De 20.000 mijlen onder zee van Jules Verne zijn nog niet in zicht, maar de strijd om de macht krijgt een nieuwe dimensie’, schrijft Jonathan Holslag, hoogleraar aan de VUB.
Vorige maand werd in alle stilte een symbolische kaap gerond: van een vijfde van alle oceanen is nu de bodem in kaart gebracht. Beetje bij beetje opent zich een nieuwe sfeer waarin de mens zijn intrede doet. Werd de voorbije eeuwen vooral gestreden om de overmacht op het water, dan komt daar nu een nieuwe dimensie bij, namelijk de strijd onder water. Die competitie gaat zoals steeds om welvaart en om veiligheid.
Een van de belangrijkste drijfveren voor het verkennen van de dieptes van de oceanen betreft de vraag naar kostbare metalen. De groene economie, met haar elektrische auto’s en windturbines, leidt tot een enorme behoefte aan grondstoffen zoals kobalt en nikkel. Er wordt gewerkt aan alternatieven voor kobalt, maar de wereldwijde vraag naar het mineraal zal groeien van 100.000 ton vandaag naar 300.000 ton in 2030. Het gebruik van nikkel zal klimmen van pakweg 200.000 ton naar 1,2 miljoen ton.
Dat zal de prijzen opnieuw opwaarts stuwen en de ontginning van dergelijke grondstoffen in de dieptes van oceanen lonender maken. China leidt de wedloop om de ontginning van mineralen in de oceanen met vijf grote projecten. Minmetals heeft ongeveer 1,2 miljard dollar veil om de ontginning van oceaanmetaal op gang te trekken. India probeert te volgen met tests tot zes kilometer diep, maar heeft zoals vaak onvoldoende budget. Een aantal Europese bedrijven staat technologisch bijzonder ver, maar zonder een visie op het niveau van de overheid krijgen ze het moeilijk. Europa wil een groene economie, maar beraadt zich onvoldoende over de grondstoffen.
Russische en Amerikaanse inlichtingendiensten luisteren nu al de onderzeese kabels af.
Het gaat verder. China en Japan zijn in de diepzee op zoek naar brandbaar ijs. China, Japan en de Verenigde Staten speuren naar mogelijkheden om elektriciteit op te wekken door gebruik te maken van de temperatuurverschillen in de verschillende dieptes van de oceaan. OTEC, heet die aanpak. Vooral de Stille Oceaan heeft een gigantisch potentieel. Ze zou de grootste batterij ter wereld kunnen worden als de technologie ooit op grote schaal wordt toegepast. Het zeeleven in de duistere dieptes trekt de aandacht van farmaceutische en chemische bedrijven. Hun uitzonderlijke vermogen om in duistere, toxische omstandigheden te overleven zou leerzaam kunnen zijn op het vlak van de biotechnologie.
In de nieuwe economie neemt het belang van dataverkeer toe. Satellieten en draadloze communicatie kunnen maar een klein deel van het datavolume verwerken. Kabels op de bodem van de oceaan zijn cruciaal. De voorbije decennia hebben Amerikaanse multinationals zoals Google en Facebook geïnvesteerd in nieuwe transoceanische verbindingen. Zij controleren nu ongeveer 11 procent van alle maritieme kabels. Ze rivaliseren vooral met Chinese firma’s. De Chinese overheid wil immers onafhankelijk kunnen opereren en steunt bedrijven als Huawei om de digitale zijderoute uit te rollen in de diepe wateren. Europa is technologisch best sterk, maar mist alweer een strategie.
Waar informatie wordt doorgespeeld, bestaat er een kans om informatie te ontfutselen. Edward Snowden onthulde hoe de Amerikaanse inlichtingendiensten met kleine onderzeeboten, SCARABs, afluisterapparatuur plaatsten op die onderzeese kabels. De Russen zijn daar ook mee bezig. Hun spionageschip Yantar houdt zich voortdurend op boven onderzeese kabels. In 2019 brak brand uit op een kleine Russische onderzeeboot, de Losharik. De drukhuid van die boot bestaat uit enkele sferen van titanium, zodat hij kilometers diep kan duiken, tot bij de kabels.
En dat brengt ons bij het militaire belang van de oceanen. Zij zijn ook een schuilplaats voor onderzeeboten met kernraketten. Traditioneel hebben de Amerikanen hier het overwicht, maar hun aantal nucleaire onderzeeboten slinkt, terwijl Rusland en China hun vloot uitbreiden. Tegen 2030 zullen de VS zo’n 55 nucleaire onderzeeboten in de vaart hebben, Rusland 25, China 40, en Europa – Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk – 20.
Dat verklaart meteen waarom Washington, Peking en Moskou zwaar inzetten op het vermogen om elkaars onderzeeboten in de diepe oceanen op te sporen. Het Pentagon werkt bijvoorbeeld aan onderzeesatellieten, subulites, die vijandige tuigen kunnen detecteren. In de toekomst zullen er onbemande wapensystemen in de oceanen worden geplaatst, die geactiveerd worden in oorlogstijd. De 20.000 mijlen onder zee van Jules Verne zijn nog niet in zicht, maar de strijd om de macht krijgt een nieuwe dimensie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier