Ludo Bekkers
‘Stom toeval schonk de wereld een topfotograaf en schokkende foto’s die een cultstatus verwierven’
Naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van de invasie van Praag door de Sovjettanks in 1968 verwelkomt de Botanique deze zomer een van de levende legendes van de hedendaagse fotografie: Josef Koudelka.
Dinsdag 20 augustus 1968 om elf uur ’s avonds verneemt de communistische Tsjecho-Slowaakse premier Oldrich Cernik (1921-1994) dat troepen van het Warschaupact de grenzen van zijn land zijn overgestoken. ’s Anderendaags rond drie uur in de nacht arresteren Sovjetparacommando’s diezelfde eerste minister in het gebouw waar zich zijn kabinet bevindt.
Wat daarna gebeurde kan het best omschreven worden als een wanhopige strijd tussen de zittende regering, de invasietroepen en de burgers van het land. Een confrontatie tussen recht en onrecht die eindigt met het geheime Protocol van Moskou waarin de toekomstige relatie tussen de Sovjet-Unie en Tsjecho-Slowakije wordt vastgelegd.
Stom toeval schonk de wereld een topfotograaf en schokkende foto’s die een cultstatus verwierven.
Op straat is het revolutie want de burgers, vooral in Praag, laten hun land niet in de steek en de zogenaamde Praagse lente gaat de westerse wereld rond als een symbool van de verbeten strijd tussen macht en onmacht.
Tussen het ononderbroken tumult loopt een fotograaf die net terug is van een reportage in Roemenië waar hij zigeuners had gefotografeerd, toen een van zijn geliefde onderwerpen. Zijn naam: Josef Koudelka die zou uitgroeien tot een topfotograaf en lid van het MAGNUM-collectief.
Koudelka had een succesvolle carrière als luchtvaartingenieur opgegeven om zich volledig aan de fotografie te wijden. Het was nooit zijn bedoeling geweest om reportagefotograaf te worden en zeker niet in oorlogsomstandigheden maar het (on)gelukkige toeval bracht hem midden in de hectische situatie in Praag. Hij legde die vast zonder te beseffen welke historische impact zijn beelden zouden hebben in de westerse wereld.
Dankzij de Tsjecho-Slowaakse kunsthistorica Anna Fàrovà en Eugene Ostroff, curator voor fotografie aan het Smithsonian Institution werd een deel van zijn foto’s het land uitgesmokkeld naar de Verenigde Staten. Ostroff toonde het materiaal aan de befaamde fotograaf Elliott Erwitt, past-president van MAGNUM en een jaar na de gebeurtenissen in Praag werden zij door het agentschap verdeeld en in tijdschriften over de hele wereld gepubliceerd.
Om de fotograaf en zijn familie te beschermen werden de beelden met de letters P.P. (Prague Photographer) gesigneerd. Deze anonieme Praagse fotograaf werd nog datzelfde jaar de “Robert Capa Gold Medal” toegekend door de Overseas Press Club.
Om niet in de handen te vallen van de Tsjecho-Slowaakse geheime politie keerde Koudelka niet terug naar zijn vaderland en vervolledigde hij zijn oeuvre over zigeuners in West-Europa tot zowat 1970. Bijna vijftien jaar later kreeg hij een omvangrijke solotentoonstelling in de Londense Hayward Gallery en pas dan, toen zijn vader overleden was en zijn familie niet langer gevaar liep, gaf de fotograaf zijn anonimiteit op en onthulde voor het eerst dat hij de auteur van de schokkende foto’s was geweest.
De fotograaf die hij niet wilde zijn
Alle foto’s op deze tentoonstelling zijn nog in zwart-wit en dat draagt er toe bij de compositorische kwaliteiten van dit indrukwekkende oeuvre ten volle te appreciëren. Hier is duidelijk een fotograaf aan het werk geweest die zin had voor beeldvorming, kadrering, oog voor detail en voor een expressief totaalbeeld.
Koudelka rapporteert, overziet de gebeurtenissen en kiest zijn beelden niet uitsluitend omwille van de actualiteit van dat moment maar ook als een boodschap en een pijnlijke ervaring. Dramatisch zijn ze zonder meer, het kan ook niet anders in de gegeven omstandigheden maar, en dat zal vrijwel iedereen op dat tijdstip ontgaan zijn, de combinatie van politiek dramatische gebeurtenissen en een niet vanzelfsprekende semi-artistieke benadering zien we uitsluitend bij de grote fotografen zoals Robert Capa’s beelden van de Spaanse burgeroorlog of de landing van de geallieerde troepen in Normandië.
Tot die selecte groep van reporters rekenen we ook Koudelka niet omdat hij er voor koos, het was uiteindelijk niet zijn geprefereerd ding, maar omdat hij, bruusk geconfronteerd en gegrepen werd door een aanslag op zijn land, op zijn intimiteit en identiteit. Dat maakte blijkbaar factoren in hem los die ertoe leidden om zichzelf te overstijgen als de fotograaf die hij niet wilde zijn.
De zigeuners waar hij zich thuis voelde, het land waar hij van hield, dat was de microkosmos waarin hij liefst gedijde. Het lot of het stomme toeval beslisten er anders over en dat heeft de wereld een topfotograaf geschonken die in de galerij der groten zijn plaats heeft veroverd.
Tentoonstelling “Josef Koudelka, Invasion Prague 68“. Brussel, Botanique nog tot 12 augustus
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier