Shadowbanning van pro-Palestijnse berichten op sociale media: ‘Een puur commerciële ingreep’
Steeds meer mensen merken dat hun pro-Palestijnse berichten op Instagram een aanzienlijk minder groot bereik krijgen. ‘Maar dat betekent niet dat socialemediabedrijven kleur bekennen’, zegt computerwetenschapper Jeroen Baert. Wat is er aan de hand?
‘Dit is censuur’, klinkt het. ‘We worden monddood gemaakt.’ Heel wat Instagramgebruikers – van auteur Elisabeth Lucie Baeten tot model Bella Hadid en bekroonde journaliste Azmat Khan – zagen hun bereik op het platform kelderen nadat ze de afgelopen week pro-Palestijnse berichten deelden. Mengt moederbedrijf Meta zich daarmee in het geopolitieke debat? ‘Dat is een naïeve gedachte’, zegt Baert. ‘Meta is een commercieel bedrijf dat er vooral alles aan doet om zijn gebruikers zo lang mogelijk op het platform te houden en hen zo veel mogelijk advertenties te tonen.’
Voor een juist begrip: wat is shadowbanning precies?
Jeroen Baert: Het is een term die in de jaren 1990 ontstaan is op online fora. Wie zich daar misdroeg, kreeg te maken met shadowbanning: terwijl die persoon zich van geen kwaad bewust was, werd al diens content verborgen voor andere gebruikers. Vandaag wordt de term gebruikt om gelijkaardige processen te benoemen, al is de context door de komst van de sociale media wel veranderd.
Een steeds grotere groep mensen klaagt over een opvallende duik in hun bereik wanneer ze op Instagram pro-Palestijnse berichten delen. Valt zoiets te bewijzen?
Baert: Dat is moeilijk. We horen nu vooral anekdotisch bewijs en socialemediabedrijven geven slechts beperkt inzage in de statistieken die nodig zijn om zoiets hard te maken.
Bovendien mogen dergelijke bedrijven met je content doen wat ze willen. Op het moment dat je een account aanmaakt en instemt met de gebruiksvoorwaarden, draag je alle rechten van wat er met je content gebeurt aan hen over.
Meta gaf in een blogbericht te kennen dat ze niet opzettelijk stemmen onderdrukken, en dat de dip in bereik te maken had met een tijdelijke bug. Hoe geloofwaardig is zo’n statement?
Baert: Dat lijkt me vooral goede PR.
Maar wat er gezegd mag worden op sociale media, dat bepalen de bedrijven dus wel zelf?
Baert: Klopt. Heel wat mensen beschouwen de grote socialemediaplatformen nog altijd als een publiek forum waarop alles zomaar gedeeld moet kunnen worden. Wat zij uit het oog verliezen, is dat hun content dient om anderen zo lang mogelijk op het platform te houden, zodat er meer advertenties getoond kunnen worden. En omdat adverteerders niet willen dat hun boodschappen naast pakweg racistische uitlatingen getoond worden, grijpen socialemediabedrijven in op specifieke inhoud. Dat is dus een puur commerciële ingreep.
In dat opzicht is Instagram zoals een shoppingcentrum. Als ik daar een poster wil ophangen met een extreem racistisch opschrift, zullen ze ook zeggen dat zoiets niet in hun etalage hoort, omdat ze geen klanten wil verjagen. Op dezelfde manier kan de content van een journalist, wanneer die bijvoorbeeld beelden deelt van gruwelijk verminkte kinderen, gedempt worden omdat dat ervoor zorgt dat mensen minder tijd doorbrengen op het platform.
Elon Musk wil met X, het voormalige Twitter, net wel een platform voor vrije meningsuiting bouwen. Allen daarheen?
Baert: Ook Musk, zelfverklaard voorvechter van de absolute vrijheid van meningsuiting, botst met X tegen de limieten. Zo werd hij door de Europese Unie al op de vingers getikt omdat zijn platform niet voldoet aan de nieuwe digitale wetgeving.
In de begindagen van het internet hebben we platformen zonder moderatie een kans gegeven. Daaruit hebben we geleerd dat zoiets altijd uitmondt in fora als 4chan (waar anoniem extremistische ideeën uitgewisseld worden) of Kiwi Farms (waar aangezet wordt tot intimidatie en stalking van bepaalde gemeenschappen, wat al meerdere mensen tot suïcide dreef, nvdr).
Omdat adverteerders hun boodschappen niet tussen aangebrande content willen zien staan, kan je geen gratis platform uitbaten waar ook complete vrijheid van meningsuiting geldt. Musks beslissing om twee nieuwe betalende abonnementsvormen voor X aan te bieden valt wellicht in dat licht te interpreteren: een goedkopere variant waarbij gebruikers advertenties te zien krijgen en een duurdere versie zonder reclame.
Uiteindelijk bepaalt de eigenaar van het platform, de persoon die de rekeningen betaalt, wat er op dat platform komt. Als mensen meer zeggenschap willen over welke content er van hen online blijft staan, zullen ze moeten betalen voor een platform, of het zelf hosten.
Kort na de aanval van Hamas lanceerde de Israëlische overheid een boodschap via YouTube. Dat kan dan wel?
Baert: Ik geloof dat de Israëlische overheid, en vooral de Israel Defense Forces, een geoliede PR-machine heeft en slim genoeg is om net binnen de lijntjes van de regels te kleuren.
(Lees verder onder de video)
Steeds meer mensen informeren zich over de actualiteit via sociale media. Kan shadowbanning dan gevolgen hebben in de fysieke wereld?
Baert: Zeker. Een shoppingcentrum is natuurlijk niet de plek om nieuws te halen.
Klokkenluider Frances Haugen bracht bijvoorbeeld aan het licht hoe aanpassingen aan het algoritme van Facebook ervoor zorgden dat mensen vaker polariserende content te zien kregen, omdat dat hen langer op het platform zou houden. Verschillende politieke fracties binnen de Europese Unie merkten toen onder het kiespubliek ook een verschuiving naar een rechtser, harder beleid.
Shadowbanning en de manier waarop berichten verspreid worden, hebben dus zeker gevolgen voor ons sociale weefsel. En die zijn zelden positief.
De Digital Services Act, die sinds eind augustus van kracht is in de EU, verplicht platformen toch om transparant te zijn over de sancties die ze opleggen aan hun gebruikers?
Baert: Het is maar de vraag of Europa dat hard kan maken. Ze lijken alvast sterke taal te spreken tegenover Meta en X, maar voorlopig blijft het bij waarschuwingen en dreigementen. Ik ben benieuwd of er ook effectief boetes van zullen komen.
Israëlisch-Palestijns conflict
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier