Stevent Thailand af op de zoveelste staatsgreep?
In Thailand eisen tienduizenden betogers het ontslag van de premier. Een nieuwe staatsgreep behoort tot de mogelijkheden. Geen land in Azië heeft meer ervaring met militaire coups.
De politieke situatie in Thailand lijkt muurvast te zitten. Ondanks een samenscholingsverbod staan tienduizenden betogers letterlijk aan de deur van eerste minister Prayuth Chan-o-cha om zijn ontslag te eisen. De manifestanten willen ook dat de rol van de monarchie herbekeken wordt, een erg heilig huisje in Thailand.
De premier wil het parlement raadplegen over de situatie. Op die manier koopt hij vooral tijd en vermijdt hij (voorlopig) dat er geweld gebruikt wordt.
60 procent kans
In de woelige politieke geschiedenis van Thailand is dat al vaker gebeurd.
Een nieuwe staatsgreep behoort tot de mogelijkheden, denkt gerenommeerd journalist Pravit Rojanaphruk van Khaosod English. ‘Ik schat de kans op een nieuwe coup op 60 procent.’
Thailand is de Aziatische recordhouder wat militaire coups betreft. In totaal heeft het leger al twaalf keer met succes een burgerregering omvergeworpen sinds het einde van de absolute monarchie in 1932.
Constitutionele monarchie
In dat jaar verplichten militaire officieren de koning om zijn politieke macht af te geven. Bijna zeven eeuwen hebben de monarchen naar eigen goeddunken kunnen besturen.
Dat principe zal na deze geweldloze revolutie vervangen worden door een systeem met een grondwet en een regering.
Koning Prajadhipok of Rama XII aanvaardt zijn nieuwe rol, hoewel hij drie jaar later troonsafstand doet. In een toespraak zegt hij dat hij zijn bevoegdheden ‘niet wil overdragen aan een persoon of groep om ze op een autocratische manier te gebruiken’. Profetische woorden, zo zal blijken.
Staatsgreep als principe
Samen met de constitutionele monarchie doet ook de militaire coup zijn intrede, bijna als een instrument of een constante in de Thaise geschiedenis.
De allereerste premier van het land is amper een jaar in functie, wanneer hij in 1933 al door het leger aan de kant gezet wordt.
Een volgend scharnierjaar is 1946. Koning Rama XIII komt in verdachte omstandigheden om het leven en wordt opgevolgd door zijn broer, de dan achttienjarige Bhumibol (Rama IX).
Die zal uiteindelijk zeventig jaar op de troon zitten, tot aan zijn dood in 2016. Een jaar na zijn aantreden grijpt het leger een corruptieschandaal binnen de regering aan om alweer een staatsgreep te plegen.
Militaire inmenging
Dat patroon komt wel vaker voor in landen waar het leger een politieke rol speelt, zegt de Amerikaanse onderzoeker Curtis Bell, oprichter van Coup Cast (‘Staatsgreepvoorspeller’), die staatsgrepen wereldwijd in kaart heeft gebracht.
‘Om een geslaagde coup te plegen, volstaat het niet om de zittende leider van de macht te verdrijven. Het komt er vooral op aan om het volk te overtuigen van de nieuwe situatie. Als het principe van militaire inmenging eenmaal aanvaard is, is de kans groot dat er later nog meer coups volgen.’
Niet dat elke nieuwe machtsovername zonder slag of stoot verloopt. In 1976 komt het tot een heus bloedbad wanneer paramilitaire groepen een campus van de Thammasat-universiteit in Bangkok bestormen, waar een protestactie aan de gang is. Tientallen studenten worden brutaal vermoord. Het verhaal eindigt met alweer een nieuw militair bestuur.
Elite versus het volk
Die opeenvolging van burgerregimes en junta’s wordt sterk beïnvloed door de Thaise elite: aanhangers van het leger en de koning, die gebaat zijn bij een status quo.
‘Het leger is altijd al een staat binnen de staat geweest’, zegt journalist Pravit Rojanaphruk. ‘Het (leger) staat aan de kant van de elite, omdat er in Thailand nooit een sociaal contract is afgesloten. Een overeenkomst met de bevolking, die het gezag van de staat zou legitimeren.’
Het tijdperk Shinawatra
Een poging om zo’n contract af te sluiten komt er in 2001, wanneer de rijke zakenman Thaksin Shinawatra premier wordt. Hij haalt zijn kiezers vooral bij de armere bevolking op het platteland, dankzij maatregelen als goedkope leningen voor boeren en een gesubsidieerde gezondheidszorg. Maar hij krijgt het verwijt dat hij populistisch en corrupt is en zijn tweede ambtstermijn wordt in 2006 vroegtijdig beëindigd door het leger.
Het beleid van Shinawatra verdeelt het land tussen aanhangers van de premier, de zogenaamde roodhemden, en de royalisten of geelhemden (geel is de kleur van de monarchie). De confrontatie tussen de twee groepen is soms erg gewelddadig. Een protestactie van roodhemden in Bangkok loopt in 2010 uit de hand wanneer het leger het vuur opent op de menigte, met negentig doden tot gevolg.
Rood en geel
Maar de tegenstelling zit ook diep in de Thaise samenleving. ‘Mijn moeder is roodhemd, mijn vader geelhemd’, vertelt muzikant en activist Jom vanuit het buitenland. ‘Mijn vader praat al elf jaar niet meer tegen mij. Hij is ultra-royalist en ik ben verschillende keren veroordeeld wegens 112’.
Dat getal verwijst naar het wetsartikel over majesteitsschennis. Een (vermeende) belediging van de koning kan je in Thailand tot vijftien jaar cel opleveren. Omdat zijn muziekteksten te subversief zijn, is Jom uit zijn land weggevlucht na de – voorlopig laatste – staatsgreep in 2014.
Yingluck Shinawatra, de jongere zus van Thaksin, wordt in dat jaar als premier aan de kant geschoven door generaal Prayuth. Hij belooft verkiezingen, maar die zullen uiteindelijk pas vijf jaar later, in 2019, plaatsvinden. Dankzij een (gecontesteerde) grondwetswijziging kan Prayuth aan de macht blijven als premier.
Populaire oppositieleider
Ook dat is een principe dat coup-kenner Curtis Bell herkent. ‘Staatsgrepen komen vooral voor in landen met verkiezingen, maar die niet helemaal vrij zijn.
‘Het is typisch voor een regime dat bang is de komende verkiezingen te zullen verliezen. Of dat niet weet hoe het met een verkiezingsuitslag moet omgaan.’
Prayuth krijgt een geduchte tegenstander in het parlement: de nieuw opgerichte Future Forward Party van de charismatische miljardair Thanathorn Juangroongruangkit wordt vanuit het niets de op twee na grootste partij. Thanathorn wil de tweedeling tussen rood- en geelhemden overstijgen. ‘Maar het land veranderen via het parlement is een traag proces’, zegt hij. ‘Het kan nog generaties duren voor Thailand een echte democratie is. Verkiezingen zijn maar één stap in een traag proces.’
Woedende jongeren
Ook zijn persoonlijke parcours is lang. Begin dit jaar wordt Thanathorn beschuldigd van inbreuken op de verkiezingswet en zijn partij wordt buiten de wet geplaatst. Hijzelf mag tien jaar lang niet aan politiek doen. Dat zet kwaad bloed bij zijn kiespubliek, hoofdzakelijk jongeren, die zijn opgegroeid met staatsgrepen en hun ongenoegen niet langer stil willen houden. En daar ligt de kiem van de protestactie die vandaag aan de gang is.
Er is één belangrijk verschil met de vorige woelige periodes. De koning is niet langer de verzoenende compromisfiguur Bhumibol.
Die is intussen opgevolgd door zijn veel minder populaire zoon Vajiralongkorn of Rama X.
Absolute monarch
Het is een koning die meestal in Duitsland verblijft, ook al is in zijn eigen land de noodtoestand afgekondigd om de coronacrisis te bezweren en hebben veel onderdanen hun baan verloren omdat de toeristen wegblijven.
Een koning die zijn officiële concubine in de gevangenis liet gooien wegens ontrouw, maar haar intussen weer een plaats heeft gegeven naast zijn vierde vrouw en zijn twintig dienstmeisjes. Een koning die delen van het leger onder zijn persoonlijk gezag liet plaatsen en de opdracht zou hebben gegeven om activisten te vermoorden.
Kortom, een koning die zich gedraagt zoals de absolute monarchen van vóór 1932 en nu geconfronteerd wordt met misnoegde jongeren die vooruit willen met hun leven en met hun land.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier