Sven Biscop
‘Stop het politiek toerisme naar Taiwan’
‘Voor vele Europese en Amerikaanse politici is het een nieuw overgangsritueel geworden: naar Taiwan gaan om de wereld (en vooral je kiezers) te laten zien hoe straf je je tegenover China durft opstellen’, schrijft Sven Biscop. ‘Maar meestal zijn zulke bezoeken nutteloos, als ze al niet contraproductief zijn.’
Ik zal eerlijk zijn: mocht mijn man geen Taiwanees zijn, dan zou ik daar niet elk jaar op vakantie gaan. Maar na meer dan tien jaar huwelijk en bijna evenveel trips, hebben we onze favoriete plekken in Taipei waar we telkens terugkeren. En elke keer doen we ook nieuwe ontdekkingen, zoals tijdens ons laatste bezoek (het eerste sinds Covid-19), toen we het nieuwe jaar ingezet hebben met het vuurwerk aan de Taipei 101 Toren.
Ik kan het dus echt wel aanbevelen: bezoek Taiwan!
Goed eten is voor de Taiwanezen minstens even belangrijk als voor de Belgen, Taipei is vol van cultuur en geschiedenis, en de metro brengt je recht naar de voet van de bergen die de stad omringen, zodat je ook van de mooie natuur kunt genieten. (Maar nadien naar de stad kunt terugkeren voor een goed diner en een comfortabel bed – een dagtrip is meer dan genoeg natuur voor mij). Het blijft me verbazen dat niet meer toeristen de weg vinden naar het “Isla Formosa”, het mooie eiland, zoals de Portugezen het noemden.
Lege handen en een foto
Eén bijzonder soort toerist daalt echter wel in dichte drommen in Taiwan neer: de politieke toerist. Voor vele Europese en Amerikaanse politici is het een nieuw overgangsritueel geworden: naar Taiwan gaan om de wereld (en vooral je kiezers) te laten zien hoe straf je je tegenover China durft opstellen.
Het kost niks, want zoals de echte toerist komt ook de politieke toerist met lege handen. Een toespraak en een foto, meer zit er voor Taiwan gewoonlijk niet in – geen handelsakkoorden, geen militaire uitrusting. Het kan zelfs lucratief zijn: sommige Amerikaanse bezoekers die kort voordien nog een hoge functie bekleedden, lieten zich naar verluidt duur betalen voor hun “steunbetuiging” (en kregen er nog een hoog Taiwanees ereteken bovenop). En veel risico is er niet: als er tegenwind komt van China, is het altijd Taiwan dat daar het meest onder lijdt.
Niemand heeft de futiliteit van dit soort politiek toerisme beter aangetoond dan Nancy Pelosi, toen ze als speaker van het Amerikaans Congres Taiwan bezocht, in augustus 2022. Zoals verwacht, lokte dat een zware crisis uit met China, dat zoals vaak overreageerde, met militaire manoeuvres die resulteerden in een tijdelijke blokkade van Taiwan. Een crisis uitlokken kan een strategische keuze zijn – als je vooraf je doelstellingen en de volgende stappen bepaalt. Maar het doen enkel om je eigen profiel op te smukken is hypocriet en gevaarlijk. Pelosi’s bezoek heeft de Amerikaanse strategie uiteindelijk eerder ondermijnd, want ze ging naar Taiwan tegen het expliciete advies van President Biden in. Welk beeld van de VS creëert dat?
(Lees verder onder het artikel.)
Voor alle duidelijkheid: veel Taiwanezen steunen deze bezoeken. Maar evenzoveel laten zich liever niet voor de kar van buitenlandse politici spannen. Meestal zijn zulke bezoeken nutteloos, als ze al niet contraproductief zijn. Maar Taiwan kan moeilijk weigeren onze politici te verwelkomen zonder het risico te lopen steun te verliezen of de indruk te wekken dat het toegeeft aan China.
Politiek realisme
Zomaar toegeven aan China is uiteraard niet de bedoeling. Wel om de status quo te handhaven, die voor iedereen het beste werkt. Politiek toerisme en andere loze gebaren geven China net de kans te pretenderen dat het Westen de status quo wil veranderen. Europese politici zouden daarom een duidelijke boodschap moeten sturen: als China zelf ooit de status quo met militair geweld zou trachten aan te passen, zal de economische relatie met de Europese Unie nooit meer dezelfde zijn.
Impliciet zenden de Europese sancties tegen Rusland, na diens invasie van Oekraïne, dat signaal van afschrikking al, maar de boodschap moet scherp gesteld worden. Europa heeft niet de capaciteit om een grote militaire rol te spelen in Azië, maar economische afschrikking kan een krachtig instrument zijn van een eensgezinde EU. Dat is wat iedereen die Taiwan (of China) bezoekt zou moeten zeggen.
Ondertussen helpt het niet om in de westerse media een crisissfeer op te roepen als de Taiwanezen zelf dat zo niet aanvoelen. Al te vaak heeft de alarmerende berichtgeving hier weinig of niks te zien met de situatie daar. De Taiwanezen staan niet elke ochtend op en gaan niet elke avond naar bed met schrik voor een imminente Chinese invasie. Misschien zit daar een stuk wensdenken in, net zoals de doorsnee Oekraïner op 23 februari 2022 (of de doorsnee Belg op 9 mei 1940) zijn dagelijkse bezigheden voortzette. Maar is dat niet net de aan te moedigen houding? Keep calm and carry on.
(Lees verder onder het artikel.)
Wat het westen wel kan doen, is Taiwans weerbaarheid versterken, met name door de economische relatie verder te verdiepen. Niet echter door eenzijdig beperkingen op te leggen aan Taiwans handel en investeringen met China, zoals de VS beoogt in het gebied van chips (waarin Washington ook t.a.v. de EU restricties hoopt af te dwingen). Nogmaals, het punt is net om aan te tonen dat de status quo voor iedereen het beste is. China is overigens al de belangrijkste handelspartner van Taiwan, goed voor zo’n 25% – ongeveer dubbel zoveel als de VS, de tweede grootste.
De EU, de VS en bovenal China zouden beter de nodige stappen zetten om een constructieve economische relatie in stand te houden, op basis van volledige wederkerigheid qua markttoegang. Dat zal spanningen tussen de grootmachten niet vermijden, maar het zal wel helpen ze beheersbaar te houden.
Politieke vorming
Westerse politici kunnen natuurlijk Taiwan blijven bezoeken. Het is zelfs aan te bevelen – maar dan om zichzelf op te voeden, niet om zichzelf te profileren. Het was pas na mijn eigen eerste bezoek aan Taiwan, in 2011, dat ik ten volle besefte hoe belangrijk het is de democratische samenleving die de Taiwanezen opgebouwd hebben te vrijwaren. Dus: dring jezelf niet op aan Taiwan, maar laat je door Taiwan charmeren. En als je nadien beslist Taiwan te willen helpen, vraag dan misschien eerst een keer aan de Taiwanezen zelf welke hulp het meest welkom is.
Voor Sven Biscop, professor aan de UGent en directeur aan het Egmont Instituut, betekende Taiwan liefde op het eerste gezicht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier