De slachtofferbalans van de hevige aardbeving in Myanmar is opgelopen tot 694 doden en 1.670 gewonden. Dat heeft de junta van het land zaterdagochtend bekendgemaakt. Het aantal slachtoffers van de aardbeving in Myanmar zou in de tienduizenden kunnen lopen.
Myanmar werd vrijdag door een zware aardbeving getroffen. In een eerdere balans werd gesproken over meer dan 140 doden. De aardbeving had volgens de Amerikaanse geologische dienst (USGS) een kracht van 7,7. Het epicentrum bevond zich op enkele tientallen kilometers van Mandalay, de tweede grootste stad van Myanmar met ruim 1,2 miljoen inwoners. Tien minuten na de eerste beving deed zich een naschok voor: die had een magnitude van 6,4.
Tot 10.000 doden?
Het aantal slachtoffers van de aardbeving in Myanmar zou in de tienduizenden kunnen lopen. Dat zegt geoloog Manuel Sintubin (KU Leuven).
“De omstandigheden zijn vergelijkbaar met die van de aardbeving in Syrië en Turkije in 2023”, vertelt Sintubin. “Ook toen zagen we een krachtige beving in een arm gebied, waar de kwaliteit van de gebouwen niet goed is. Ik schat dat het aantal doden richting 50.000 kan gaan.”
Het Amerikaanse geofysiologische instituut USGS maakt steeds een projectie van het aantal dodelijke slachtoffers. Het meest plausibele scenario -met 34 procent kans- volgens het instituut is dat er tussen de tien- en honderdduizend slachtoffers zullen vallen, blijkt uit hun cijfers. Het tweede meest waarschijnlijke scenario -met 30 procent kans- schat het aantal dodelijke slachtoffers tussen de duizend en tienduizend. “Het USGS is vaak juist met hun voorspellingen”, vertelt Sintubin. “We hebben tot hiertoe ook nog slechts weinig informatie gekregen over de situatie aan het epicentrum.”
Breuklijn
Dat er een aardbeving plaatsvond in Myanmar is niet uitzonderlijk, duidt Sintubin verder. Er loopt een breuklijn van het noorden naar het zuiden, door het centrum van Myanmar, tussen de Indische en de Euraziatische tektonische platen. Door de continue bewegingen van die platen bouwt spanning op, die op een bepaald moment vrijkomt in de vorm van een beving.
“Om de paar honderd jaar komt er een zware beving zoals deze voor op een bepaald segment van die breuklijn”, vertelt de geoloog. “Op dit segment was de vorige in 1839. In de 20e eeuw waren er bevingen meer naar het noorden en naar het zuiden op de lijn. Mensen in dit gebied weten overigens goed dat ze zich op aardbevingsgevoelig terrein bevinden: op beelden zagen we ze op straat neerhurken, wat een goeie respons is. Ze weten wat ze moeten doen bij een beving.”
