Jonathan Holslag
‘Sabotage is van alle tijden, maar het is hard ontwaken nu Rusland ons bestookt’
De Russen blijven ervan uitgaan dat een rijke, heterogene democratie kwetsbaar is.
In de onophoudelijke strijd tussen staten is wilskracht het belangrijkste wapen. Het ondermijnen van die wilskracht is bijgevolg een van de belangrijkste doelstellingen. Dat gebeurde ooit door de waterputten van de tegenpartij te vergiftigen, door ziektes te verspreiden, handelsroutes te blokkeren of door spionnen valselijke geruchten te laten spuien. Sabotage als poging om de wilskracht en de eenheid van opponenten te ondergraven is van alle tijden.
Toch blijft het hard ontwaken nu Rusland ons bestookt met sabotage. Deskundigen reppen zich met allerlei termen om het fenomeen te beschrijven, zoals hybride oorlog, grijzezoneoorlog, politiek-psychologische oorlog en oorlogvoering van de nieuwe generatie. Maar in wezen blijft het toch vooral sabotage. In een artikel van 2013 vatten twee officieren, S.A. Bugdanov en S.G. Chekinov, het doel samen in een lang essay: ‘De troepen en de bevolking van de tegenstander moreel en psychologisch onder druk zetten.’ In datzelfde jaar pakte generaal Valery Gerasimov uit met een soortgelijk pleidooi.
Tien jaar later, in april 2023, het tweede jaar van de oorlog in Oekraïne, vaardigde het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken een nota uit die het belang van sabotage opnieuw benadrukte. De tekst beschrijft hoe Rusland aankijkt tegen het Westen. ‘Washington en zijn bondgenoten oefenen politieke, financiële, economische, militaire, juridische, psychologische en andere vormen van druk uit op ons land. Ze willen daarmee onenigheid in de Russische staat zaaien en internationale partnerschappen ondermijnen.’
Als ze de Europese burger-consument bang genoeg maken, denken de Russen, dan zal die vanzelf wel de handdoek in de ring gooien.
Moskou formuleerde in die nota daarop het volgende antwoord, dat vooral een koekje van eigen deeg is: ‘Een allesomvattende indamming van onvriendelijke landen moet worden uitgevoerd via offensieve informatiecampagnes en andere gecoördineerde maatregelen in de militaire, politieke, economische, informatieve en psychologische sfeer.’
En dat gaat er dus stevig aan toe. Vrachtschepen die met hun ankers onderzeese kabels beschadigen, het jammen van de navigatiesystemen van vliegtuigen en schepen, het verstoren van spoorwegen, brandstichting in fabrieken, warenhuizen en pakjesvliegtuigen, minstens een moordpoging op het hoofd van een defensiebedrijf, het gebruik van massamigratie als drukmiddel, het sponsoren van extremistische partijen: al die feiten werden al toegeschreven aan Rusland.
In het Russische sabotageoffensief schuilen drie betrachtingen: het bemoeilijken van de militaire steun aan Oekraïne, het ondermijnen van het consumentenvertrouwen én het ondergraven van het vertrouwen in het politieke leiderschap en de nationale eenheid. De Russen blijven ervan uitgaan dat een rijke, heterogene democratie kwetsbaar is en dat als zij de Europese burger-consument bang genoeg kunnen maken, die uiteindelijk vanzelf wel de handdoek in de ring zal gooien.