Tom Kenis

‘Terwijl Gaza brandt, smeult de Westelijke Jordaanoever’

‘Terwijl Gaza in vlammen staat, lijken de bezette Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem af te glijden naar een Bosnisch scenario’, schrijft Tom Kenis.

Een paar maanden geleden beschreef ik een hypothetisch einde van de staat Israël. Politiek correcter: ik voorzag, enigszins naïef, een plotselinge, vreedzame overgang van een regime dat slechts de helft van de inwoners tussen de Middellandse Zee en de Jordaan stemrecht geeft, naar een systeem waarin elke ziel er volledige burgerrechten geniet. Inmiddels kunnen we ons beter voorbereiden op een minder rooskleurig scenario. De oorlog in Gaza dreigt immers over te slaan op de bezette Palestijnse Westoever. Om eerlijk te zijn, ‘smeulen’ is het al lang niet meer.

De Israëlische Knesset stemde onlangs met een overweldigende meerderheid voor een resolutie die de oprichting van een Palestijnse staat afwijst. Sterker nog, zo’n staat zou volgens hen een existentiële bedreiging vormen voor Israël en zijn burgers, het Israëlisch-Palestijnse conflict in stand houden en de regio destabiliseren.

Ieder weldenkend mens ziet dat de strijdende partijen uit elkaar gehaald moeten worden. Dat de bezetter de bezette gebieden moet verlaten. Dat, op zijn minst, ieder mens als mens behandeld moet worden. De geschiedenis neigt naar gerechtigheid, maar meestal met een lange omweg. Een leidraad:

Tsjechoslowakije

Tsjechoslowakije, opgericht in 1918 als een staat voor Tsjechen en Slowaken, hield precies 75 jaar stand voordat de partners vreedzaam uit elkaar gingen. Hoewel de Tsjechen iets meer te zeggen hadden, leefden de geografisch samenhangende landsdelen in vrede samen—een goede voorspeller voor hun uiteindelijke geweldloze tweestatenoplossing. Dit staat in schril contrast met het Palestijnse grondgebied, dat door de Israëlische nederzettingenpolitiek, vooral sinds de Oslo-akkoorden van 1993, steeds verder werd versplinterd. Alleen al dit cruciale verschil maakt een pijnloze splitsing van Israëli’s en Palestijnen naar het voorbeeld van Tsjechoslowakije met de dag onwaarschijnlijker.

Zuid-Afrika

De Zuid-Afrikaanse analogie beschouwt Israël-Palestina als een apartheidsstaat, waarin één groep—Israëlische Joden—alle hefbomen in handen heeft. De cruciale component is het Israëlische leger, dat vrij opereert tussen de Middellandse Zee en de Jordaan, en waarmee de dominante groep haar wetten oplegt aan de onderworpen Palestijnen. Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever, in Oost-Jeruzalem en Gaza leven al 57 jaar onder oorlogsrecht, zonder fundamentele rechten zoals het recht op leven, vrijheid en onschendbaarheid, terwijl Joodse Israëli’s volledige burgerrechten genieten. De Palestijnse Autoriteit speelt nauwelijks een rol van betekenis; veel Palestijnen zien hen als onderaannemers van de bezetting.

De kortste weg naar een einde van het conflict is een staat waarin iedereen stemrecht heeft. In Zuid-Afrika verkreeg de zwarte meerderheid op die manier in 1994 burgerrechten, naast de blanke minderheid die daarvoor 56 jaar lang alleen de macht in handen had. Het land werd niet opgesplitst in de gesegregeerde ‘Bantustans’ waar de voormalige racistische autoriteiten de zwarte bevolking hadden ondergebracht.

In Israël-Palestina zou zo’n Zuid-Afrikaanse één-statenoplossing instellingen creëren waarin moslim-, christelijke en Joodse burgers evenredig vertegenwoordigd zijn. Hoe onwaarschijnlijk een tweestatenoplossing ook lijkt, de meeste waarnemers zijn het erover eens dat dit alternatief nog minder plausibel is.

Bosnië-Herzegovina

Joegoslavië, met zijn door Serviërs gedomineerde dictatuur, hield 73 jaar stand. Net als Israël-Palestina werd het regime gekenmerkt door etnisch geweld, een voorbode van zijn dramatische einde in de burgeroorlogen van de jaren ’90. In het Bosnische Srebrenica culmineerde dit in de genocide van 8.000 moslimjongens en -mannen.

In betere tijden leefden in Bosnië-Herzegovina verschillende etnische groepen door en naast elkaar, net zoals op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem, waar ruim 700.000 Joodse kolonisten wonen in uitsluitend Joodse buurten, ‘outposts’, en middelgrote steden, op een steenworp van 2,9 miljoen christen- en moslim-Palestijnen.

Terwijl Gaza in vlammen staat, lijken de bezette Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem af te glijden naar een Bosnisch scenario. Sinds de inauguratie van de huidige extremistische Israëlische regering nemen dodelijk staatsgeweld, landonteigeningen en de afbraak van Palestijnse huizen sterk toe. In 2023, vóór de aanval van Hamas op 7 oktober, doodden Israëlische troepen en zwaarbewapende kolonisten al meer dan 240 Palestijnen. Het dodental aan Palestijnse kant staat er sinds 7 oktober op meer dan 500. Ter herinnering: op de Westelijke Jordaanoever speelt Hamas een nog kleinere rol dan de irrelevante Palestijnse Autoriteit van Mahmoud Abbas.

Die escalatie is geen toeval. De Israëlische minister van Binnenlandse Zaken, Itamar Ben Gvir, die in 2007 werd veroordeeld voor het aanzetten tot racisme en het steunen van de terroristische Kach-beweging, heeft de militaire operaties en de nederzettingenbouw verder opgevoerd. Ha’aretz-columnist Zvi Bar’el schrijft dat Ben Gvir uit is op de annexatie van de zogenaamde ‘Areas’ B en C, en op het omsingelen en belegeren van de Palestijnse steden (Area A), zoals sinds 2007 met heel Gaza gedaan wordt. Het uitdelen van aanvalsgeweren aan extremistische kolonisten doet het ergste vermoeden: de decennialange droom van Israëlisch extreemrechts, en van Ben Gvir, blijft de volledige etnische zuivering van alle Palestijnen uit het gebied. De chaos van een brede oorlog moet hiervoor dekking verschaffen.

Europa staat erbij en kijkt ernaar

Net als in Bosnië, doet Europa niets om het geweld te stoppen. Erger nog, Duitsland is de tweede grootste wapenleverancier van Israël. Maar de geweldspiraal moet onmiddellijk worden gestopt, te beginnen in Gaza. Alleen dit kan de vrijlating van de Israëlische gijzelaars bewerkstelligen.

Maar het beëindigen van de oorlog vereist meer dan alleen de terugtrekking van Israëlische grondtroepen en een terugkeer naar de status quo. De zeventien jaar durende belegering van de enclave, te land, ter zee en in de lucht, leidt steeds opnieuw tot extremere gewelduitbarstingen. De op dit moment nog relatief beperkte steun van regionale actoren zoals Houthi’s, Hezbollah en Iran dreigt de hele regio mee te sleuren in een spiraal van geweld. Dictaturen zoals Saoedi-Arabië, Jordanië en Egypte, die tegen de wil van hun bevolking partij kiezen voor Israël, zetten hun eigen voortbestaan op het spel. De vredesakkoorden en handelsbetrekkingen die de Joodse staat met deze laatste twee onderhoudt hangen aan hetzelfde dunne draadje. In plaats van verdere integratie in de regio, te bekronen met een vredesverdrag met Saoedi-Arabië dat Trump, maar ook Biden nastreefde, dreigt verdere isolatie.

Dayton

Na meer dan 1.000 Israëlische en 40.000 Palestijnse doden, kan en moet België het diplomatieke voortouw nemen. Palestina erkennen, zoals 144 van de 193 VN-lidstaten al deden, waaronder recent Ierland, Spanje, Noorwegen, Slovenië en Armenië is een eerste noodzakelijke stap. De Bosnische oorlog eindigde—veel te laat—nadat de VS de strijdende partijen in Dayton, Ohio, dwongen een vredesakkoord te ondertekenen.

Israël wil begrijpelijkerwijs een nieuw 7 oktober voorkomen. De rest van de wereld wil, even begrijpelijk, twee miljoen Gazanen redden van de totale vernietiging.

De enige manier om dit te bereiken is Israël te ontheffen van zijn de facto soevereiniteit over Gaza, Oost-Jeruzalem en de Westelijke Jordaanoever, in overeenstemming met talloze VN-resoluties. Als Israël, in zijn 76e bestaansjaar, beweert dat een voortdurende militaire aanwezigheid op de Westelijke Jordaanoever en zijn 14-jarige blokkade van Gaza noodzakelijk is om de veiligheid van zijn burgers te garanderen, dan moet het een neutrale vredesmacht verwelkomen. Er zijn twee manieren om een voorspelbaar Amerikaans veto in de Veiligheidsraad te omzeilen.

Uniting for Peace

Een zogenaamde ‘Uniting for Peace’-resolutie doet dit door een beroep te doen op Resolutie 377A(V). Hierdoor kan de Algemene Vergadering van de VN de verantwoordelijkheid op zich nemen wanneer de Veiligheidsraad vastloopt door het veto van een permanent lid. Dit was onder andere het geval tijdens de Koreaanse oorlog in 1950, de Suez-crisis en de Hongaarse Revolutie van 1956, de Libanon-crisis van 1958, de Congo-crisis van 1960-1964, en de Sovjet-invasie van Afghanistan in 1980.

Een andere methode om een Amerikaans veto te omzeilen is de oprichting van een VN-‘Trusteeship’ voor Palestina. De Trusteeship Council, opgericht kort na de oprichting van de Verenigde Naties in 1945, was ontworpen om voormalige door Asmogendheden bezette gebieden naar onafhankelijkheid te leiden, zoals West-Samoa, Kameroen, Togoland, Nieuw-Guinea en Italiaans Somaliland.

Een Trusteeship omvat een reeks administratieve overeenkomsten die werden onderhandeld door VN-lidstaten via een gewone meerderheid in de Algemene Vergadering. Dit proces is dus niet onderworpen aan een veto van permanente leden van de Veiligheidsraad, zoals de Verenigde Staten. Een Trusteeship voor Palestina, eventueel in handen van regionale actoren zoals Saoedi-Arabië, Jordanië, of zelfs China, zou de Palestijnse instellingen kunnen helpen voorbereiden op onafhankelijkheid.

Verlicht egoïsme

Eén ding is zeker: zonder resolute buitenlandse tussenkomst—om te beginnen diplomatiek, zoals een sluitend wapenembargo voor alle strijdende partijen, of economische sancties tegen de bezetter—zullen oorlog, bezetting en de eindeloze cyclus van de dood doorgaan. België, met zijn actieve bemiddeling in conflicten in het Afrikaanse Grote Merengebied en deelname aan vredeshandhavingsinitiatieven van de EU en de VN, heeft de nodige ervaring en internationaal aanzien om dergelijke inspanningen te leiden.

Kan de volgende regering deze handschoen opnieuw oppakken? Om universele mensenrechten te vrijwaren. En als dat niet meer overtuigt, om het leven van de toekomstige Staatssecretaris voor Asiel en Migratie iets gemakkelijker te maken.

Tom Kenis is schrijver. Drie jaar lang heeft hij in de Palestijnse gebieden gewerkt als coöperant bij de ngo Bisan Center.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content