Regisseur Seyed Kamaleddin Hashemi brengt stuk in Bozar: ‘Dromen in Iran: het kan’

© Noushin Birgani
Els Van Steenberghe
Els Van Steenberghe Els Van Steenberghe is theaterrecensent.

In 2006 schreef de Iraniër Seyed Kamaleddin Hashemi It’s a Good Day to Die. Iran verbood het stuk. Vorig jaar ensceneerde hij het in Frankrijk, en die creatie kunt u nu in Bozar zien.

Waaom had de Iraanse overheid het moeilijk met It’s a Good Day to Die?

Seyed Kamaleddin Hashemi: Ik heb geen idee, vrees ik. In Iran moet je elke toneeltekst voorleggen aan de overheid. Dan is het wachten op een ‘ja’ of een ‘nee’, en ik kreeg een ‘nee’. Die beslissing wordt nooit gemotiveerd.

Misschien was het thema te delicaat? In 1998 bezocht en filmde ik in mijn geboortestad Shiraz geregeld enkele families die hun leven trachten herop te bouwen nadat ze tijdens de Eerste Golfoorlog de stad waren ontvlucht. Een meisje zou me bijblijven. Zij onderhield haar familie terwijl haar moeder kampte met mentale problemen. Toen die vrouw thuiskwam na een opname in een psychiatrisch centrum, vroeg ze aan haar dochter of ze zich had geprostitueerd om het gezin te onderhouden. Ik was bij dat gesprek, het was zó schrijnend. Dat voorval ligt aan de basis van It’s a Good Day to Die.

Welke boodschap mogen we daarachter zoeken?

Hashemi: Dat een oorlog niet eindigt als de wapens zwijgen. Wie nooit een oorlog heeft meegemaakt, vergeet dat soms. De oorlog tussen Iran en Irak eindigde op 20 augustus 1988, maar in de hoofden van de mensen is hij nog altijd aan de gang.

De beperkingen van de Iraanse overheid scherpen mijn verbeelding aan.

In mijn stuk voer ik Mona en Yalda op. Mona is geïnspireerd op het meisje dat ik in Shiraz ontmoette. Yalda is een cineaste. Zij filmt hoe Mona haar leven na de oorlog verderzet in haar beschadigde huis. De beelden ziet het publiek op een videoscherm in het huiskamerdecor. Het zijn fictieve beelden, maar ze verwijzen naar de film die ik in 1998 maakte van de echte Mona en haar moeder. Die vrouw was sterk maar crashte door de oorlog in haar hoofd. Daarom begin ik mijn stuk met Let Us Believe in the Beginning of the Cold Season, een gedicht van de Iraanse dichteres Forough Farrokhzad uit 1965. Zij was een inspirerende figuur en een vrijgevochten vrouw. Ze stierf jong – ze was tweeëndertig – maar liet een prachtig oeuvre na. Let Us Believe was haar laatste gedicht. Ze laat er een vrouw in aan het woord die zich machteloos voelt en klaagt over ‘de onbekwaamheid van deze handen’. Onbewust beschreef Farrokzhad haar lot. En Mona’s lot… Mona wil niet verhuizen. Haar huis is haar hoop en houvast. Uiteindelijk stort het in en zij komt om.

Is dat huis ook een metafoor voor uw land, waar vrouwen amper rechten hebben en waar onlangs een driehonderdtal restaurants gesloten werd omdat mensen er dansten en zongen?

Hashemi:(voorzichtig) Iran is een land met een zedenpolitie. Dat maakt het leven niet gemakkelijk. Maar ik wil het theater niet gebruiken als een vehikel voor politiek activisme. Ik wil alleen de impact van het beleid laten zien op het leven van de mensen.

Overweegt u soms om naar Europa te migreren?

Hashemi: Waarom zou ik dat doen? Wat heb ik elders te vertellen? Mijn verbeelding wordt aangescherpt door de beperkingen die de overheid ons oplegt.

Ik was twaalf toen de Iran-Irakoorlog stopte. Ik was een verlegen kereltje dat van films hield en net de magie van het theater had ontdekt: ‘Live film!’ (lacht) Ik was niet opgegroeid in een kunstenaarsfamilie maar besloot dat ik theatermaker wilde worden. Omdat ik ervoer hoe theater – of breder: een verhaal – je even uit de realiteit bevrijdt. Daarom maak ik theater te midden van en over mijn landgenoten die hun dromen najagen. Ondanks oorlogen, aardbevingen en de overheid.

It’s A Good Day To Die, op donderdag 20 en vrijdag 21 juni in Bozar, Brussel. Info: www.bozar.be.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content