Russisch verzet tegen de oorlog: Jegor Balasejkin (17) betaalde zijn protest met zes jaar cel

Jegor Balasejkin gooide een molotovcocktail naar een rekruteringsgebouw, en werd tot zes jaar gevangenis veroordeeld voor terrorisme. © Andrey Bok

In Rusland accepteren de meeste mensen de oorlog tegen Oekraïne. Maar niet de 17-jarige Jegor Balasejkin. Het kostte hem een jarenlange verhuis naar een strafkolonie. ‘Hebben jullie deze oorlog nog nodig?’

Ik zal het gezicht van Jegor Balasejkin waarschijnlijk nooit vergeten. Net als de manier waarop de 17-jarige eind november kalm in de glazen kooi van de rechtszaal in Sint-Petersburg stond, bewaakt door 15 gemaskerde politieagenten. Hij had een verlegen glimlach om zijn lippen, zelfs toen de rechter het vonnis tegen hem bekendmaakte: zes jaar gevangenisstraf voor twee pogingen tot een terroristische aanslag. Het is een hard oordeel voor een jongen die geen andere keuze had dan met een molotovcocktail te protesteren tegen de oorlog in Oekraïne.

De Russische staat bestempelde de minderjarige al snel als terrorist. Hij had ook veroordeeld kunnen worden voor schade aan eigendommen. Op de avond van 28 februari 2023 was Jegor er niet in geslaagd om met de molotovcocktail een militair gebouw in brand te steken in Kirovsk, op een uur rijden van Sint-Petersburg. De vlammen waren snel gedoofd, er waren alleen dieselvlekken en gebroken glas achtergebleven.

Wanhoopsdaad

Om de achtergrond van zijn misdaad beter te begrijpen, sprak ik lange tijd met Tatjana en Daniel, Jegors ouders. Ik kon in de kamer van hun zoon kijken en brieven lezen die hij in voorlopige hechtenis had geschreven. Het waren moeilijke gesprekken. De moeder huilde af en toe, zocht naar woorden en hoopte tot het bittere einde op gerechtigheid voor haar kind.

Het verhaal van Jegor belichaamt de toestand van Rusland na meer dan 22 maanden oorlog.

Er is de wanhoop van een schooljongen met uitstekende resultaten die wilde weten waarom de oorlog gevoerd moest worden. Die maandenlang op internet had gelezen over alle doden. Die zijn oom moest begraven, die als vrijwilliger tegen Oekraïne had gevochten. Een jongen die, nadat er duizenden tegenstanders van de oorlog waren gearresteerd, niet meer geloofde in vreedzaam protest. En uiteindelijk een fles diesel in brand stak en naar een gebouw gooide van waaruit mannen naar de oorlog worden gestuurd.

Geen advocaat

De geschokte ouders waren lange tijd apolitiek. Ze begonnen zich pas te realiseren in wat voor repressieve staat ze leefden toen hun zoon gevangen werd gezet. Ze kunnen nauwelijks iets betekenen voor hun zoon en toch doen ze alles wat ze kunnen: ze praten met de gevangenisautoriteiten en regelen advocaten, eten, medicijnen en boeken voor Jegor.

De openbare aanklager beschuldigde Jegor ervan zijn gesneuvelde oom te hebben verraden.

En dan is er nog de staat, die genadeloos is jegens tegenstanders van de oorlog, minderjarig of niet. Onderzoekers ondervroegen Jegor urenlang zonder dat er een advocaat of een ouder aanwezig was. De openbare aanklager beschuldigde Jegor ervan zijn oom te hebben verraden en zijn eigen land een mes in de rug te hebben gestoken. De drie rechters verwierpen alle moties van de verdediging, inclusief het verzoek om rekening te houden met Jegors chronische leverziekte.

De vraag rijst waarom de meeste Russen deze oorlog zo kritiekloos accepteren. Dat is precies ook waar Jegor aan dacht. Als er iets was waar hij schuldig aan was, dan was het wel onverschilligheid, zei hij in zijn ‘laatste woorden’ in de rechtszaal, de laatste kans voor een beklaagde om zich nog eens uit te spreken. Aan het begin van de oorlog, zei hij, had het hem niets kunnen schelen, ‘en dat is erger dan de oorlog steunen’. Hij vroeg iedereen die van hem hield en hem respecteerde om zichzelf de vraag te stellen: ‘Hebben jullie deze oorlog nog nodig?’

Strafkolonie

Jegor wist van bij het begin dat hij voor meerdere jaren opgesloten zou worden, zegt zijn moeder Tatjana. Hij heeft zijn ouders altijd gezegd niet te hopen op clementie. Haar zoon is uitgeput na maanden in voorlopige hechtenis, zegt ze aan de telefoon. Ik vraag geregeld hoe het met hen drieën gaat. Tatjana klinkt ook moe.

De ouders moeten telkens weken wachten op toestemming om Jegor te bezoeken. Veel kan hun zoon niet doen in de gevangenis. Hij heeft altijd veel gelezen maar krijgt nu geen boeken meer, zegt zijn moeder. Daarom doet hij meermaals per dag oefeningen: hij rent, tilt gewichten en doet sit-ups, press-ups en pull-ups om fit te blijven voor de lange straf die hem wacht.

Over een paar weken wordt Jegor overgeplaatst, waarschijnlijk naar een strafkolonie in het noordoosten, honderden kilometers van huis. Ik denk vaak aan hem, aan zijn standvastigheid op 17-jarige leeftijd.

In een recente brief aan zijn ouders schreef hij: ‘Iemand die weet waarvoor, kan alles verdragen.’

Door Christina Hebel / copyright Der Spiegel

Partner Content