Te lange wachtrijen en te duur: ‘Adoptie uit het buitenland is een eindig verhaal’
‘Adoptie uit het buitenland is een eindig verhaal’, zo schrijft gewezen minister Wivina Demeester in een opiniestuk in De standaard. ‘Vandaag is het vele jaren wachten en de kostprijs is zeer hoog. Niet meer te verantwoorden eigenlijk.’
Wivina Demeester was tien jaar voorzitter van adoptie-organisatie Ray of Hope, reisde naar verschillende Afrikaanse en Aziatische landen en bezocht er ook internationale organisaties zoals Unicef, Plan International of Save the Children. Ze gelooft dat adoptie uit het buitenland een eindig verhaal is.
‘Zou ik de ouders van vandaag nog aanraden om interlandelijk te adopteren? Ik denk het niet.’ Demeester heeft zelf een adoptiedochter en kaart vooral de evolutie van de adoptieprocedure aan.
‘Niet meer te verantwoorden’
‘Tussen de beslissing om je als ouders voor te bereiden op de interlandelijke adoptie en de aankomst van je kind verloopt nu vijf tot zeven jaar. Toen (toen Demeester haar dochter adopteerde, red) was dat 18 maanden. De “kostprijs” was redelijk. Vandaag is het vele jaren wachten en de kostprijs is zeer hoog. Niet meer te verantwoorden, eigenlijk.’
Ze denkt dat interlandelijke adoptie een eindig verhaal is, onder meer omdat het in zowel binnen- als buitenland ‘niet meer als het meest geschikt beschouwd wordt voor het kind’.
‘Afbouwend verhaal’
‘Wanneer de landen van herkomst het Verdrag van Den Haag willen naleven, wat steeds meer gebeurt, gaan ze eerst zoeken naar ouders die in het land van herkomst willen adopteren’, vertelt Demeester op Radio 1.
‘China en India doen dat bijvoorbeeld. Er zijn enkel en alleen nog kinderen ‘special needs’, met een beperking, die ter adoptie aangeboden worden. Dat is niet meer opzet van goede interlandelijke adoptie. Het is vanzelfsprekend een afbouwend verhaal.’
Demeester pleit voor twee voorstellen op korte termijn. In de eerste plaats wil ze dat de drie bestaande bemiddelingsorganisaties samen te smelten tot één organisatie. Daarnaast ‘moet er dringend een akkoord gesloten worden’ tussen de federale centrale autoriteit (FCA) en de Vlaamse centrale autoriteit (VCA) om op regelmatige tijdstippen rond de tafel te zitten en lopende dossiers te bespreken zodat ze op dezelfde golflengte zitten.
Lees het volledige opiniestuk hier. (NSK)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier