Steun voor het leger, maar toch neemt twijfel in Israël toe: ‘Israëli’s snappen niet wat het doel is van deze oorlog’
Hoewel een meerderheid van de Israëli’s de militaire aanpak van het leger in Gaza blijft steunen, is de onvrede over de Israëlische politiek groot. ‘Veel Israëli’s hebben het gevoel dat ze op een stuurloos schip zitten.’
Terwijl in een groot deel van de wereld de verontwaardiging over het Israëlische optreden in Gaza groeit, blijft de Israëlische samenleving de militaire aanpak van het leger steunen. Eind oktober stelde ongeveer de helft van de Israëlische burgers in de Israeli Voice Index, een peiling georganiseerd door de denktank Israel Democracy Institute, dat ze het leger meer vertrouwen dan minister-president Benjamin Netanyahu. In de laatste Israeli Voice Index, die afgenomen werd van 11 tot 13 december, schaart een grote meerderheid van de Israëli’s zich achter het optreden van het Israëlische leger. 81 procent van de Joodse Israëli’s vindt dat het lijden van de Gazaanse burgerbevolking geen factor hoeft te zijn bij het plannen van de militaire operatie. 62 procent van de Joodse Israëli’s wijt de kritiek die Israël internationaal krijgt aan ‘antisemitisme en Israëlhaat’.
Bij die peilingen hoort uiteraard de kanttekening dat informatie in oorlogstijd zelden vrij beschikbaar is en de emoties bij burgers vaak hoog oplopen. Dat geldt des te meer voor de huidige staat van trauma in de Israëlische samenleving. ‘Je mag niet onderschatten wat voor existentiële angst de Hamasaanval van 7 oktober heeft veroorzaakt’, zegt correspondent en Israëlkenner Simone Korkus, die al meer dan twintig jaar in Israël werkt. ‘Hamas voert een psychologische oorlog. Het heeft bij de aanval mensen levend in brand gestoken, wat voor veel Joden een direct verband is met de Holocaust. Hamas stuurt dagelijks filmpjes van de naar schatting 129 Israëlische burgers die nog steeds gegijzeld worden. Bovendien wordt Israël dagelijks onder vuur genomen door Hezbollah, Hamas en de Houthi’s vanuit Jemen. Er vallen aan Israëlische zijde slachtoffers, zelfs als dat uiteraard niet in verhouding staat tot het enorme aantal Palestijnen dat elke dag sterft.’
Korkus ziet nog een andere reden voor de schijnbare Israëlische onverschilligheid. ‘Tot voor kort hadden Israëlische media eigenlijk nauwelijks aandacht voor het menselijk lijden in Gaza’, aldus Korkus. ‘Op de Israëlische televisie werden deze week voor het eerst sinds lang Gazanen getoond die zich uitspraken tegen Hamas. Er waren afgelopen weekend ook voor het eerst sinds lang grote demonstraties in Haifa en Tel Aviv waarin Joden en Arabieren samen opriepen tot een staakt-het-vuren. Dat kan ervoor zorgen dat er in de komende weken iets verandert in de publieke opinie.’
Schuld van Netanyahu
Ondanks de staat van trauma en verwarring waarin Israël zich bevindt, bestaan er binnen de Israëlische maatschappij wel degelijk enkele opmerkelijke vormen van eensgezindheid. Het terugkrijgen van de gegijzelden geldt als een absolute prioriteit. Volgens de Israeli Voice Index die afgenomen werd tussen 19 en 21 november vond 49 procent van de Israëli’s het bevrijden van de gijzelaars de absolute prioriteit, terwijl slechts 32 procent het verslaan van Hamas als het belangrijkste doel noemde. ‘Toen er enkele weken geleden geruchten circuleerden over hoe het Israëlisch leger zeewater in de tunnels in Gaza wilde pompen om Hamas te bestrijden, kwam daar onmiddellijk protest tegen’, zegt Korkus. ‘Het geloof dat de gegijzelden vrijkomen door een militaire interventie neemt steeds meer af. Zelfs binnen de Israëlische regering gaan ondertussen stemmen op om te onderhandelen.’
De Israëlische publieke opinie is ook bijzonder eensgezind in de manier waarop Benjamin Netanyahu de schuld krijgt voor de desastreuze Hamas-aanval. In de Peace Index van eind oktober vond net geen 76 procent van de Israëli’s dat Netanyahu het slecht doet tijdens deze oorlog. 85 procent van de Israëli’s vindt dat Netanyahu moet aftreden. Volgens de laatste Israeli Voice Index wil 69 procent van de Israëli’s nieuwe verkiezingen wanneer de huidige oorlog voorbij is. Volgens een peiling van televisiekanaal Channel 12 is Netanyahu’s coalitie van rechtse partijen zijn meerderheid kwijt. Oppositieleider Benny Gantz, die voor de duur van het conflict tijdelijk deel uitmaakt van de regering, zou bij eventuele verkiezingen waarschijnlijk een meerderheid behalen waarmee hij een centrumcoalitie op de been zou kunnen brengen.
