‘Met of zonder Trump als president: de Verenigde Staten zullen hun steun aan Oekraïne afbouwen’
De NAVO blijft onze beste verdediging, zegt professor internationale politiek Sven Biscop, maar toch moet Europa dringend werk maken van een sterkere eigen defensie.
Deze week blaast de NAVO 75 kaarsjes uit. De Verdragsorganisatie heeft meer leden dan ooit tevoren maar beleeft onzekere tijden. Niet alleen door de oorlog in Oekraïne. Ook de mogelijke herverkiezing van Donald Trump, koele minnaar van het bondgenootschap, leidt tot ongerustheid. In dat licht moet zowel België als de Europese Unie dringend werk maken van een sterkere defensie, benadrukt professor Sven Biscop, verbonden aan de Universiteit Gent en het Egmont Instituut.
De NAVO lag de afgelopen jaren danig onder vuur. Hoe belangrijk is de organisatie nog?
Sven Biscop: De NAVO is en blijft de beste verzekering die haar 32 leden hebben, zowel qua afschrikking als qua verdediging. We leven opnieuw in een wereld met meerdere grootmachten, en voor landen zoals België is het geruststellend om met een van die grootmachten, de Verenigde Staten, een bondgenootschap te hebben. Bovendien geeft de NAVO haar leden speelruimte op militair vlak en hebben ze bijvoorbeeld veel militair materieel aan Oekraïne kunnen geven. Zonder de NAVO zouden ze te bang zijn geweest voor een rechtstreekse Russische reactie. Nu ligt die vrees bij Rusland: het durft lidstaten van de NAVO niet aan te vallen.
Rusland beweert weleens dat het de Baltische staten of Finland in het vizier zal nemen. Moeten we ons zorgen maken?
Biscop: Dat hoort bij het strategische spel dat Rusland steeds speelt: bij de toetreding van Finland en Zweden tot de NAVO blafte Rusland ook hard, maar bijten kon het eenvoudigweg niet. Er bestaat tussen Washington, Moskou en Brussel een impliciete consensus dat een rechtstreekse militaire confrontatie moet uitblijven. Net daarom biedt de NAVO de lidstaten die grenzen aan Rusland zo’n fundamentele veiligheidsgarantie.
Hoe zeker bent u ervan dat de Verenigde Staten zouden bijspringen als bijvoorbeeld Estland zou worden aangevallen?
Biscop: Honderd procent zeker kun je daar nooit van zijn. Belangrijker is dat ze het in Rusland wel geloven. Het is geen toeval dat Poetin Oekraïne heeft aangevallen en geen NAVO-land.
Het Franse staatshoofd Emmanuel Macron noemde de NAVO in 2019 ‘hersendood’, wat een heel debat over de Verdragsorganisatie op gang bracht. Wat blijft daar vandaag van over?
Biscop: De NAVO is een militaire alliantie, maar dat durft ze ook weleens te vergeten. Na de Koude Oorlog, door het gebrek aan een rechtstreekse bedreiging, begon ze zich plots op energieveiligheid en migratie toe te leggen, terwijl dat niet bepaald zaken zijn die je met militaire instrumenten kunt oplossen. Vandaag heeft secretaris-generaal Jens Stoltenberg het dan weer voortdurend over de klimaatcrisis. Het is sympathiek dat hij daaraan denkt, hoor, maar de NAVO is niet de meest geschikte organisatie om iets substantieels aan de klimaatverandering te doen. De NAVO kan relevant blijven door te doen waar ze goed in is, niet door zich bezig te houden met uitdagingen waarbij ze alleen maar kan teleurstellen.
Of er nu een Republikein of een Democraat aan de macht is in de VS: het Europe First-idee van na de Tweede Wereldoorlog is niet meer.
