Rusland en Iran hebben informatie verkregen over Amerikaanse kieslijsten
Rusland en Iran hebben de hand kunnen leggen op gegevens van honderden Amerikaanse kiezers en hebben het verloop van de verkiezingen proberen te beïnvloeden. Dat zeggen de Amerikaanse inlichtingendiensten.
Iran zou e-mails gestuurd hebben om de kiezers te intimideren, om sociale spanningen te creëren en om de reputatie van president Donald Trump te schaden, zei het hoofd van de inlichtingendiensten John Ratcliffe tijdens een persconferentie. En ook Rusland zou informatie ingewonnen hebben. ‘Deze data kan gebruikt worden door buitenlandse spelers om valse informatie door te geven aan geregistreerde kiezers die moet leiden tot chaos en jullie vertrouwen in de Amerikaanse democratie moet ondermijnen’, aldus Ratcliffe.
De aankondiging komt er kort nadat Democratische kiezers hadden aangegeven dat ze dreigmails hadden gekregen naar hun persoonlijke adres, afkomstig van de extreemsrechtse groep Proud Boys. In de berichten werden ze onder druk gezet om voor Trump te stemmen.
FBI-directeur Christopher Wray gaf tijdens de persconferentie nog aan dat de Amerikaanse verkiezingsinfrastructuur weerbaar is en dat de autoriteiten buitenlandse inmenging niet tolereren. ‘We gaan op onze hoede blijven.’
De Amerikaanse inlichtingendiensten kwamen er eerder ook al achter dat Rusland geprobeerd had om de presidentsverkiezingen van 2016 te beïnvloeden door Trump in een beter daglicht te zetten. Welke inspanningen Rusland in 2020 heeft gedaan, heeft Ratcliffe niet gezegd.
Iran zou Trump in diskrediet proberen te brengen. Het is niet bekend hoe beide landen de informatie te pakken hebben kunnen krijgen.