De afwijzing van Netanyahu gaat verder dan zijn verantwoordelijkheid voor de Hamas-aanval van 7 oktober. ‘Netanyahu is bijna volslagen afwezig in deze oorlog’, signaleert Korkus. ‘Je zou verwachten dat een minister-president tijdens een oorlog voortdurend op televisie is, maar niets is minder waar. Netanyahu weigert interviews te geven. Het heeft meer dan een week geduurd vooraleer hij de plaatsen van de Hamas-aanval heeft bezocht. Hij heeft de familieleden van de slachtoffers niet willen bezoeken. Er is nog steeds nauwelijks door de overheid georganiseerde opvang voor de meer dan 300.000 Israëlische burgers die geëvacueerd zijn uit het noorden en zuiden. Daarover bestaat een enorme boosheid.’
Tegen de tweestatenoplossing
Benjamin Netanyahu, die als ontsnappingskunstenaar zelfs in de Israëlische politiek zijn gelijke niet kent, lijkt overtuigd dat hij nog enkele politieke levens over heeft. De voorbije dagen pakte hij ermee uit dat hij ‘trots’ was op het feit dat hij als premier het ontstaan van een Palestijnse staat had kunnen tegengaan. Nochtans beweerde Netanyahu op het internationale toneel altijd dat hij de tweestatenoplossing als de oplossing voor het conflict zag. ‘Netanyahu richt zich helemaal op het meest extreemrechtse en conservatieve deel van de Joodse-Israëlische samenleving’, zegt professor Itamar Shachar, docent sociologie aan de Universiteit Hasselt en medeoprichter van de actiegroep Een Andere Joodse Stem in België. ‘Hij weet dat hij in het centrum geen kiezers meer zal kunnen aantrekken. Dit is een vergeefse poging om politiek te overleven.’
Met zijn uitspraken speelt Netanyahu ook in op een duidelijke trend in de Israëlische samenleving. Terwijl voor de Hamas-aanval nog 37,5 procent van de Israëli’s een tweestatenoplossing genegen was, haalde het idee in de Peace Index – afgenomen begin november – nog slechts 28,6 procent. Zelfs wanneer Israëli’s de vraag krijgen of ze een tweestatenoplossing zouden aanvaarden om zich te verzekeren van Amerikaanse steun, is slechts 35 procent van de Joodse Israëli’s bereid een Palestijnse staat te aanvaarden. Voor Shachar komen die cijfers niet als een verrassing. ‘Sinds de Tweede Intifada zijn er in de Israëlische politiek geen belangrijke politici of partijen meer die een idee formuleren over hoe Israël met de Palestijnen over vrede kan onderhandelen, behalve kleine partijen op de linkse kant van het politieke spectrum die Joodse en Palestijnse burgers van Israël samenbrengen. Er bestaat een soort politieke consensus dat de Palestijnse bevolking onder militaire bezetting en surveillance gehouden moet worden. Er is geen visie over hoe Israëli’s en Palestijnen kunnen samenleven in gelijkheid en in vrede.’
Die politieke blinde vlek zorgt ervoor dat de Israëlische publieke opinie in zekere zin versteend is. ‘Als alle belangrijke politieke spelers volhouden dat er enkel een militaire oplossing bestaat, is het logisch dat het idee van een politieke oplossing weinig steun krijgt binnen de Israëlische samenleving’, zegt Shachar. Hij wijst er ook op dat de Israëlische overheid die tegenstem actief tegenwerkt. ‘In het begin van de oorlog heeft de politie alle betogingen van vredesactivisten verhinderd. Het Israëlische hooggerechtshof heeft moeten ingrijpen om enkele betogingen onder voorwaarden te laten doorgaan.’
Geen plan
Op zich blijft er een groot vertrouwen in het leger en het verloop van de militaire operatie. 71,5 procent van de Joodse ondervraagden gelooft dat Israël erin zal slagen Hamas van de macht te verdrijven in Gaza. Tegelijk groeit ook binnen de Israëlische maatschappij twijfel over het verloop van de militaire interventie. In de laatste peiling van de Israeli Voice Index denkt 64 procent van de Israëli’s dat de regering geen plan heeft voor na de huidige Gaza-oorlog. ‘Israëli’s snappen niet wat het exacte doel is van de oorlog’, zegt Korkus. ‘Ze hebben het gevoel dat ze op een stuurloos schip zitten. Fundamenteel hunkeren ze naar normalisatie: zo snel mogelijk terugkeren naar hoe het was voor de aanval.’
Toch lijkt dat op dit moment onmogelijk. Zelfs als Netanyahu bij eventuele verkiezingen wordt teruggeslagen, zal een nieuwe Israëlische minister-president naar alle waarschijnlijkheid niet compromisbereider zijn. ‘Ook centrumpolitici als Benny Gantz of Yair Lapid willen enkel een Palestijnse Autoriteit die ondergeschikt is aan het Israëlische leger en geen territoriale continuïteit heeft’, zegt Itamar Shachar. ‘Fundamenteel willen ook zij geen echte Palestijnse staat met de capaciteit om een waardevol leven aan haar burgers te garanderen.’
In haar laatste stuk voor De Groene Amsterdammer ontwaart Korkus evenwel een zeldzaam lichtpuntje in de schijnbaar uitzichtloze situatie waarin het conflict zich al zo lang lijkt te bevinden. In de luwte werkt een groep Israëlische, Palestijnse, Amerikaanse en Arabische academici en diplomaten al enige tijd aan een toekomstplan dat levensvatbaar is. ‘Zowel Palestijnen als Israëli’s zijn er momenteel misschien nog niet klaar voor’, geeft Korkus toe. ‘En toch is het enorm belangrijk dat het nu al gebeurt.’
Israëlisch-Palestijns conflict
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier