Stereconoom Gabriel Zucman: ‘Wereldwijde minimumbelasting van 15 procent is veel te laag’

© Getty

De vooraanstaande Franse econoom Gabriel Zucman heeft jarenlang onderzoek gedaan naar de verdeling van rijkdom. Hij is een leerling van Thomas Piketty en heeft een reputatie verworven als strijder voor de armen. Zucman doceert aan de Paris School of Economics en de University of California (Berkeley). Sinds 2021 leidt hij ook het Europees Waarnemingscentrum voor belastingen.

Al jaren roepen organisaties zoals Oxfam of de Club van Rome om hogere belastingen voor de rijken. Waarom doen politici niets?

Gabriel Zucman: Ik zou niet zeggen dat er helemaal niets wordt gedaan. Onder leiding van de OESO zijn meer dan 135 landen een minimumbelasting van 15 procent voor grote ondernemingen overeengekomen. Maar u hebt gelijk: er is nog steeds een race to the bottom in de vennootschapsbelasting, de vermogensbelasting is op zijn retour en er is te weinig ambitie voor progressieve belastingtarieven.

Het is niet langer aanvaardbaar dat miljardairs het laagste effectieve belastingtarief hebben.

Hoe komt dat?

Zucman: Ten eerste is er de algemene overtuiging dat hoge belastingen gedoemd zijn te mislukken in een geglobaliseerde wereld omdat rijke mensen en bedrijven dan naar andere landen uitwijken. Ten tweede lobbyen de profiteurs met succes voor de fiscale status quo.

Wat is het grootste probleem: particuliere belastingontwijking door miljardairs, of die door bedrijven?

Zucman: Beide problemen zijn groot en hangen samen. De superrijken halen hun inkomen vaak voornamelijk uit bedrijfsaandelen. Als bedrijven hun winsten naar belastingparadijzen verplaatsen, profiteren vooral hun rijke aandeelhouders.

De geplande invoering van de wereldwijde minimumbelasting van 15 procent voor bedrijven moet dat zo goed als onmogelijk maken. Volgens de laatste ramingen van de OESO zal dat de ondertekenende staten ongeveer 220 miljard dollar per jaar opleveren.

Zucman: Dat is een succes, maar de hervorming heeft zwakke punten. De minimumbelasting van vijftien procent is veel te laag. Bovendien is op die overeenkomsten het unanimiteitsbeginsel van toepassing. Dat betekent de facto een vetorecht voor belastingparadijzen die geen belang hebben bij verandering. De OESO is een club van rijke landen, die de belangen van ontwikkelingslanden niet serieus neemt.

Veel landen hebben hun uitgaven sterk verhoogd tijdens de coronapandemie en de energiecrisis. Zullen de belastingen niet onvermijdelijk moeten stijgen om de begroting in evenwicht te krijgen?

Zucman: We staan inderdaad op een keerpunt. De afgelopen 15 jaar hebben regeringen vertrouwd op centrale banken om hen in hun begrotingsbeleid te helpen met lage interesten. We ervaren nu de grenzen van zo’n beleid en de neveneffecten ervan, zoals inflatie. Er komt dan ook zeker een terugkeer naar een actiever fiscaal beleid.

De OESO is een club van rijke landen, die de belangen van ontwikkelingslanden niet serieus neemt.

Europese landen proberen hun inkomsten te verhogen met een overwinstbelasting. Maar bedrijven vrezen dat eenmaal ingevoerde belastingen zullen blijven.

Zucman: Overwinstbelasting is een nuttig instrument. Het werd ingezet na de wereldoorlogen en de oliecrisis in de jaren zeventig – en ook weer afgeschaft. Maar het lost niet alles op, want vennootschapsbelastingen vormen slechts een klein deel van de overheidsinkomsten. We hebben ook vermogensbelasting, successiebelasting en progressieve inkomstenbelasting nodig.

Met de Inflation Reduction Act (IRA) kennen de VS enorme belastingvoordelen toe aan bedrijven die in groene technologie investeren. De Europeanen zien dat als concurrentievervalsing. Terecht?

Zucman: De verontwaardiging in Europa is hypocriet. Ten eerste zijn de EU-lidstaten pioniers op het gebied van belastingconcurrentie. Ten tweede bedraagt de IRA ongeveer 360 miljard dollar over tien jaar, wat overeenkomt met 0,1 procent van het jaarlijkse bruto binnenlands product van de VS. In de EU zijn de belastingen voor bedrijven de afgelopen jaren met 1 procent van het bbp verlaagd.

De EU discussieert momenteel over een reactie met een nieuw subsidiepakket. Een goed idee?

Zucman: De EU zou subsidies moeten koppelen aan voorwaarden. Bijvoorbeeld om minder aanwezig te zijn in belastingparadijzen of transparanter te worden.

De kosten van levensonderhoud zijn gestegen door de inflatie. Leidt dat tot meer sociale onrust?

Zucman: De roep om de afschaffing van fiscale onrechtvaardigheid wordt steeds luider, zoals blijkt uit de opiniepeilingen in veel landen. Het is niet langer aanvaardbaar dat miljardairs het laagste effectieve belastingtarief hebben van alle sociale groepen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content