The X-Files, in het echt: klokkenluider stapt naar Congres in VS en getuigt over ufowrakken

David Grusch werkte bij de Unidentified Aerial Phenomena Task Force, die onverklaarbare observaties door militairen onderzocht. © GF
Tom Kenis

Altijd leuk om op het strand te lezen, een verhaal over ufo’s. Alleen heeft een Amerikaanse ex-officier nu écht onder ede getuigd dat de VS ufowrakken geheimhouden.

Krijgen Mulder en Scully, de FBI-agenten uit de ninetiesserie The X Files, dertig jaar na dato gelijk? Begin juni brak een klokkenluider zowat het internet. ‘We bezitten tuigen die niet van deze wereld zijn’, verklaarde de voormalige luchtmacht- en inlichtingenofficier David Grusch (36) in interviews én in onder eed afgelegde verklaringen voor het Amerikaanse Congres en de Inspector General van de Inlichtingendiensten.

Grusch werkte onder andere bij de Unidentified Aerial Phenomena (UAP) Task Force, een orgaan dat tussen 2017 en 2020 onverklaarbare observaties door militairen onderzocht. De klokkenluider zegt weet te hebben van geheime plekken waar ongeveer een dozijn ‘technische artefacten’ – voertuigen van niet-menselijke origine – bewaard worden. Die zouden onder andere afkomstig zijn van crashes. Nog volgens Grusch proberen de Verenigde Staten al bijna 90 jaar de technologie ervan te ontcijferen en na te bouwen.

David Grusch’ elf uur durende getuigenis was urgent en geloofwaardig.

‘Mensen die in de programma’s werken, gaven hem de namen van de programma’s en onderzoekers, van locaties van labs en wetenschappelijke details over de niet-menselijke technologie’, vertelt journaliste Leslie Kean aan Knack. Samen met The New York Times-journalist Ralph Blumenthal tekende ze het verhaal van Grusch op voor de website The Debrief. The New York Times, The Washington Post en Politico hadden eerder gepast voor het verhaal. ‘Hij getuigde elf uur lang onder eed en achter gesloten deuren voor de inlichtingencomités van beide kamers van het Congres. Wat hij vertelde, bestempelde de Inspector General van de Inlichtingendiensten als “urgent en geloofwaardig”.’

Uiterste geheimhouding

Al tijdens de Tweede Wereldoorlog melden geallieerde piloten vreemde, bijzonder wendbare objecten in het luchtruim – Duitse Wunderwaffen, denken ze. Duitsland vermoedt dan weer Amerikaanse technologie. Een brief uit 1947 van de Amerikaanse luchtmachtgeneraal Nathan Twining aan brigadier-generaal George Schulgen stelt dat ‘het fenomeen echt is en niet denkbeeldig of fictief’, dat de objecten ‘extreme klimsnelheden en manoeuvreerbaarheid’ vertonen, en ‘ontwijkend reageren wanneer ze worden waargenomen of gecontacteerd door (onze) eigen vliegtuigen en radar’. Hij adviseert verder onderzoek en uiterste geheimhouding.

In de zomer van 1952 achtervolgen straaljagers verschillende nachten na elkaar unkowns in het hyperbeveiligde luchtruim boven Washington D.C. De ophef hierover in de Amerikaanse pers dwingt de luchtmacht ertoe inderhaast een persconferentie te houden. Majoor-generaal John A. Samford, inlichtingendirecteur van de Amerikaanse luchtmacht, verklaart: ‘Het merendeel van de rapporten kunnen we adequaat uitleggen als hoaxes, foutief geïdentificeerde vliegtuigen, of meteorologische of elektronische fenomenen. Er is echter een bepaald percentage aan rapporten gemaakt door geloofwaardige waarnemers van relatief ongelooflijke dingen. We zijn tot op heden tot slechts één definitieve conclusie gekomen met betrekking tot dit resterende percentage. En dat is dat het geen enkel patroon bevat dat we in verband kunnen brengen met enige mogelijke bedreiging voor de Verenigde Staten.’

Roswell, New Mexico. In 1947 zou er een ufo zijn neergestort. De Amerikaanse overheid houdt het op een weerballon. © GETTY

Vliegende TicTacs

In 2017 komt de krant The New York Times met nieuws dat inslaat als een bom, van de hand van Helene Cooper en – alweer – Leslie Kean en Ralph Blumenthal: Navypiloten en radaroperatoren hadden vrijwel elke dag te maken met onbekende indringers in het militaire luchtruim. Die voerden manoeuvres uit die ons begrip van de fysica te boven gaan. Ze zagen eruit als TicTac’s, zonder vleugels, zonder zichtbare aandrijving, en waren extreem wendbaar. Ging het om experimentele Amerikaanse technologie, getest tegen het eigen personeel zonder hen daarover in te lichten? Of hadden de Russen of de Chinezen plots een gigantische voorsprong ontwikkeld?

Kean en Blumenthal presenteerden niet alleen hooggekwalificeerde militaire getuigen en videobeelden van de Navy, ze brachten ook aan het licht dat het Pentagon in het geheim onderzoek deed naar het fenomeen. Het Advanced Aerospace Threat Identification Program (AATIP) probeerde systematisch de karakteristieken van de onverklaarbare tuigen die vaak rond militaire installaties opgemerkt werden te onderzoeken. Lue Elizondo, een inlichtingenofficier, leidde het programma. ‘Het kan mij eigenlijk niet schelen wat die dingen zijn’, zegt Elizondo aan de telefoon. ‘Ik wilde het stigma verwijderen. En nu zijn we eindelijk op het punt gekomen dat we een intelligente discussie kunnen voeren op academisch en wetenschappelijk niveau.’ Hij nam in 2017 ontslag uit het leger, naar eigen zeggen vanwege de excessieve geheimhouding en de interne tegenwerking.

Uit Het Belang van Limburg, 1949. ‘Ook in België sloeg de ufokoorts toe.’
Uit Het Belang van Limburg, 1949. ‘Ook in België sloeg de ufokoorts toe.’ © GF

Met AATIP is het Pentagon niet aan zijn proefstuk toe. Tussen 1947 en 1969 volgen verscheidene officiële onderzoeksprojecten het ufofenomeen op: Project Sign, Project Grudge, en Project Blue Book. De studies, opgezet door de Amerikaanse luchtmacht, moeten het verschijnsel helpen doorgronden, maar ook de nervositeit onder de bevolking temperen. Na de Tweede Wereldoorlog beginnen ook steeds meer burgers vreemde objecten aan het firmament te melden, en de Sovjets zouden de publieke belangstelling voor ufo’s wel eens kunnen exploiteren om op kritieke momenten civiele en militaire communicatiekanalen te overrompelen. Een panel van wetenschappers, voorgezeten door fysicus Howard P. Robertson, adviseert een openbare voorlichtingscampagne om de interesse voor het onderwerp te dempen en civiele ufo-groepen in de gaten te houden.

Sciencefiction

De officiële Amerikaanse rapporten volgen telkens hetzelfde stramien: de overgrote meerderheid van de waarnemingen vallen te verklaren, maar een hardnekkige minderheid (nog) niet. De aangevoerde interpretaties overtuigen niet altijd. J. Allen Hynek, een gerenommeerde astronoom, heeft het naar aanleiding van een golf van ufowaarnemingen in 1966 in Michigan over moerasgassen en massahysterie. De Amerikaanse media drijven de spot met hem. Gerald R. Ford, de latere president, roept op tot hoorzittingen in het Congres. Hynek zelf, die in opdracht van de luchtmacht werkt, raakt er stilaan van overtuigd dat er meer aan de hand is dan zijn broodheer wil toegeven. De bekende Steven Spielberg-film Close Encounters of the Third Kind (1977) ontleent zijn titel aan een systeem, ontwikkeld door Hynek, om observaties van ufo’s te classificeren: van lichtjes in de verte (Close Encounters 1, of CE1) tot zeer dichtbij, inclusief ‘piloten’ (CE3).

Het is niet onze bedoeling om het mysterie in leven te houden, maar om het op te helderen.

Frederick Delaere, Belgische UFO-meldpunt

Vanaf 1969 is het in de VS gedaan met officiële, openlijke onderzoeken. Alleen in sciencefiction en tabloidkranten wordt het thema nog serieus genomen. Burgers richtten wel eigen onderzoeksgroepen op. Ze registreren getuigenissen en bespreken op conferenties nieuwe en oude ‘cases’ – soms niet meer dan geruchten – zoals de vermeende, intussen vermaarde crash van een vliegende schotel in Roswell, New Mexico in 1947.

Ook in Europa

Onverklaarbare waarnemingen zijn geen exclusief Amerikaanse aangelegenheid. In het Verenigd Koninkrijk landt in 1980 nabij een NAVO-luchtmachtbasis verschillende nachten na elkaar een ‘niet-classificeerbaar tuig’. Luitenant-kolonel Charles Halt, commandant van de nucleaire basis RAF Bentwaters-Woodbridge, schrijft in zijn memorandum van 13 januari 1981 aan het Britse ministerie van Defensie: ‘De objecten bewogen snel, en in een hoekig patroon, en gaven rood, groen, en blauw licht af. Eén object schoot af en toe een lichtstraal af naar de bodem. Verschillende individuen, waaronder ikzelf, waren hiervan getuige.’

‘De Bentwaters-case blijft 40 jaar na dato onverklaarbaar’, vertelt Nick Pope. Hij werkte begin jaren 1990 voor de ‘ufo-desk’ van het Britse leger. ‘Ze werd opgericht in de jaren 1950 om het luchtruim in de gaten te houden – we vermoedden het bestaan van experimentele Sovjettuigen. Vijf procent van de 200 à 300 cases per jaar konden we niet verklaren. Dat wil niet zeggen dat ze van een andere planeet afkomstig waren. Maar sommige collega’s dachten hardop na over het ondenkbare: scenario’s die zeer onwaarschijnlijk zijn, maar met een enorme potentiële impact.’

In België worden tussen november 1989 en april 1990 F-16’s de lucht in gestuurd nadat politiemensen en militaire radars ongewone vliegende objecten hebben gezien. Wilfried De Brouwer, destijds generaal-majoor van de luchtmacht, ziet ze zelf ook. ‘Het gedrag van de toestellen was zeer speciaal’, vertelt hij tijdens een persconferentie. ‘Ze konden zweven zonder ook maar enig geluid te maken. Ze konden van heel traag vliegen plots naar heel snel gaan.’

David Grusch werkte bij de Unidentified Aerial Phenomena Task Force, die onverklaarbare observaties door militairen onderzocht.
David Grusch werkte bij de Unidentified Aerial Phenomena Task Force, die onverklaarbare observaties door militairen onderzocht. © GF

Frederick Delaere, coördinator bij het Belgisch UFO-meldpunt, zegt dat van de 3500 meldingen van burgers die de organisatie sinds haar oprichting in 2007 binnenkreeg er 40 onverklaard bleven. ‘Wat niet wil zeggen dat ze onverklaarbaar zijn. Onze bedoeling is niet het mysterie in leven te houden, maar het op te helderen. In al die jaren dat ik ermee bezig ben, heb ik nog geen overtuigend bewijs gezien dat ufo’s van buitenaardse afkomst zijn.’

Frankrijk maakte in 1954 een ware ufogolf mee. ‘Mensen zien van alles in de lucht’, zegt Vincent Costes, die het Franse ufo-onderzoeksorgaan GEIPAN (Groupe d’étude et d’informations sur les phénomènes aérospatiaux non identifiés) leidt. Hij wilde alleen met ons praten als het níét over klokkenluider David Grusch zou gaan. ‘Onze instelling maakt deel uit van de Franse ruimtevaartautoriteit. We hebben als taak getuigenissen van burgers en gendarmerie te catalogiseren, en het publiek te informeren. We hanteren een strenge methodologie, waarmee we de meeste gevallen kunnen verklaren. Dat laten we liever niet over aan verspreiders van samenzweringstheorieën.’

Toch publiceerde de Franse organisatie COMETA (Comité d’Études Approfondies), samengesteld uit voornamelijk militaire experts en voorgezeten door luchtmachtgeneraal Denis Letty, in 1999 een opzienbarend rapport dat ondubbelzinnig de buitenaardse hypothese naar voren schuift: ‘Ufo’s en defensie: waarop moeten we ons voorbereiden?’

Hoorzittingen

Sinds 2017 moedigt de Amerikaanse marine haar piloten aan ufo’s, of UAP zoals ze nu genoemd worden (Unidentified Anomelous Phenomena), te rapporteren. De luchtmacht houdt vooralsnog de boot af.

Navypiloten zagen tuigen zonder vleugels, zonder aandrijving, maar extreem wendbaar.

De artikels van Kean en Blumenthal in The New York Times uit 2017 leidden uiteindelijk tot hoorzittingen in het Congres, de oprichting van de UAP Task Force (waar David Grusch deel van uitmaakte), en wetgeving die klokkenluiders ontslaat van hun geheimhoudingsplicht. Grusch is de eerste die gebruik maakt van die wetgeving.

‘Ik geloof dat Daves getuigenis nog maar het begin is van wat uiteindelijk een stortvloed aan klokkenluiders en getuigen zal worden’, zegt Lue Elizondo. ‘Deze zaak krijgt mogelijk een juridisch staartje. Het ziet ernaar uit dat bij de geheimhouding van de programma’s die Grusch beschrijft – verborgen voor het publiek, maar ook voor het Congres – wetten zijn overtreden.’

Leslie Kean legt uit dat inderdaad bijkomende getuigen gehoord werden door het Amerikaanse Congres die zijn verhaal bevestigen. ‘De verklaringen van Grusch zijn zeer geloofwaardig, maar ze zijn geen bewijs. Het Congres moet nu onderzoeken wat ervan aan is. Ik hoop dat er openbare hoorzittingen komen over de vermeende crash retrievals (het bergen van neergestorte ufo’s, nvdr) en dat documenten en “bewijzen” publiek zullen worden gemaakt.’

Dat is precies wat verscheidene leden van het Congres, dat al enige tijd achter gesloten deuren militairen ondervraagt over het onderwerp, beloven: nieuwe hoorzittingen om de beweringen van Grusch te weerleggen of te bevestigen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content