‘Ras wordt door de rijken als verdeel-en-heers-wapen gebruikt’
Op het rechtse, nationalistische populisme van de Amerikaanse Republikeinse partij is maar één antwoord mogelijk, zegt rechtenprofessor Ian Haney Lopez. ‘We moeten de strijd om raciale rechtvaardigheid en die om sociaal-economische gelijkheid samenvoegen.’
Hoe kon Hillary Clinton in 2016 van Donald Trump winnen? Het was de vraag die het eerste jaar vrijwel dagelijks in alle Amerikaanse media aan bod kwam – en soms nog komt. De Democratische partij zou de witte arbeidersklasse kwijtgeraakt zijn, was het verhaal. Maar naarmate er meer onderzoek naar gedaan werd, bleek dat niet waar. Sterker nog: onder arme, witte Amerikanen had Clinton juist meer aanhang dan Trump. ‘Tegen het einde van 2018 ontstond er consensus onder sociale wetenschappers dat in plaats van sociaal-economische klasse de houding tegenover ras cruciaal was om Trump te verklaren’, schrijft professor Ian Haney Lopez van de Californische Berkeley Universiteit in zijn nieuwe boek Merge Left. Fusing Race and Class, Winning Elections and Saving America.
Het antwoord voor Democraten lijkt simpel: ze moeten vol inzetten op raciale rechtvaardigheid. Toch zal dat niet werken, waarschuwt Lopez in zijn boek. ‘Het is riskant’, schrijft hij, ‘want rechts waarschuwt continu dat progressieve regeringen en de Democratische partij meer om mensen van kleur geven dan om witte. Opkomen voor raciale gelijkheid… geeft rechts alleen maar handige ammunitie.’
In plaats daarvan moet de Democratische partij twee zaken met elkaar verbinden: de strijd voor raciale rechtvaardigheid én sociaal-economische gelijkheid. Niet alleen kan het een niet bestaan zonder het ander, betoogt hij, de boodschap slaat aan bij een groot deel van Amerikaanse persuadables: kiezers die vatbaar zijn voor de zogenaamde raciale hondenfluitjes die de Republikeinse partij al decennia gebruikt, maar die zichzelf niet als racistisch beschouwen en geloven in theorie geloven in het gelijkheidsprincipe.
Over die hondenfluitjes schreef Lopez eerder een boek, Dog Whistle Politics, waarin hij beschreef hoe de Amerikaanse conservatieven in 1963 bewust besloten om van de Republikeinse partij een witte partij te maken, door systematisch in codetaal te spreken over hoe mensen van kleur de oorzaak van problemen van witten waren. Net als een hondenfluitje, dat voor honden wel maar voor mensen niet hoorbaar is, waren die raciale boodschappen wel hoorbaar voor wie er ontvankelijk voor was, maar was het niet direct waarneembaar in de letterlijke tekst. Een voorbeeld is het begrip states’ rights, dat op het eerste gezicht over de soevereiniteit van de individuele staten tegenover de federale overheid gaat, maar dat een diepere betekenis heeft: de superioriteit van witte Amerikanen. Onder Trump worden de hondenfluitjes naar een nieuw niveau getrokken. Make America Great Again is er een perfect voorbeeld van: op het eerste gezicht onschuldig, maar met een onderliggende boodschap dat het vroeger – toen er minder burgerrechten voor mensen van kleur waren – beter was.
Knack sprak Ian Haney Lopez in zijn woonplaats in Californië.
Uw boek is gebaseerd op academisch onderzoek, maar het voelt ook intuïtief correct. Wie het leest, denkt gelijk: ‘Ja, dat klopt.’
IAN HANEY LOPEZ: Ik denk dat vrijwel iedere Amerikaan zich identificeert met twee kern-elementen die ik in het boek naar voren breng: ten eerste worden we tegen elkaar uitgespeeld. En ten tweede, het economisch systeem wordt door de rijke elite zo opgetuigd dat het hen bevoordeelt. Maar dat zijn niet twee aparte zaken: ze gaan in elkaar over. Ras wordt door de rijken als wapen gebruikt om ons te verdelen zodat zij kunnen heersen.
Ras wordt door de rijken als verdeel-en-heers-wapen gebruikt.
Ian Haney Lopez, professor Berkeley Universiteit
Wat kun je daartegen doen?
LOPEZ: Het mooie is dat als je die strategie herkent, er nieuwe mogelijkheden zijn om er wat tegen te doen. Mijn boek heet Merge Left, letterlijk Links Samenvoegen. Als wij verdeeld worden, moeten we juist samenkomen. Dat is wat ik in het boek de race/class narrative noem. Het is de Occupy-beweging én Black Lives Matter samen. Occupy had een sterk verhaal dat 99 procent van de mensen het tegen de rijke 1 procent moest opnemen. Maar ze waren grotendeels kleurenblind. Ja, we zijn samen in het feit dat we als de 99 procent benadeeld worden door de rijke 1 procent. Maar ze vergaten het deel waar we bewust van elkaar gescheiden worden door raciale angsten te zaaien, grotendeels door die hondenfluitjes.
Tegelijkertijd vecht Black Lives Matter juist wel voor raciale rechtvaardigheid, voor minder geweld tegen mensen van kleur, tegen de economische tegenspoed van de Afrikaans-Amerikaanse en Latinx-gemeenschappen, maar dat wordt niet verbonden aan hoe witte mensen, het andere deel van de 99 procent, die ongelijkheid ervaren. De kern van alle onheil die mensen ervaren is hetzelfde: het is de bewuste poging van de rijke elite om raciale verdeeldheid te zaaien om steun voor het oneerlijke sociaal-economische systeem te verkrijgen. En als de kern van het onheil hetzelfde is, dan moet de kern van het antwoord ook hetzelfde zijn. We moeten de strijd om raciale rechtvaardigheid en die om sociaal-economische gelijkheid samenvoegen.
Als u het heeft over een bewuste strategie van rechts, heeft u het dan over een groep mannen die in een kamertje bespreekt hoe ze raciale angst kunnen aanwakkeren voor hun eigen belang?
LOPEZ: Het is duidelijk een bewuste strategie, al zou ik niet zeggen dat iedereen die hondenfluitjes gebruikt, op hetzelfde niveau handelt. Maar Barry Goldwater (die in 1964 de Republikeinse presidentskandidaat was, maar die overweldigend verloor van Lyndon Johnson, nvdr.) was in 1963 niet bijzonder wit-nationalistisch, maar realiseerde zich dat hij een meerderheid kon krijgen door in te spelen op de witte angst voor mensen van kleur. Hetzelfde gold voor Richard Nixon. Mensen als Roger Ailes (de voormalig voorzitter van Fox News, nvdr.) en Karl Rove (een bekend Republikeins strateeg, nvdr.) en Steve Bannon spelen absoluut bewust in op de witte angst dat mensen van kleur of immigranten voor onheil of oneerlijkheid zorgen. En naar verloop van tijd raken dat soort ideeën zo geïnternaliseerd bij de Republikeinse achterhoede, dat het bijvoorbeeld als gezond verstand gezien wordt dat je een enorme muur bouwt op de zuidelijke grens.
Vertel eens over die groep die u persuadables noemt: mensen die vatbaar zijn voor het aanwakkeren van witte angst, maar die tegelijkertijd ontvankelijk zijn voor de race/class narrative.
LOPEZ: Uit ons onderzoek bleek dat boodschappen die door progressieve kiezers direct herkend worden als race baiting, zoals het waarschuwen voor illegale immigranten, door een meerderheid van Democratische kiezers, een meerderheid van Afrikaans-Amerikanen, een meerderheid van Latinx kiezers en een meerderheid van vakbondsleden als waar of geloofwaardig bestempeld werden. Met andere woorden: hondenfluitjes die raciale angst of wrok aanwakkeren, resoneren ook met groepen waar je het totaal niet van verwacht. Maar dat komt nu juist omdat het om gecodeerde boodschappen gaat. Mensen die instemmen met een boodschap over het gevaar van illegale immigranten, zien daarin geen boodschap van witte dominantie. Voor hen is zo’n boodschap gewoon gezond verstand, omdat ze al zo lang aan die hondenfluitjes worden blootgesteld. Maar voor diezelfde mensen is het net zo vanzelfsprekend dat je mensen niet mag beoordelen op de kleur van hun huid of wat voor religie ze aanhangen. Dat lijkt tegenstrijdig, maar die twee houdingen bestaan op hetzelfde spectrum, en mensen bewegen heen en weer op dat spectrum. Wij concluderen in ons onderzoek dat zo’n 60 procent van de Amerikanen heen en weer bewegen en beïnvloedbaar zijn van beide kanten: raciale verdeeldheid én raciale verbondenheid. Ze zijn over te halen, persuadable, als je ze maar de juiste boodschap geeft.
Mensen die instemmen met een boodschap over het gevaar van illegale immigranten, zien daarin geen boodschap van witte dominantie.
Ian Haney Lopez
In uw boek noemt u Alexandria Ocasio-Cortez en Elizabeth Warren als voorbeelden van politici die de race/class narrative al omarmen.
LOPEZ: Ja, ik denk dat bijvoorbeeld AOC het zo goed doet omdat zij dit verhaal vertelt dat, nogmaals, heel aannemelijk klinkt, ook zonder onze academische onderbouwing. Dat de overheid moet werken voor mensen, niet voor grote bedrijven. Dat de overheid de markt moet reguleren en dat vermogen herverdeeld moet worden. En dat de overheid opwaartse mobiliteit moet bevorderen, en dat het bij al die zaken geen beperkingen op moet leggen wat betreft ras of geslacht.
Zijn er al Democratische presidentskandidaten die u gebeld hebben?
LOPEZ: Dat kan ik bevestigen noch ontkennen. (lacht) Ik denk dat er zeker Democraten zijn die een fundamentale verandering in rassenrechtvaardigheid en economische gelijkheid voorstaan. Ik wil geen namen noemen, maar we staan in Amerika voor grote veranderingen en sommige kandidaten lijken zich daar sterk voor te maken. Ik zou me zorgen maken over kandidaten die niet zulke grootse veranderingen voorstaan, zoals Pete Buttigieg. Als je kijkt naar waar zijn geld vandaan komt, wat voor veranderingen hij wil doorvoeren, waar hij staat met betrekking tot raciale rechtvaardigheid, lijkt hij mij een echte Wall Street-kandidaat. Ik zie hem geen multiraciale megacoalitie bouwen die de overheid weer voor de mensen in plaats van voor de bedrijven laat werken.
In hoeverre is uw boek en onderzoek van toepassing op de rest van de wereld?
LOPEZ: De boodschappen die we getest hebben in talloze focusgroepen, waren toegespitst op de Amerikaanse politieke situatie. Maar ik denk dat het onderliggende beeld universeel is. Er zijn veel democratieën die de afgelopen veertig jaar het neoliberale pad op zijn gegaan. En wat betekent neoliberalisme? Het is het terugdraaien van overheidsbeleid dat werkende mensen moet helpen, en bedrijven de ruimte geven om de regels te maken onder het mom van ‘vrije markt’. Maar de vrije markt bestaat niet. Er zijn bedrijven die helpen wetten te schrijven die hen helpen, terwijl de werkende mensen het moeilijker en moeilijker krijgen. In dat opzicht is het niet vreemd dat economische ongelijkheid groeit.
Dan is vervolgens de vraag hoe dat politiek gezien verkocht wordt, zodat mensen steeds weer voor dezelfde politici en hetzelfde beleid stemmen. Het antwoord is dat hen een verhaal verteld wordt dat er een reden is voor het feit dat zij, de werkende gezinnen, het moeilijk hebben. In de VS is dat verhaal van oudsher rondom ras opgehangen. In Europa, bijvoorbeeld Groot-Brittannië, kan het zijn dat er een verhaal over klasse verteld wordt. Maar in andere delen van Europa zijn ook immigratie, religie en ras onderdeel van dat neoliberale verhaal over waarom mensen het slechter hebben dan ze eigenlijk willen.
Het concept ras werd in het leven geroepen in de tijd van de kolonisaties, om te verantwoorden waarom sommige mensen het verdienden om uitgebuit, bestolen of vermoord te worden.
Ian Haney Lopez
Ook ras?
LOPEZ: Ja, ik denk dat Europeanen de rassenstrijd als iets heel Amerikaans zien, maar immigratie, religie en ras zijn allemaal heel erg verbonden. Want je moet goed beseffen dat ras een uit de lucht gegrepen concept is. Het concept ras werd in het leven geroepen in de tijd van de kolonisaties, om te verantwoorden waarom sommige mensen het verdienden om uitgebuit, bestolen of vermoord te worden. Ras wordt opgehangen aan iets dat onveranderbaar is, huidskleur en geografische afkomst, en doet zich daarmee voor als een natuurlijk voorkomend iets. Maar het is wel degelijk een bedacht concept. Zodra je ras ziet als wapen met een sociale functie, het zaaien van verdeeldheid, laat je het idee dat het een coherent concept moet zijn los. Wie tot een bepaald ras zou behoren, is totaal afhankelijk van het politieke doel dat wordt nagestreeft en verandert met de tijd. En ik merk dat de realisatie dat ras een totaal incoherent concept met een politiek doel, in plaats van een natuurlijk voorkomend fenomeen, is, meer geland is in de VS dan in Europa.
Denkt u dat de race class narrative dan wel kan resoneren in Europa?
LOPEZ: Toch wel. Want Europese landen hebben eeuwen besteed aan het creëren van gemeenschappelijke waarden die tot natiestaten hebben geleid. En vervolgens hebben die natiestaten in de 20e eeuw geleerd dat er ook aan onderlinge cohesie tussen de staten gewerkt moet worden. Ik denk dat die les ook deze eeuw nog geleerd moet worden, maar het stemt me toch positief over Europa. Daar heerst toch meer de onderliggende realisatie dat als je niet aan sociale cohesie werkt, brute oorlogen het gevolg kunnen zijn.
Maar wat nu essentieel is, is dat die sociale cohesie iedereen meeneemt. Dus over raciale en religieuze scheidslijnen en intergenerationeel. Dat bereik je niet door te doen alsof je kleurenblind bent: Frankrijk heeft laten zien dat dat niet werkt. Alleen als je die scheidslijnen, en de hiërarchieën die eruit voortvloeien, benoemt, kun je ze actief ontmantelen. En ik denk dat Europa daartoe beter in staat is dan de VS.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier