijn kritiekloze volgzaamheid tegenover de N-VA in zijn beoordeling van de rellen in Barcelona. Hij probeerde de meubels te redden door overdreven neutraal te zijn en zéker de Spaanse premier Rajoy geen dérde keer voor het hoofd te stoten op één maand tijd. Michel blafte de N-VA terug in haar mand, en, wonderlijk, de N-VA gehoorzaamde. Nog voor Carles Puigdemont in levende lijve in Brussel verschenen was, had de partij zich zo goed en zo kwaad als dat kon van de zaak gedistantieerd (“wij wisten van niets”). Zo gebeurde met de N-VA wat op tijd en stond elke partij overkomt: de leiding (minus Francken) zag het Catalaanse gevaar tijdig in, maar de N-VA-achterban natuurlijk niet. Die applaudisseert al het hele jaar bij alles wat Theo doet en zegt, dus waarom nu niet?
Dus schakelde de vaste groep Franckisten over op cruisecontrole, lachte als vanouds met links (“duizenden Soedanezen zijn geen probleem voor de Gutmenschen, maar één Catalaan wel”) en vond dat de staatssecretaris het weerom goed had gezegd. De coalitiepartners ‘floten Francken terug’. Meer: ditmaal slaagde Kris Peeters er wél in om te scoren. Fijntjes verwoordde Peeters wat vele waarnemers met hem dachten: dat een politiek leider niet goed bezig is als hij eerst de onafhankelijkheid uitroept, dan geconfronteerd wordt met repressie en vervolgens zijn volk achterlaat om zichzelf in het buitenland in veiligheid te brengen. Voor het eerst zag Kris Peeters een oneliner (“Ik denk dat als je de onafhankelijkheid uitroept, je dan beter bij je volk blijft”) per kerende in het Frans en het Engels vertaald.
Voor het eerst zag Kris Peeters een oneliner (“Ik denk dat als je de onafhankelijkheid uitroept, je dan beter bij je volk blijft”) per kerende in het Frans en het Engels vertaald.
Peeters had het instinctmatig geroken: het echte probleem van Francken is dat de gemiddelde Vlaming helemaal niet geassocieerd wil worden met rellende Catalanen, en al zeker niet met een ‘rare snuiter’ als Puigdemont, die met zijn pruikerige haardos gemaakt lijkt voor de karikatuur van ‘nutty professor’ in de politiek: een vreemde man die een rijk land en een mooie stad meesleurt in geweld. Wat in Catalonië gebeurt, is namelijk hoogst on-Vlaams: hier lossen wij onze problemen op volgens de strategie van Schiltz en De Wever: door te onderhandelen, of met verbaal geweld. Maar toch niet door je eigen volk en je eigen regio in een positie te brengen waarvan de gemiddelde Vlaming gruwt: vechtpartijen, opstootjes, bloed… om wat eigenlijk? Om een onafhankelijkheid waarbij een aantal van de belangrijkste Catalaanse bedrijven prompt hun maatschappelijke zetel verhuizen naar elders in Spanje? Hoe ga je zo’n operatie aanprijzen bij de vrienden van Voka en Unizo? Voor een beweging waarbij het burgerlijk-liberale Barcelona ineens het stigma krijgt van het Sarajevo nabij de Costa Brava, een stad verscheurd door nationalistische gelijkhebbers? En als minister van Financiën Johan Van Overtveldt een beetje te zeggen heeft in de N-VA, zal het hem weinig moeite hebben gekost om zijn partijgenoten ervan te overtuigen dat een splitsing van Spanje en de daarbij horende destabiliteit dodelijk is voor de euro – en dus voor ons. De Griekse crisis was klein bier vergeleken met wat kan foutlopen als Spanje in uitzichtloze problemen geraakt. Een mogelijk Catalaanse onafhankelijkheid, die op zo veel sympathie kan rekenen bij de diehards van de Vlaamse regering, zou onherroepelijk leiden tot een recessie in de eurozone, en dus tot het failliet van het sociaaleconomische herstelbeleid waarop de regering-Michel zo prat gaat. Door Catalonië te steunen, schiet de N-VA zichzelf in de voet.
Intussen zit Puigdemont in Brussel, en geen haar op de N-VA die denkt de regering-Michel over een slecht dossier als Catalonië te laten vallen. Charles Michel zelf zal weerom beter moeten doen dan hij tot nu toe gedaan heeft, en Theo Francken allicht een keer minder van zich laten horen.
Wat in Catalonië gebeurt, is hoogst on-Vlaams: hier lossen wij onze problemen op volgens de strategie van Schiltz en De Wever: door te onderhandelen,
Vandaar dat Bart De Wever maandag in eigen persoon moest tussenkomen om recht te trekken wat nog kon: ‘Puigdemont is een vriend en vrienden zijn bij mij altijd welkom’, zei hij. Die uitspraak is voor tweeërlei uitleg vatbaar. Aan de ene kant kunnen die woorden begrepen worden als een herhaling van de stelling van Francken. Maar ze vallen ook te verstaan als een puur menselijk betoog: De Wever wil de zaak depolitiseren en terugbrengen tot een verhaal van vriendschap, en trouw. Daarmee komt hij voorlopig weg – toch bij zijn eigen achterban. Maar was dat ook niet het begin van de hele episode?
Café Treurenberg
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier