Rohingya-vervolging kan door VN gelijkgesteld worden met genocide
De systematische, gewelddadige vervolging van het Rohingya-volk in Myanmar kan mogelijk gelijkgesteld worden met genocide, aldus Zeid Ra’ad al-Hoessein, de Hoge VN-Comissaris voor de Mensenrechten.
De VN-Mensenrechtenorganisatie houdt in Genève een speciale zitting gewijd aan het lot van de Rohingya, de moslimminderheid in het overwegend boeddhistische Myanmar. Veiligheidstroepen van het Myanmarese regime zijn er volgens de organisatie betrokken bij het levend in brand steken van mensen, het vermoorden van kinderen, het verkrachten van meisjes en vrouwen en het platbranden van scholen en moskeeën.
Zeid Ra’ad al-Hoessein, de Hoge VN-Comissaris voor de Mensenrechten, wees tijdens de zitting op het toenemende aantal beperkingen dat de Rohingya wordt opgelegd in hun dagelijks leven, zoals het weigeren van burgerrechten en van geboorteaktes voor moslimkinderen.
Het is gebruikelijk dat de Hoge VN-Commissaris zich niet expliciet over de materie uitspreekt, aangezien dit soort besluiten door rechtbanken wordt genomen en de VN de plicht heeft, actief op te treden van zodra ‘volkerenmoord’ als een vaststaand feit wordt beschouwd.
De vervolging van de Rohingya, door Myanmar beschouwd als illegaal in het land aanwezige Bengalezen, kende haar dieptepunt in augustus, toen regeringstroepen een militair offensief openden tegen de moslimminderheid in de deelstaat Rakhine. Dat gebeurde wel nadat Rohingya-milities veiligheidsposten in het gebied hadden aangevallen. Als gevolg van het offensief vluchtten naar schatting meer dan 620.000 Rohingya -meer dan de helft van de Rohingya-bevolking in Myanmar- naar het naburige Bangladesh.
Binnen de 47 leden tellende Mensenrechtenraad hebben verscheidene landen, waaronder Bangladesh en zelfs Saoedi-Arabië, een ontwerp van resolutie ingediend, waarin gesteld wordt dat er bewijs is ‘dat wijst op misdaden tegen de menselijkheid’. Indien de resolutie wordt goedgekeurd, zal Myanmar opgeroepen worden om VN-mensenrechtenonderzoekers en hulporganisaties in Rakhine toe te laten.