Joost Devriesere
‘Terreurdreiging: we zijn figuranten in een wansmakelijke B-film’
De golf van terroristische aanslagen lijkt wel uit een middelmatige Hollywoodprent geplukt, vindt Joost Devriesere. ‘En de aftiteling is nog lang niet in zicht.’
Het was een onbedoeld maar welgekomen hilarisch moment, toen bekend raakte dat die Iraanse jongen met zijn winterjas in het hart van Brussel geen zelfmoordterrorist was, maar een argeloze doctoraatsstudent met een kleurtje die het effect van wifisignalen onderzocht. Toen de politie hem omsingelde, moet de jongeman zich even in een blockbuster gewaand hebben. Ook wij zijn het laatste jaar tegen wil en dank figuranten in een wansmakelijke B-film geworden. En de aftiteling is nog lang niet in zicht.
Ook de grootste schurken van deze tijd zijn in de ban van de cinema. De communicatie en drieste tactieken van de IS staan bol van de Hollywoodreferenties. Er zijn niet alleen de vrij professioneel gemaakte, in flitsende Michael Bay-stijl gemonteerde promofilmpjes, ook hun bloedbaden zijn geïnspireerd door de westerse cultuur die dit ontmenselijkt zootje ongeregeld zo verfoeit. Terrorisme is swag en op en top Tinseltown, en dat zullen we met z’n allen geweten hebben.
De Afghaanse jongen die in Duitsland met een bijl op de passagiers van een trein inhakte? Ontleend aan de Amerikaanse horrorserie The Following. De verijdelde aanslag op het Stade de France van november vorig jaar? Losjes geïnspireerd door Black Sunday (1977) en vele gelijkaardige films. Een rist terroristische aanslagen in een dichtbevolkte stad die elkaar in ijltempo opvolgen? Bekijk The Siege (1998) eens, een Denzel Washington-vehikel over een terroristische moordgolf in New York. De amper betreurde Osama Bin Laden moet trouwens een fan van Tom Clancy zijn geweest. De Amerikaanse auteur had de aanslagen met passagiersvliegtuigen van 11 september 2001 al in 1996 min of meer voorspeld in zijn vuistdikke Jack Ryan-bestseller Executive Orders, die om begrijpelijke redenen nooit werd verfilmd. En waarschijnlijk bestaat er wel een thriller waarin een geradicaliseerde dolleman met een vrachtwagen op een menigte inrijdt of een bloedbad aanricht in een concertclub.
Waar zijn de helden?
In die gruwelscenario’s lopen we vandaag met z’n allen verloren, van Nice, over Brussel, Würzburg en Parijs tot op de stranden van Sousse en in de sjiitische wijken van Bagdad. We willen ons strijdbaar tonen, maar in feite zijn we verward, bang en machteloos. In de surrealistische B-film waarin we meespelen, zijn alleen maar booswichten en slachtoffers. Helden spelen geen rol van betekenis meer. Tenzij op het internet, met een grote bek als weapon of choice.
Onze regisseurs, de powers that be, zitten met de handen in het haar en creëren alleen maar meer chaos op de set. En wij, wij worden verplicht om onze rol te spelen en de verschrikkingen om ons heen te ondergaan, zoals de protagonist in Stanley Kubricks A Clockwork Orange (1971). Wegkijken kan niet. We moeten en zullen de beelden absorberen tot we ze, afgestompt, al schouderophalend accepteren als een deel van onze dagelijkse realiteit. Dan zullen we niet meer opschrikken van een knal, en zullen we een jongen die bij 34 graden Celsius een wintervest draagt gewoon voorbijlopen.
Dan zullen we hem tolereren, die nog jonge fascistische schurkenstaat aan de Bosporus, waar een man met een snorretje boeken laat verbranden en zuiveringen aan de orde van de dag zijn. Het enige wat daar nog ontbreekt, zijn slechteriken met een schabouwelijk Engels-met-Duits-accent. En Indiana Jones die de boel eventjes komt redden. Steven Spielberg heeft de rechten al gekocht, maar belooft geen happy end.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier