Straffeloosheid troef in Mexico: ‘Het enige land waar dodentol journalisten blijft stijgen’
Waarom blijven de Verenigde Mexicaanse Staten zo gevaarlijk voor journalisten en wat onderneemt de federale overheid om het meest dodelijke land veiliger te maken?
Met de dood van Rubén Pat Cauich staat de teller van het aantal vermoorde journalisten voor dit jaar momenteel op zeven. Ondanks het recordjaar 2017 lijkt de overheid er niet in te slagen om het dodental te doen zakken. ‘2018 is nog maar halfweg en het aantal moorden is alweer met zestien procent toegenomen’, vertelt Jan-Albert Hootsen. De Nederlandse journalist verblijft al een tiental jaar in Mexico, waar hij als vertegenwoordiger van het Committee to Protect Journalists de toestand van de persvrijheid nauwlettend in de gaten houdt.
‘2017 was het meest dodelijke jaar ooit voor journalisten in Mexico. Sommige bronnen melden dat er twaalf journalisten om het leven kwamen, terwijl het Committee to Protect Journalists (CPJ) het op zes houdt. Dat komt omdat we het aantal journalisten tellen dat naar aanleiding van hun werk het leven liet’, verduidelijkt Hootsen. ‘Met CPJ voeren we constant over de hele wereld onderzoek naar belemmeringen voor een vrije pers. Zo kunnen we onder meer perfect nagaan welke landen gevaarlijk zijn voor journalisten. Ondanks dat je Mexico niet meteen kunt beschouwen als oorlogsgebied, is het een van de meest dodelijke landen voor mediamensen.’
Ondanks de inspanningen van de overheid, blijft geweld tegen journalisten nog te vaak ongestraft
Drie federale instanties voor journalisten
Nochtans heeft de Mexicaanse overheid de afgelopen jaren aardig wat constructies opgezet om de persvrijheid, de veiligheid van journalisten en de opvolging van moordzaken te garanderen. ‘Een daarvan is de Fiscalía Especial para la Atención de Delitos cometidos contra la Libertad de Expresión (FEADLE), die onder de bevoegdheid van de procureur-generaal valt. Deze federale aanklager onderzoekt voornamelijk aanvallen op de vrijheid van meningsuiting en geweld tegen de pers. Wat de vrije meningsuiting betreft gaat het niet enkel om journalisten, maar ook om activisten en gebruikers van sociale media. Kortom, iedereen die door een bepaalde uitspraak het slachtoffer wordt van misdaad kan een beroep doen op de FEADLE.’
Hoewel de FEADLE zich bezighoudt met het onderzoeken van geweld en moorden, geeft ze journalisten geen rechtstreekse bescherming. ‘Daarvoor kunnen ze terecht bij de Mecanismo de Protección para Personas Defensoras de Derechos Humanos y Periodistas’, bevestigt Hootsen. ‘Deze overheidsdienst, die onder Binnenlandse Zaken valt, houdt zich specifiek bezig met de bescherming van journalisten. Daarnaast heb je ook nog de Comisión Ejecutiva de Atención a Víctimas, een autonoom instituut binnen het ministerie van Binnenlandse Zaken dat zich toelegt op slachtofferbegeleiding. Journalisten die het slachtoffer zijn van geweld kunnen hier terecht op een specifieke afdeling.’
‘Ondanks de inspanningen van de overheid, blijft geweld tegen journalisten nog te vaak ongestraft’, gaat Hootsen verder. ‘Mexico is een land waar straffeloosheid troef is. Ondanks dat er een justitiële structuur is om journalisten en activisten te beschermen, lijkt alles momenteel een maat voor niets. Wereldwijd worden jaarlijks minder journalisten vermoord, voornamelijk omdat ze steeds minder afreizen naar oorlogsgebieden als Irak en Syrië. Toch is Mexico het enige land waar de dodentol blijft stijgen. Ondanks dat het land over instituten beschikt die zulke misdaden moeten voorkomen, is de situatie vergelijkbaar met landen die in oorlog zijn. De overheid wil of kan dit probleem niet adequaat aanpakken, wat gewoonweg schrijnend is.’
Dweilen met de kraan open
Het Committee to Protect Journalists is een sterk voorstander van instituties die journalisten beschermen en helpt graag om de functionaliteit ervan te optimaliseren. Hootsen houdt daarom als CPJ-vertegenwoordiger onder meer de evolutie van de FEADLE nauwlettend in de gaten. ‘We staan dagelijks in nauw contact met alle Mexicaanse instituten en dus ook met de FEADLE. Sinds mei 2017 staat Ricardo Sanchez Pérez aan het hoofd van deze overheidsdienst. Hij lijkt alleszins van plan om de FEADLE te versterken en de werking ervan te verbeteren. De afgelopen maanden toonden aan dat er zeker een wil is om de processen binnen het instituut te stroomlijnen. Meer zaken werden onderzocht en opgelost. Bovendien is er meer aandacht voor onderzoek naar de context van moorden. Zo gaat men nu wel na waarmee een journalist voorafgaand aan zijn dood bezig was. In het verleden verklaarde de FEADLE te vaak dat ze niet het juiste overheidsorgaan was om een bepaalde moord te onderzoeken, maar ook die tijd lijkt gelukkig voorbij.’
Dat neemt niet weg dat de FEADLE een relatief klein instituut blijft, met een beperkt budget en een handvol medewerkers in een land dat zo’n 120 miljoen mensen telt. ‘Daarom zijn we bij CPJ ervan overtuigd dat een openbaar aanklager alleen kan werken als er een integrale aanpak van de plaatselijke straffeloosheid is. Wanneer de federale en lokale regeringen weigeren om hun politiekorpsen te verbeteren, onderzoeksprotocollen na te leven en mensenrechtenorganisaties serieus te nemen, dan blijft het bij instituten als de FEADLE dweilen met de kraan open. Er is zeker een wil om te verbeteren, maar helaas is het geweld in Mexico momenteel te ernstig om dit te realiseren.’
Krachtig presidentieel mandaat
Begin juli won Andrés Manuel López Obrador de presidentsverkiezingen, waarmee er na lange tijd weer een linkse man aan het Mexicaanse roer staat. De kersverse president belooft een oplossing te bieden voor elke vorm van geweld en corruptie in zijn land. Maar hoe realistisch is zijn belofte? ‘Andrés Manuel López Obrador is verkozen met het grootste mandaat dan eender welke president sinds 1982’, weet Hootsen. ‘Zijn coalitie van drie partijen heeft een absolute meerderheid in het congres, zowel in de Senaat als in het Huis van Afgevaardigden. Met een tweederde meerderheid is deze regering in staat om de grondwet te veranderen. Daarnaast heeft zijn coalitie maar liefst 17 van de 32 deelstaatlegislaturen in handen, wat betekent dat ook op deze manier de grondwet aangepast kan worden. Obrador heeft dus een enorm sterk mandaat.’
Ondanks dat het land over instituten beschikt die zulke misdaden moeten voorkomen, is de situatie vergelijkbaar met landen die in oorlog zijn
Wat de nieuwe president met dat bijzonder sterke mandaat gaat doen de komende zes jaar, dat is minder duidelijk. Ondanks zijn lijvig verkiezingsprogramma van maar liefst 462 pagina’s, weet ook Hootsen niet meteen wat Mexico de komende jaren van haar president kan verwachten. ‘Tijdens zijn campagne heeft Obrador heel weinig gezegd over de manier waarop hij de veiligheid in Mexico wil verbeteren. Een van de weinige zaken waarnaar hij verwees, is de amnestie voor betrokkenen bij drugstrafiek. Verder heeft hij amper details gegeven over de manier waarop hij geweld en corruptie gaat bestrijden. In zijn verkiezingsprogramma is ook bitter weinig terug te vinden over media en journalisten. Hoe dan ook heeft hij de macht, de autoriteit en het mandaat om de veiligheid in het hele land te kunnen verbeteren, ook voor journalisten.’
Naast de veiligheid van journalisten rijst ook de vraag of Obrador even riante mediabudgetten zal voorzien als zijn voorganger. Voormalig president Enrique Peña Nieto pompte namelijk miljoenen dollars in overheidspropaganda. ‘Of Obrador hetzelfde gaat doen, dat is voorlopig koffiedik kijken’, zegt Hootsen. ‘De afgelopen tien maanden waren deze mediabudgetten een belangrijk gespreksonderwerp. In november van vorig jaar besliste het Hooggerechtshof namelijk dat het Mexicaanse Congres paal en perk moet stellen aan deze gigantische bedragen, onder andere door ze te reguleren. Zowel de federale en lokale regeringen bepaalden tot nu toe namelijk zelf hoeveel geld ze uitgaven aan propaganda. Het is een heel pervers systeem als je weet dat er veel mediakanalen zijn, zowel kranten, radio- als tv-stations, die voor 80 tot zelfs 100 procent afhankelijk zijn van deze ‘overheidssteun’. Obrador heeft alvast laten weten dat hij openstaat voor dialoog, zowel met de media als met organisaties voor de persvrijheid. Dat neemt niet weg dat er ook enkele zorgwekkende geluiden binnen zijn coalitie weerklinken. ‘Ben je voor ons of tegen ons?’ Toch lijkt het er sterk op dat de 2,5 miljoen dollar, die tot nu toe naar federale overheidspropaganda ging, zal inkrimpen.’
Overheidspropaganda troef
De inperking van de overheidspropaganda op lokaal vlak zal voor de president een grotere uitdaging worden, gezien steeds meer plaatselijke politici bepalen wat journalisten wel en niet kunnen publiceren. ‘Er zijn genoeg mensen die een hele simpele webpagina beheren, waarop ze positieve berichten over het lokale bewind plaatsen. Dat ze hiervoor onder de tafel betaald worden, dat valt natuurlijk moeilijk te reguleren. Deze manier van werken is ook nog vrij onbekend terrein. Enkele journalisten waarmee we samenwerken, bevestigen dat ze zo aardige sommen geld ontvangen. Maar verder weten we er bitter weinig over. Om alle mediabudgetten, zowel de federale als de lokale, te regulariseren moet Obrador een generale wet invoeren. Dat betekent dat hij ook het geld onder de tafel moet aanpakken, wat een bijzonder uitdagende klus is om binnen de zes jaar te klaren.’
Ondanks dat in Mexico de vrijheid van meningsuiting geldt, zijn er nog steeds tal van manieren om journalisten de mond te snoeren. Vooral diegenen die heel specifieke onderzoeken uitvoeren komen al snel in het vizier. ‘Denk maar aan Carmen Aristegui, een van de meest bekende journalisten van het land. In 2015 zette MVS Radio haar aan de deur, toen ze de president rechtstreeks onder vuur wilde nemen. Zo probeerde het mediabedrijf te voorkomen dat het overheidssteun zou verliezen. In verschillende deelstaten van Mexico loert naast de politieke dreiging ook nog eens het gevaar van criminele bendes.’
Wie is de vijand?
Voor wie Mexicaanse journalisten het meeste moeten opletten? Dat schommelt van jaar tot jaar zegt Hootsen. ‘Zowel lokale overheden als criminelen kunnen gevaarlijk zijn. Niet alleen overheidsfunctionarissen als politici en politieagenten kunnen lokale journalisten aardig onder druk zetten. Ook de georganiseerde criminaliteit wil zijn macht laten gelden. Er is overigens een flinterdunne lijn tussen beide werelden. Sommige overheidsfunctionarissen hebben banden of zijn zelfs lid van georganiseerde misdaadnetwerken. Daarnaast heb je ook criminelen die zich met de politiek proberen te bemoeien. Eigenlijk doe je de waarheid geweld aan als je beweert dat er een scheidslijn tussen die twee is. Recent onderzoek toont immers aan dat 70 à 80 procent van de overheidsinstanties zowel op gemeentelijk, lokaal als federaal niveau, banden hebben met de georganiseerde misdaad. Een journalist kan dus vermoord worden door iemand die uit beide kampen komt, wat het soms moeilijk maakt om het motief te achterhalen.’
Omdat journalisten niet weten van waar de wind waait, doen ze steeds vaker aan zelfcensuur. Sommige deelstaten zijn zelfs zo gevaarlijk, dat niemand zich een uitschuiver kan permitteren. ‘Tamaulipas in het noordoosten van Mexico kan je gerust een ‘narcodictateur’ noemen. De georganiseerde misdaad heeft er een zodanig verstikkende controle over het dagelijkse leven, dat ze fijntjes bepaalt wat de regels zijn. Wie niet binnen de pas loopt, wordt het slachtoffer van extreem geweld. Geen enkele journalist brengt er op eigen houtje verslag uit over misdaad. Zelf onderzoek doen is zelfmoord. Ze baseren zich daarom op officiële communiqués van de overheid. Tamaulipas is ongetwijfeld het meest extreme voorbeeld. Maar ook in andere deelstaten als Chihuahua, Sinaloa, Guerrero en Veracruz leggen journalisten zichzelf grote beperkingen op. Ze reizen niet naar bepaalde gebieden, ontwijken onderwerpen, schrijven nooit over bepaalde personen. Ze doen er alles aan om niet in de problemen te komen. Hoewel zelfcensuur in Mexico al veel langer dan vandaag bestaat, is het opvallend dat het aanhoudende geweld ervoor zorgt dat steeds meer journalisten het doen.’
Tamaulipas in het noordoosten van Mexico kan je gerust een ‘narcodictateur’ noemen
Damage control
Terwijl Mexicaanse journalisten aan zelfcensuur doen, laten internationale media wel hun licht op ‘verboden zaken’ schijnen. Of de regering zich daar iets van aantrekt, dat valt echter te betwijfelen. ‘De federale regering reageert vaak avers op buitenlandse berichtgeving. Ze ziet het zelden als een analyse waar mogelijk een oplossing voor bestaat. Vaak probeert de Mexicaanse regering de artikels in kwestie te diskwalificeren via opiniemakers die ze zelf betaalt. Ook gerespecteerde journalisten strijken regelmatig geld van de federale regering op, om vraagtekens te zetten bij buitenlandse bijdragen. Ondanks dat de regering best gevoelig is voor kritiek van buitenaf, doet ze meer aan ‘damage control’ dan dat ze het probleem effectief aanpakt. Of de volgende regering over de hele lijn beter zal scoren, dat zal over enkele maanden moeten blijken’, besluit Hootsen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier