Russische wetenschappers hekelen aanpak van olieramp Zwarte Zee

Vrijwilligers pakken de olie aan op het strand, 22 december 2024.

Russische wetenschappers hebben woensdag kritiek geuit op de manier waarop de Russische autoriteiten de schade door de olievlek in de Zwarte Zee aanpakken. De ingezette vrijwilligers beschikken niet over het juiste materiaal, zo stellen ze.

Op 15 december waren twee Russische olietankers, de Volgoneft-212 en de Volgoneft-239, vergaan tijdens een storm in de buurt van het Oekraïense Krim-schiereiland, dat in 2014 illegaal geannexeerd werd door Moskou. De schepen zouden meer dan 9.000 ton olie aan boord hebben gehad, zowat 40 procent daarvan zou in zee zijn gelekt. Rusland heeft duizenden vrijwilligers gemobiliseerd om de met olie besmeurde stranden in het zuidwesten van het land op te kuisen.  

Maar Russische wetenschappers stellen nu dat zij niet over de geschikte uitrusting beschikken. “Er zijn geen bulldozers ter plaatse, geen vrachtwagens en zo goed als geen technische apparatuur”, zegt hydroloog Viktor Danilov-Danilian, van de Russische Academie van Wetenschappen, op een persconferentie. 

De vrijwilligers kunnen enkel gebruik maken “van schoppen en nutteloze plastic zakken, die breken”, zo klinkt het nog. “Terwijl we wachten tot deze zakken eindelijk worden opgehaald, komt er een storm en belanden ze weer in zee. Het is onvoorstelbaar.”

Kritiek op de autoriteiten is uiterst zeldzaam in het Rusland van president Vladimir Poetin. Sergej Ostakh, professor aan de Russische Academie voor Natuurwetenschappen, waarschuwt op dezelfde persconferentie dat de vervuiling binnenkort ook de Krim zal bereiken. “We moeten ons geen illusies maken dat de Krim schoon zal blijven”, zegt hij. De professor roept de Russische overheid op tot “dringende actie”.

Partner Content