Syrisch leger ontdekt chemisch lab in Oost-Ghouta
Volgens de Syrische overheid werd in het lab een chemische aanval door rebellen voorbereid, zodat om het te doen lijken alsof de Syrische troepen zelf chemische wapens gebruikt hadden.
Syrische regeringstroepen hebben in Oost-Ghouta een clandestien lab gevonden voor de aanmaak van chemische wapens. Dat heeft de Syrische kolonel Ferraz Ibrahim maandag gezegd. De werkplaats werd aangetroffen bij een zoektocht van het leger door het dorp Aftris, die door de rebellen en jihadisten is verlaten. Volgens het Syrische leger werden in het lab vermoedelijk voorbereidingen getroffen voor een chemische aanval die dan aan het reguliere leger zou worden toegeschreven. Eerder had de Syrische viceminister van Buitenlandse Zaken, Faisal Mekdad, gesproken van een op handen zijnde ‘imitatie’ van een chemische aanslag die aan Damascus toegeschreven moest worden.
Mekdad zei dat Syrië bereid is om internationaal onderzoek naar het gebruik van zogenaamde C-wapens te steunen, maar dat de internationale organisaties weigeren om met de Syrische regering samen te werken. Momenteel voert de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) onderzoek uit naar berichten over het inzetten van chemische wapens in de strijd om de rebellenenclave Oost-Ghouta. Met name de Witte Helmen, die exclusief opereren in rebellenzones, kwamen vorige week met de claim dat Syrië chloorgas zou gebruikt hebben in het dorp al-Shifoniya in Oost-Ghouta.
In het beleg van Oost-Ghouta, sinds 2012 in handen van rebellen en jihadisten, forceerde het Syrische leger maandag een nieuwe doorbraak met de inname van de stad Mesraba. Daardoor is de enclave nu opgedeeld in drie afzonderlijke, kleine rebellengebieden. Oost-Ghouta, vlakbij Damascus, wordt al jaren door de rebellen gebruikt om de hoofdstad te bestoken. De enclave is een mix van dorpen en landbouwgebied. Door de verovering van Mesraba is zowat zeventig procent van de enclave weer in regeringshanden.