Sven Biscop
Als voormalig Amerikaans president dreigde Donald Trump ermee de stekker uit de NAVO te trekken. De kans is niet onbestaande dat hij in januari volgend jaar opnieuw zijn intrek neemt in het Witte Huis. Is het einde van de NAVO dan nabij?
Biscop: Het probleem bij Trump is dat je niet kunt inschatten of hij ’s avonds nog meent wat hij ’s ochtends heeft gezegd. Nu durven we weleens te vergeten dat het voormalig president Barack Obama was die van Azië de belangrijkste Amerikaanse prioriteit heeft gemaakt. Trump en ook huidig president Joe Biden zetten dat beleid gewoon voort. Of er nu een Republikein of een Democraat aan de macht is: het Europe First-idee van na de Tweede Wereldoorlog is niet meer. We onderschatten weleens wat dat voor ons betekent. Stel dat Rusland Polen zou binnenvallen op het moment dat de Verenigde Staten in een oorlog verwikkeld zijn met China, dan zullen de Amerikanen Europa mogelijk pas te hulp schieten zodra ze China hebben verslagen. ‘Trek uw plan, Europa’, luidt het dan. Het is een hypothetisch scenario, maar Europa is daar in de verste verte niet op voorbereid.
Er wordt al langer gezegd dat de Europese pijler binnen de NAVO moet worden versterkt. Daar zit het dus nog niet goed mee?
Biscop: Nee, verre van. In een ideale wereld zou Europa de eerste conventionele verdedigingslijn van zijn continent volledig zelf moeten kunnen dragen. Staat die onder druk, dan kunnen onze bondgenoten meteen bijspringen. Maar in tegenstelling tot de Verenigde Staten beschikt Europa vandaag niet over voldoende inlichtingencapaciteiten, strategische transportmogelijkheden, luchtverdediging, zware offensieve vuurkracht, enzovoort. Neem alle Europese middelen samen, en je hebt nog steeds een onvolledig pakket. Europese legers kunnen dus maar volwaardig functioneren met steun van Washington. Wetende dat Europa niet langer de prioriteit van de Verenigde Staten is, moet de Europese pijler binnen de NAVO dringend versterkt worden. Zo moeten sommige lidstaten meer inspanningen leveren en moeten de legers en legeraankopen veel beter op elkaar worden afgestemd.
Ook vandaag nog rollen Frankrijk en Duitsland voortdurend vechtend over straat als het gaat over gemeenschappelijke defensieprojecten. Veel verbetering lijkt er niet op til?
Biscop: Helaas. Sinds de eeuwwisseling moest het Europese Veiligheids- en Defensiebeleid de nationale legers stroomlijnen en ervoor zorgen dat de EU buiten haar grenzen geloofwaardige operaties kon uitvoeren. Bijna 25 jaar later moeten we vaststellen dat dat project mislukt is. Ondanks de oorlog in Oekraïne en de instabiliteit in Afrika gaat het nog altijd tergend traag.
Ook België zou pas tegen 2035 twee procent van zijn bbp aan defensie uitgeven.
Biscop: Het is goed dat de regeringen-Michel en -De Croo belangrijke legeraankopen hebben gesloten en het aantal soldaten opnieuw naar 29.000 willen optrekken. Maar dat vereist dus ook een hoger budget voor personeelskosten, munitie, onderhoud, enzovoort. Het groeipad moet hoe dan ook sneller, maar de vraag is waar men daarvoor geld zal vinden. Bijna alle federale departementen hebben nauwelijks middelen, ook Buitenlandse Zaken is helemaal uitgekleed. De volgende regering zal moeilijke knopen moeten doorhakken.
Hoe meer Europa op eigen benen staat, hoe minder engagement Washington nog zal tonen, luidt het tegenargument. Een terecht punt?
Biscop: Nee, dat is een schijnbare tegenstelling. Europa is nu al geen absolute prioriteit meer voor de Verenigde Staten. Kijk maar naar het hulppakket van 60 miljard dollar voor Oekraïne, dat al maandenlang geblokkeerd zit in het Amerikaanse Congres. En met of zonder Trump als president: de Verenigde Staten zullen hun steun aan Oekraïne afbouwen. Het is aan Europa om voor Oekraïne verder in de bres te springen.
Hier en daar geven we Oekraïne – al dan niet te laat – waar het om vraagt, maar een groot omvattend plan lijkt er niet te bestaan.
Sven Biscop
Stoltenberg wil voor de komende vijf jaar een NAVO-fonds van 100 miljard euro om Oekraïne te blijven steunen. Een goed idee?
Biscop: Ik kan zijn redenering wel begrijpen, al vraagt iedereen zich af hoe Stoltenberg bij dat bedrag komt en wie het zal betalen. Nieuw is het idee evenmin: de Europese buitenlandvertegenwoordiger Josep Borrell stelde vorig jaar al voor dat de Europese Unie in vier jaar tijd 20 miljard in een Oekraïne-fonds zou steken – dat idee stierf toen een stille dood. Het illustreert vooral dat het Westen geen langetermijnstrategie voor Oekraïne heeft. Aanvankelijk waren we met zijn allen verbaasd dat Oekraïne de grootschalige Russische aanval wist af te slaan, en sindsdien weten we dat de oorlog naar alle waarschijnlijkheid nog lang zal duren. We hebben ons daar nauwelijks op voorbereid. Hier en daar geven we Oekraïne – al dan niet te laat – waar het om vraagt, maar een groot omvattend plan lijkt er niet te bestaan. Zelfs als Oekraïne en Rusland morgen tot een of ander vredesakkoord zouden komen, dan nog moeten we Oekraïne steunen bij de wederopbouw, verder bewapenen en veiligheidsgaranties bieden, want wie vertrouwt de handtekening van de Russische president Vladimir Poetin nog?
Na tien jaar zwaait Stoltenberg binnenkort af als secretaris-generaal van de NAVO. De Nederlander Mark Rutte lijkt zijn gedoodverfde opvolger. Is hij een goede kandidaat?
Biscop: Dat is moeilijk te zeggen, ik heb de Nederlandse politiek niet van nabij gevolgd. Hij zou wel de derde Nederlandse secretaris-generaal zijn, wat toch knap is voor Nederland.
Rutte is niet onbesproken. Critici menen dat hij na de crash van MH17 meer met de aanleg van de Nord Stream 2-pijplijn bezig was dan met de dreiging die van Rusland uitging.
Biscop: Veel andere Europese leiders waren natuurlijk in hetzelfde bedje ziek, dus ik vind het wat gemakkelijk om daarvoor alleen naar Rutte te wijzen. Bovendien is de job van secretaris-generaal toch ook van een andere orde dan die van premier, en Rutte beschikt over veel ervaring en een uitgebreid netwerk.
Er staan nog enkele landen in de wachtkamer van de NAVO: Oekraïne, Moldavië en Georgië. Is lidmaatschap voor hen denkbaar?
Biscop: Niet meteen, maar op langere termijn wel. Europa heeft landen zoals Oekraïne, Moldavië en Georgië steeds als bufferstaten beschouwd die zowel met Rusland als met de Unie goede relaties kunnen onderhouden. Maar Moskou houdt geen rekening met hun democratische verzuchtingen. Het rekent die landen tot zijn exclusieve invloedssfeer en is bereid om daarvoor ten oorlog te trekken. Het is niet ondenkbaar dat Rusland ook in het kwetsbare Georgië of Moldavië zal toeslaan. Vermoedelijk zullen beide landen maar hun onafhankelijkheid kunnen behouden als ze volledig worden ingebed in onze veiligheidsstructuren. Nu zijn ook Moldavië en Georgië net zoals Oekraïne kandidaat-lidstaten, wat betekent dat we ook bereid moeten zijn beide landen te helpen zoals we dat voor Oekraïne doen.