Schandaalboek over Trump: ‘Ik zei wat nodig was om het verhaal te krijgen’
Het boek Fire and Fury van Michael Wolff over Donald Trump en diens Witte Huis vliegt de winkels uit. Niet alleen de inhoud is controversieel.
Eigenlijk zou Fire and Fury pas dinsdag verschijnen, maar toen een advocaat namens president Donald Trump aanstalten maakte om de publicatie tegen de houden, vervroegde de uitgever Henry Holt & Co de publicatiedatum naar vrijdag.
Wat hij vond van het juridisch dreigement van de president, vroeg NBC aan auteur Michael Wolff op de dag van de vervroegde publicatie.
‘Waar stuur ik de doos met pralines?’ ginnegapte hij.
Want dat is inderdaad de paradox: het boek, dat Trump verguist, zou veel minder gelezen en verkocht worden als het doelwit niet zo fel en volhardend had gereageerd. Wolff haalde die presidentiële reactie in het gesprek met NBC aan als een bewijs voor de kernstelling van het boek: dat de president zich ‘als een kind’ gedraagt, dat bij hem alles draait om zijn persoontje en om ‘onmiddellijke bevrediging’. Of nog: Trump is als ‘een bal in een flipperkast’.
Michael Wolff (64) is geen klassiek journalist, zoals bijvoorbeeld Bob Woodward van The Washington Post dat in het extreme wel is. Als Woodward een boek publiceert over een president – en hij werkt momenteel aan een opus over Trump – dan weet je als lezer dat elk toegeschreven citaat in een notaboek of op tape staat en gedateerd is. Op uitgeschreven citaten wordt zelfs geen eindredactie toegepast zonder dat wordt aangeduid waar en hoe. Idealiter is de context van het citaat duidelijk. Wat off the record is, blijft dat ook.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Niets van dat alles bij Wolff. Hij creëert scenes eerder dan hij die scenes beschrijft, noteerde Michelle Cottle, die in 2003 voor The New Republic een portret over Wolff schreef.
Hij wil geen traditioneel journalist zijn, maar heeft de ambitie om als een vlieg ongemerkt te observeren en te interpreteren. Hij geeft zijn versie van de feiten, zegt Cottle, en wat hij vindt van die feiten.
Wolff wil geen traditioneel journalist zijn.
‘Hij is geen fijne kerel.’ Zo vatte columniste Kirsten Powers het op CNN samen. Ze bedoelt: hij heeft kort na de kiesoverwinning van Trump in artikels en televisieoptredens andere journalisten bekritiseerd die volgens hem te negatief over de nieuwe president berichtten. Hij belasterde sommige van die journalisten. Hij had het meer in het algemeen over de ‘existentiële wanhoop’ van de pers die niet wist hoe ze met het fenomeen Trump moest omgaan. Hij gaf Trump grotendeels gelijk in zijn kritiek op het ‘fake news’ in de pers.
Hijzelf publiceerde een onkritisch tot bejubelend zij het informatief gesprek met Trumps toenmalige topmedewerker Steve Bannon in Hollywood Reporter.
Stroop en azijn
Dat alles effende het pad naar het Witte Huis, waar Wolff niet echt een uitnodiging kreeg, maar ‘ook niet echt werd buitengezet’. Bannon gaf hem geregeld een pasje, maar ook anderen gaven hem toegang. Hij had niet zomaar een pasje van een Witte Huis-correspondent, maar een pas met brede toegang. Zo verwierf hij naar eigen zeggen ‘een semi-permanente plaats op een sofa’ in het Witte Huis, waar hij urenlang kon toekijken, afluisteren, en mensen kon aanspreken.
Hij nam naar eigen zeggen 200 interviews af, onder meer met de president (die dit ontkent). Veel van wat off the record was, heeft Wolff blijkbaar toch met naam en toenaam gebruikt.
In de prille maanden was het Witte Huis van Trump blijkbaar zodanig chaotisch dat niemand nakeek hoe verpletterend de journalist op de sofa wel kon uithalen. Eerder schreef Wolff een vernietigend boek over mediamogol Rupert Murdoch – dat had men kunnen en moeten weten. Volgens Wolff heeft Trump daarnaast ook een idolate bewondering voor Murdoch.
Was die eerdere kritiek op journalisten voor Wolff een manier om de Trumpploeg stroop om de mond te smeren?
‘Ik zei wat nodig was om het verhaal te krijgen’, verklaarde hij aan NBC.
Die eerdere kritiek op de pers zorgde ervoor dat veel journalisten het boek over Trump niet heel welwillend ontvingen.
En er is reden tot kritiek. De bronvermelding is dubieus. Wolff citeert mensen die hij niet zelf gesproken heeft (uit de tweede hand), en soms in lange passages. Er zitten ook onvermelde chronologische sprongen in het boek. In zijn inleiding geeft Wolff aan dat hij gesprekken die off the record waren toch soms met naam en toenaam citeert – omdat de gesprekspartner bij andere journalisten delen van het gesprek on the record heeft herhaald.
‘Steve Bannon zag het Trumpisme voor zijn ogen wegsmelten.’
Er zitten ook evidente fouten in het boek. Trump stelt in een door Wolff geciteerde conversatie dat hij gewezen speaker John Boehner niet kent, terwijl hij enkele keren met de man is gaan golfen.
Als iets fout is – en er is zeker iets fout – dan bestaat de kans dat veel fout is.
Wolff geeft in zijn boek ook aan dat in het Witte Huis veel tegenspraak in de relazen te horen is, en dat hij in dat geval bijwijlen slechts een van de verhaallijnen heeft gevolgd. De lijn die hem het beste leek.
Wat al bekend was, en wat niet
Maar zelfs journalisten die een jaar geleden door hem over de hekel werden gehaald, zoals Maggie Haberman van The New York Times, geven toe dat in het bredere plaatje veel wordt beschreven wat niet in tegenspraak is met wat ze zelf optekenen.
Het portret van Trump als iemand met de aandachtsspanne van een kind, is ook al eerder verschenen.
‘Geef Donald niet te veel om over na te denken’, was het advies dat de gewezen baas van Fox News, Roger Ailes, voor zijn overlijden aan een campagnemedewerker van zijn vriend Trump meegaf.
Onder meer Steve Bannon, schrijft Wolff, wist de woede-uitbarstingen van de president mettertijd te voorspellen en in te calculeren. Dat Trump geen boeken en geen dossiers leest, en liever zelf aan het woord is dan te luisteren naar anderen, wisten we ook al. Dat hij vaak de stellingen verkondigt van zijn laatste gesprekspartner, en dat zijn medewerkers proberen uit te maken met wie hij laatst getelefoneerd heeft om te weten voor welke voorstellen hij vatbaar zal zijn, is evenmin helemaal nieuw.
https://twitter.com/CBSNews/status/949876524085325825CBS Newshttps://twitter.com/CBSNews
Explosive #FireAndFury book tops best-seller lists, flies off bookstore shelves https://t.co/kcdqBvwLxb pic.twitter.com/NeUJt3BsZi
— CBS News (@CBSNews) January 7, 2018
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
550rich3153600000Twitterhttps://twitter.com1.0
Steve Bannon, die de politieke lijn van het Witte Huis moest uitzetten, werd soms horendol van de beginselonvastheid van Trump.
Meeting na kiesmeeting had Trump zich uitgesproken tegen militaire inmenging in het buitenland. Maar toen het regime van Assad een aanval met gifwapens liet uitvoeren, wist Ivanka Trump via een presentatie met foto’s van Syrische kinderen met het schuim op de mond haar vader op andere gedachten te brengen. Pa Trump was in de ban van de foto’s, schrijft Wolff, en Bannon ‘zag het Trumpisme voor zijn ogen wegsmelten’. Kort daarna liet de president een bombardement op Syrië uitvoeren.
Dat Donald Trump in de eerste weken van zijn presidentschap al om 18u30 in bed lag, daar zijn hamburgers at, naar drie tv-schermen keek die hij had laten installeren, en onderwijl met vrienden telefoneerde, was dan weer niet eerder gemeld. Maar is het relevant? (En klopt het?)
Dat de president al zijn medewerkers tegenover derden beschimpt, zelfs zijn eigen kinderen, en dat hij bij gesprekspartners voortdurend naar evaluaties van zijn medewerkers hengelt, dat hij erop rekent om gevleid te worden, maar vervolgens de vleiers bekijft, was volgens Haberman ook al bekend.
Dat die medewerkers, zelfs zijn kinderen, de president zelf beschimpen, is dan weer wel nieuw.
We weten sinds oktober dat minister van Buitenlandse Zaken Rex Tillerson Trump ‘a moron’ of zelfs ‘a fucking moron’ heeft genoemd (‘een verdomde randdebiel’).
Wolff geeft een hele lijst van scheldtermen die gehanteerd worden. ‘Voor Steve Mnuchin en Reince Priebus was hij een “idioot”, Voor Gary Cohn was hij “dumb as shit”. Voor H.R. McMaster was hij een “uilskuiken”.’
Al die figuren worden of werden (stafchef Priebus is intussen ontslagen) regelmatig opgetrommeld door Trump om publiekelijk en op een manier die tenen doet krullen zijn lof te zingen. Minister van Financiën Mnuchin heeft bijvoorbeeld al eens ‘de perfecte genen’ van de president bewierookt.
De geciteerde personen, en iedereen om de president, beweert Wolff, vindt dat Trump niet de mentale capaciteiten heeft voor de functie. Hij suggereert ook, met onder meer Bannon als bron, dat de capaciteiten van Trump verminderd zijn sinds hij president is, dat de president bijvoorbeeld bij bezoeken aan zijn club Mar-o-Lago soms oude vrienden niet herkend.
Dat onderdeel van het boek wordt door de tegenstanders van de president hoopvol geïnhaleerd. Volgens het 25ste amendement van de grondwet kan de regering de president afzetten als blijkt dat die niet meer in staat is zijn taken te vervullen. Bannon denkt, volgens Wolff, dat er een gerede kans is dat dit zal gebeuren.
Interessanter en aannemelijker is de stelling van Bannon dat zwartgeldaffaires van de familie Kushner Trump de das zouden kunnen omdoen. Trumps schoonzoon Jared Kushner heeft zware schulden aangegaan om een gebouw in Manhattan te kopen en hij zou boven water blijven met Russisch geld dat via Deutsche Bank witgewassen wordt. Ook de president zelf had (heeft?) transacties met Deutsche Bank, en special council Robert Mueller zou in het kader van het onderzoek naar Russische inmenging in de Amerikaanse politiek die geldstromen vandaag proberen bloot te leggen.
‘Geef me drie hoofdpunten’
Is het een goed boek?
Dat hangt ervan af hoe geloofwaardig je het vindt. In de mate dat het correcte informatie bevat, is het een ontluisterend boek. Neem bijvoorbeeld wat gewezen adjunct-stafchef Katie Walsh volgens Wolff beweert. Werken met Trump, zegt ze, ‘is als proberen uit te maken wat een kind wil’. En de besluiteloosheid en roerloosheid beperkt zich niet tot de president. Ze vroeg Jared Kushner naar de drie belangrijkste punten die het Witte Huis zou proberen te realiseren. Hij had geen antwoord, maar vond het een goede vraag.
Walsh betwist dat ze gezegd heeft wat Wolff haar in de mond legt. Wolff beweert dat hij opnames heeft.
De verhoudingen tussen de protagonisten, de manoeuvres om in de gunst te komen, en anderen uit de gunst te duwen – bij momenten doet het boek denken aan De Keizer van Ryszard Kapuscinski. Niet dat Trump Haile Selassie is, en niet dat Wolff Kapuscinski enigszins benadert, maar er zit veel slapstick in beide hofhoudingen.
Het boek is heel af en toe ook gewoonweg grappig. In augustus maakte de onvolprezen Anthony Scaramucci (alias The Mooch) even zijn opwachting als communicatieverantwoordelijke van de president. Hij overleefde slechts elf dagen, en wel omdat hij in beschonken toestand een journalist van The New Yorker belde en hem onderwierp aan een tirade, die door de journalist werd geregistreerd en gepubliceerd. Scaramucci deed onder meer volgende uitspraak: ‘Ik ben Steve Bannon niet. Ik probeer mijn eigen pik niet af te zuigen.’
Bannon, schrijft Wolff, ‘vernam dat het artikel eraan kwam toen hij door fact-checkers van het magazine werd gebeld’ en om commentaar werd gevraagd.
Indien niet waar, is de anekdote net als het hele boek goed gevonden. Niet meesterwerkachtig goed, maar onderhoudend en vlot leesbaar goed.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier