Simone Susskind, PS-barones en vredesactiviste: ‘Ik ben optimistisch. Deze Gaza-crisis biedt ook kansen’

© DEBBY TERMONIA

Ze duwde de PS-lijst voor het Brussels Parlement, maar dat is niet haar belangrijkste campagne. Sinds 7 oktober heeft Simone Susskind een versnelling hoger geschakeld in haar levenslange strijd voor een rechtvaardige vrede tussen Israëli’s en Palestijnen. ‘De weg naar een toekomst van vrede leidt langs de erkenning van de Nakba.’

Simone Susskind poseert gewillig bij de Yamaha-vleugel in haar Brusselse loft. Piano spelen doet ze al sinds haar vijfde, de accordeon kwam er pas later bij. ‘Ik vertrok als monitor naar een Joodse vakantiekolonie’, zegt ze. ‘Er werd veel gezongen, maar er was geen instrument om de kinderen te begeleiden. Speel jij geen piano, vroeg iemand. Dan kun je toch ook op die oude accordeon spelen die ik thuis heb liggen?’

De 76-jarige barones lacht aanstekelijk terwijl ze diep in haar smartphone duikt op zoek naar bewijs van haar kunnen na vijftig jaar oefenen. Ze vindt een recente opname, gemaakt in een café in de Marollen tijdens de campagne die ze voerde als PS-lijstduwer voor het Brussels Parlement. Susskind, duidelijk in haar sas als sfeermaker, begeleidt zichzelf terwijl ze in het Hebreeuws zingt over het leven als een smalle brug waar we toch langs moeten.

Precies hetzelfde lied zingen haar kinderen aan het einde van David Susskind, Story of a Mensch, een lange documentaire over haar in 2011 overleden echtgenoot. Hoe Simone Susskind erin geslaagd is haar eigen voornaam als een sterk merk te munten, dat is de vraag die na het bekijken rijst.

David Susskind (1920-2011) was een monument, een boegbeeld van het seculiere Belgische jodendom met een netwerk dat heel Europa en het Midden-Oosten overspande. Daadkrachtig, charismatisch en rusteloos gedreven door voortschrijdend inzicht, vooral in de kwestie Israël-Palestina. Als verzetsstrijder en communist stond hij na de oorlog aan de wieg van de Union des Progressistes Juifs de Belgique (UPJB), een club die de voorbije maanden opvallend aanwezig was tijdens pro-Palestijnse betogingen in Brussel.

‘De weg naar de toekomst leidt langs de erkenning van de Nakba.’

Niet zijn succes als diamantair maar wel zijn rol tijdens De Zesdaagse Oorlog in 1967 leidde tot een breuk met de communisten. Susskind ontpopte zich als de aanjager van een ongeziene golf van solidariteit met de belegerde Joodse staat, een uiting van zionisme die niet door de beugel kon voor de hevig antizionistische UPJB.

Ironisch genoeg overkwam hem veel later hetzelfde bij een andere club die hij had gesticht: het Centre Communautaire Laïque Juif (CCLJ), een invloedrijke koepelorganisatie waarvan zowel hijzelf als Simone jarenlang voorzitter was. Het eindigde met slaande deuren, door zijn overtuiging dat ook Palestijnen recht hebben op een eigen staat en dat er geen vrede mogelijk is zolang Israël de Westelijke Jordaanoever, Gaza en Oost-Jeruzalem bezet. Vriendschappen van decennia werden afgebroken, maar het pacifisme bracht hem wel in contact met Simone Weinberger, een 21 jaar jongere Brusselse studente die qua idealisme en daadkracht niet voor hem hoefde onder te doen.

‘Alleen voor de Israëlisch-Arabische partijen zie ik nog een rol weggelegd in de Israëlische politiek.’

Hoe hebben jullie elkaar ontmoet?

Simone Susskind: Dat is onrechtstreeks te danken aan Mony Elkaïm, een Marokkaans-Joodse ULB-student die zich tijdens de studentenrevolte van mei ’68 als leider had opgeworpen. Het was een bewogen periode. Een jaar eerder was de halve ULB leeggelopen om Israël te helpen in de Zesdaagse Oorlog, mede onder impuls van een zekere David Susskind. Die crisis zinderde na tijdens de studentenrevolte. Elkaïm, een briljante man die later een neuropsychiater met internationale faam zou worden, begreep als een van de eersten dat de weg naar vrede via een rechtvaardige tweestatenoplossing met gelijke rechten voor Joden en Palestijnen liep.

Ik ging er helemaal in op. Ik was al als kind doordrongen van pacifistische idealen. We hebben toen samen een organisatie opgericht, Israël-Palestine, deux états pour deux peuples. Dat gaf veel heibel. Zionisten, Arabieren, extreemlinks, we werden van alle kanten aangevallen. Mijn ouders kregen van vrienden de raad me buiten de deur te zetten, want in hun ogen was ik een agent van de Palestijnse guerrillabeweging Fatah.

Die haatcampagne is abrupt gestopt toen David Susskind, de held van de Zesdaagse Oorlog, het voor ons opnam in het krantje van zijn CCLJ. Die jongeren zijn geen verraders, schreef hij, ze hebben recht op hun eigen mening. Hij nodigde ons uit om in de werking van de CCLJ te stappen. Zo hebben we elkaar ontmoet, we zaten meteen op dezelfde golflengte.

Is een tweestatenoplossing Israël-Palestina mogelijk? ‘We moeten het beschouwen als een moeizame scheiding’

Tijdens de korte wandeling van Brussel Centraal naar hier heb ik minstens tien Palestijnse vlaggen maar geen enkele davidster geteld. Wat is er geworden van de pro-Israëlische volksgunst die uw man in 1967 wist op te trommelen?

Susskind: Daar blijft niets meer van over. Stel je voor, mijn man heeft op het dieptepunt van de Zesdaagse Oorlog, toen iedereen echt geloofde dat Israël van de kaart zou worden geveegd, een betoging georganiseerd. Desnoods loop ik in mijn dooie eentje met een bord door Brussel, zei hij. Maar de straten zagen zwart van het volk, de voltallige Belgische regering liep mee. Die sympathie is intussen helemaal van kamp veranderd. Maar ja, wat is er voorbije decennia ook niet allemaal gebeurd? We hebben twee intifada’s meegemaakt, momenteel woedt al de vijfde Gaza-oorlog met een afgrijselijke dodentol. Met iedere Gaza-crisis zag je de publieke opinie in Europa verschuiven. Er waren in die lange periode ook momenten van hoop: Camp David, Oslo. Helaas werden alle vredeskansen verknald.

‘Ik ben er zeker van: straks ont­waken de Israëli’s uit hun collectieve verdoving en dan volgt de af­rekening met de politieke leiders.’ © DEBBY TERMONIA

Het bloedvergieten was nooit erger dan tijdens deze Gaza-oorlog. Is de hoop op vrede definitief vervlogen?

Susskind: Nee. Ik vecht al mijn hele leven voor vrede in het Midden-Oosten, en nog nooit heb ik zo’n gevoel van urgentie ervaren. Dit is niet het moment om de moed te laten zakken. Hoe vreselijk ook de situatie in Gaza en hoe rampzalig ook de politieke toestand in Israël, toch ben ik optimistisch. Deze crisis biedt ook kansen.

Heus?

Susskind: Ik was in februari in Israël en op de Westelijke Jordaanoever, op bezoek bij vrienden en middenveldorganisaties waarvan ik sommige al decennialang steun. Kijk, puur politiek gezien stelt het linkse vredeskamp in Israël weinig of niets meer voor. Maar wat we hier onderschatten, is de vitaliteit van de société civile. De oorlog in Gaza heeft voor een stroomstoot gezorgd, het middenveld bruist van de energie. Ik was in Haifa op een congres van Standing Together, een grassrootsorganisatie waaraan Israëli’s en Palestijnen als gelijken participeren.

Er waren wel duizend aanwezigen, hoofdzakelijk jonge mensen die door elkaar Hebreeuws en Arabisch spraken. Er werden videoboodschappen van de Amerikaanse Democratische kopstukken Bernie Sanders en Alexandria Ocasio-Cortez getoond. De sfeer was fantastisch, er hing hoop in de lucht. Standing Together is overigens geen praatbarak. Vrijwilligers trekken naar de grens met Gaza om te beletten dat kolonisten hulpkonvooien blokkeren. Tijdens Jeruzalemdag begin juni vormden ze een menselijk schild om Palestijnse winkeliers te beschermen tegen de agressie van extremistische Joden.

‘7 oktober is nog niet verwerkt, de meeste Israëli’s zijn niet in staat om te zien wat er in Gaza gebeurt, er is alleen empathie voor de gijzelaars.’

Intussen gaat de massaslachting in Gaza onverminderd voort, net zoals de agressie van extreemrechtse kolonisten op de Westelijke Jordaanoever die sinds 7 oktober al aan meer dan 500 Palestijnen het leven kostte. Boven de grens met Libanon vliegen de raketten heen en weer en groeit het risico op een regionaal conflict tussen Israël en de Hezbollah. Waar bespeurt u in dat sombere plaatje de hoop?

Susskind: Het is een cliché, maar tijdens een crisis moet je langs de bodem scheren voor het weer bergop gaat. Israël zit op een absoluut dieptepunt. 7 oktober is nog niet verwerkt in de publieke opinie, de meeste Israëli’s zijn zelfs niet in staat om te zien wat er in Gaza gebeurt, er is alleen empathie voor de gijzelaars en hun familie. Maar ik ben er zeker van: straks zullen ze uit hun collectieve verdoving ontwaken en dan volgt de afrekening met de politieke leiders die verantwoordelijk zijn voor dit fiasco. En het zal niet stoppen bij Netanyahu, ook al heeft hij meer boter op zijn hoofd dan wie ook. De hele Knesset gaat op de schop, er komt een paradigmaverschuiving in de Israëlische politiek. Alleen voor de Israëlisch-Arabische partijen zie ik nog een rol weggelegd, omdat zij in staat zijn de kloof tussen de twee gemeenschappen te overbruggen.

Waarom afzetting van Netanyahu in Israël niet zonder gevaar zou zijn

U ziet de huidige Gaza-crisis als catharsis die de weg vrijmaakt naar een betere, vredevolle toekomst?

Susskind: Jazeker! De vraag van 10 miljoen is natuurlijk: hoe ziet die toekomst eruit? Er is geen simpel antwoord, maar één ding weet ik wel zeker: de weg naar die toekomst leidt langs de erkenning van de Nakba (of ‘Catastrofe’, de verdrijving van meer dan 700.000 Palestijnen na de oprichting van de staat Israël in 1948, nvdr) en van de Israëlische verantwoordelijkheid daarin. Zolang Israël het leed niet onder ogen ziet dat de Palestijnen in 1948 werd aangedaan, is vreedzaam samenleven onmogelijk en zal de cyclus van periodieke oorlogen blijven doorgaan.

‘Voor Israël en Palestina is België een goed voorbeeld van hoe je creatief kunt omspringen met complexe samenlevingsvormen.’

Hoe ziet u zelf die toekomst?

Susskind: Twee staten binnen de grenzen van 1967. Belangrijke nuance: dat worden open grenzen die vrij verkeer toelaten, zoals tussen België en Frankrijk. Kolonisten op de Westelijke Jordaanoever mogen blijven als ze dat wensen. Ze behouden zelfs de Israëlische nationaliteit, maar moeten aanvaarden dat ze in Palestina wonen. Omgekeerd kunnen Palestijnse vluchtelingen terugkeren, ook naar Israël, waar ze zich als Palestijnse burgers mogen vestigen. Jeruzalem wordt de gedeelde hoofdstad waar bevoegdheden zoals veiligheid, milieu en waterbeheer gezamenlijk worden uitgeoefend. Een confederaal systeem in feite.

© DEBBY TERMONIA

Vond u inspiratie in de Belgische staatsstructuur?

Susskind: (lacht) Inderdaad, dit land is een goed voorbeeld van hoe je creatief kunt omspringen met complexe samenlevingsvormen. Vorig jaar heb ik met mijn organisatie Actions in the Mediterranean (AIM) een groep Brusselse leerkrachten begeleid op een kennismakingsreis in Israël en Palestina. Caroline Désir (PS-minister van Onderwijs in de Federatie Wallonië-Brussel, nvdr) was mee, en aan het einde kwam ook PS-voorzitter Paul Magnette erbij. Ik heb toen voor hem in Jeruzalem een keynotespeech geregeld, voor een gemengd Israëlisch-Palestijns publiek. Paul heeft daar gepassioneerd over het Belgische model en de Europese instellingen staan vertellen, het publiek hing aan zijn lippen. Hij voelt zich erg betrokken bij de Israëlisch-Palestijnse kwestie, net zoals Caroline Gennez (Vooruit-minister van Ontwikkelingssamenwerking, nvdr), die ik erg waardeer en met wie ik vaak heb samengewerkt.

AIM is uw troetelproject. De voorbije jaren heeft AIM vooral inleefreizen met Brusselse scholieren georganiseerd. Wat is de bedoeling?

Susskind: De situatie in het Midden-Oosten leeft bij onze jongeren, dat blijkt nog maar eens tijdens deze Gaza-crisis. Maar onze jongeren weten helemaal niets over de complexiteit van het conflict. Op school leren ze er niets over, de geschiedenis van het Midden-Oosten staat in geen enkel leerplan. Met AIM proberen we hen te doen inzien hoe complex de situatie is, door af te rekenen met de binaire visie waarin het Midden-Oosten het toneel is van een strijd tussen goed en kwaad.

‘Na mijn colloquium over de instrumentalisering van antisemitisme om kritiek op Israël te muilkorven, wilde mijn zoon me niet meer zien.’

We doen dat grondig, de leerlingen doorlopen een voortraject met educatieve uitstappen, geschiedenislessen en lezingen over thema’s zoals antisemitisme, islamofobie, racisme en mensenrechten. De eigenlijke reis duurt een hele week. Ze krijgen een rondleiding in Yad Vashem, het herdenkingsmonument van de Holocaust in Jeruzalem. Maar ze brengen ook een bezoek aan een vluchtelingenkamp op de Westelijke Jordaanoever. Er zijn ontmoetingen met Joodse en Palestijnse scholieren, we gaan langs bij organisaties zoals Breaking the Silence. En dan luisteren we naar slachtoffers van beide kanten die uit hun persoonlijk verlies het engagement hebben gepuurd om samen voor vrede te ijveren.

Na afloop mogen de jongeren zich ‘ambassadeurs van de nuance’ noemen, ze krijgen zelfs een diploma. Dat is meer dan symboliek, de bedoeling is dat ze hun genuanceerde visie op school en in hun omgeving uitdragen. Want in feite ligt het werkterrein niet in het Midden-Oosten, het gaat voor ons over het samenleven in Brussel. We rekruteren in heel verschillende scholen, van een lyceum met kinderen van geprivilegieerde ouders tot een beroepsschool in een kansarme wijk. We slaan dus niet alleen bruggen tussen gemeenschappen, maar ook tussen sociale klassen die elkaar anders nooit zouden ontmoeten. De vorige keer zijn we met 45 jongeren vertrokken, meer dan de helft waren moslims.

U hebt ondertussen een leeftijd bereikt waarop de meeste Belgen al lang van hun pensioen genieten. Snakt u nooit naar rust?

Susskind: Help nee, ik zou me doodvervelen. Terrasje doen, concertje meepikken, ik vind dat allemaal wel leuk, maar ik heb meer dan ooit het gevoel dat er geen tijd te verliezen valt. We maken een scharniermoment mee. Er hangt verandering in de lucht, en ik wil mijn steentje bijdragen. Ik betaal daar een prijs voor, want niet iedereen waardeert mijn inzet voor Palestijnse rechten. De CCLJ, waarvan ik nota bene zelf jarenlang voorzitter was, valt me vilein aan. Ze laten doorschemeren dat mijn engagement opportunistisch is, en dat ik alleen maar geld wil vinden om mijn reizen te financieren. Walgelijk. Ik heb trouwens grote problemen met een club die de hele tijd over antisemitisme jammert maar in alle talen zwijgt over wat er in Gaza gebeurt.

Het is deze keer echt heftig. Kort na 7 oktober heb ik aan de ULB een colloquium georganiseerd over de instrumentalisering van antisemitisme om kritiek op Israël te muilkorven. Een dag later liet mijn zoon, die in Londen woont, me weten dat hij me niet meer wilde zien.

Waarom?

Susskind: Hij had opgevangen dat ik alleen de Israëlische bombardementen op Gaza veroordeelde terwijl ik met geen woord repte over 7 oktober. Een misverstand, ik heb er nooit enige twijfel over laten bestaan dat de operatie van Hamas een onvergeeflijke terreurdaad is. Je moet weten dat mijn zoon al heel vroeg heeft besloten zich niet met politiek in te laten, wellicht een manier om zich af te zetten tegen zijn ouders. (lacht) Ook niet onbelangrijk: zijn vrouw komt uit een familie van rechtse zionisten.

Onze gemeenschap in Brussel is erg klein. Dat versterkt de angst en helaas ook de ergerlijke gewoonte om kritiek op Israël gelijk te stellen met antisemitisme.’

Maar het is goed gekomen hoor, ik heb een maand geleden nog gespeecht op de bar mitswa van zijn tweede kind. Ik moest vooraf wel beloven dat ik het vooral niet over politiek zou hebben. Daar heb ik me braafjes aan gehouden, maar ik heb wel over de waarden van het judaïsme gesproken. Eigenlijk is dat ook politiek. (lacht) Binnenkort ga ik naar een bar mitswa bij mijn dochter, die dezelfde voorwaarden heeft gesteld. Gelukkig zijn Joodse waarden een rijk thema.

Er leeft veel ongerustheid over het toenemende antisemitisme, ook in Brussel. Merkt u daar wat van?

Susskind: Elke crisis in Israël en Palestina gaat gepaard met een opstoot van antisemitisme, helaas met blijvende effecten. Pakweg vijftien jaar geleden waren in sommige Brusselse scholen tot een derde van de leerlingen Joods. Nu zit er geen enkele Jood meer, op een enkeling na die angstvallig zijn identiteit verstopt. Onze gemeenschap is erg klein, we zijn hoop en al met 17.000 in Brussel. Dat versterkt de angst en de neiging om je terug te plooien op jezelf, en helaas ook de ergerlijke gewoonte om kritiek op Israël gelijk te stellen met antisemitisme. Het zou juist gezond zijn mocht er vanuit de Joodse gemeenschap kritischer naar Israël worden gekeken.

O ja, hoe hebt u het er tijdens de Brusselse verkiezingen van afgebracht?

Susskind: 2000 voorkeurstemmen, ik ben daar best tevreden mee. Dat daar veel Brusselse moslims tussen zitten, maakt me extra blij.

Bio Simone Susskind

Geboren in Elsene, in 1947.

Studeert sociologie aan de ULB.

1968: Leert haar man David Susskind kennen.

1970-1996: Actief bij Centre Communautaire Laïque Juif, tien jaar als voorzitter.

1995: Richt Actions in the Mediterranean (AIM) op.

2012: Krijgt titel van barones als erkenning voor haar onvermoeibare vredesengagement.

2014: Verkozen voor de PS in het Brussels Parlement. Wordt in 2017 gecoöpteerd als senator.

Partner Content