Psychogenocide: hoe de nazi’s 300.000 psychiatrische patiënten vermoordden
Met Psychogenocide heeft psychiater en kunstenaar Erik Thys een schokkend boek geschreven. Het gaat over de moord door de nazi’s op 300.000 psychiatrische patiënten. Een gesprek over eugenetica, psychiatrie, ontaarde kunst, en al te gewillige dokters. ‘De komst van Hitler was goed nieuws voor Duitse artsen.’
Met boeken over de misdaden van de nazi’s kun je stilaan de evenaar plaveien. Toch is de Belg Erik Thys erin geslaagd een bijzondere bijdrage aan het genre te leveren. Psychogenocide gaat over de liquidatie van 300.000 Duitse geesteszieken en verstandelijk gehandicapten tussen januari 1939 en augustus 1941, een geheime operatie die het eindpunt van een fanatieke, eugenetische ideologie vormde. Tegen die inktzwarte achtergrond schetst Thys de relatie tussen kunst en psychiatrie onder de nazi’s, en bekijkt hij de sleutelrol die psychiaters, artsen en andere zorgverstrekkers bij de massamoord speelden.
Thys kent de materie. Hij werkt als psychiater in het PSC Sint-Alexius in Elsene en het Universitair Psychiatrisch Centrum in Kortenberg, en legt zich vooral toe op de behandeling van psychosen. Daarnaast tekent hij strips, hij componeert en acteert, onder meer in videofilms en performances van zijn bekende broer, kunstenaar Harald Thys, die onbewust de voorzet voor het boek gaf.
Terwijl de Holocaust vaak wordt gebruikt om te waarschuwen tegen hedendaags racisme, doet men alsof de psychogenocide een geïsoleerd feit zonder actuele relevantie is.
ERIK THYS: Ik had van Harald een facsimile van Entartete Kunst gekregen, de beruchte tentoonstelling waarmee de nazi’s moderne kunst belachelijk probeerden te maken als het werk van gestoorde, ontaarde mensen. Dat zette me aan het denken over de verschrikkelijke maar fascinerende combinatie van kunst en geneeskunde, en ook over het onderliggende concept van volksgezondheid waarbij alles in het teken van zuiverheid staat. De feiten zijn bekend, maar de massamoord op psychiatrische patiënten blijft onderbelicht. Ze wordt volledig overschaduwd door de herinnering aan de Holocaust. Ook daarom heb ik dit boek geschreven. Terwijl de Holocaust vaak wordt gebruikt om te waarschuwen tegen hedendaags racisme, doet men alsof de psychogenocide een geïsoleerd feit zonder actuele relevantie is.
Wat is de relevantie ervan vandaag?
THYS: Ik wil niet zwartgallig doen over de hedendaagse psychiatrie, maar we moeten alert blijven voor bepaalde fenomenen. De nazi’s maakten een scherp onderscheid tussen behandelbare en hopeloze patiënten. Dat gebeurt nog altijd – uiteraard met andere gevolgen. Ook het utilitaire denken – ‘wat heb je aan die mensen?’ -, een van de hoekstenen van de psychogenocide, is nooit helemaal uit de geestelijke gezondheidszorg verdwenen.
De psychogenocide kwam voort uit de eugenetica, de studie van erfelijke factoren die moest leiden tot de betering van het menselijke ras. 100 jaar geleden werd die tak alom bejubeld als een nieuwe wetenschap die het beste met de mens voorhad. Hoe kon dat gebeuren?
THYS: Eugenetica heeft een lange voorgeschiedenis. Plato voorzag in zijn ideale staat al een systeem van geleide voortplanting. De moderne eugenetica begint in de tweede helft van de negentiende eeuw, geïnspireerd door de evolutie in de landbouw. Als we gewassen en dierenrassen kunnen veredelen, was de redenering, dan kunnen we ook de mens verbeteren. Natuurlijk hadden de vroege eugenetici de erfelijkheidswetten van Gregor Mendel en de evolutietheorie van Charles Darwin gelezen, maar toch was hun wetenschappelijke basis erg wankel. De kennis van moderne genetica was nihil.
Was Duitsland de bakermat?
THYS: Nee, je zag enthousiasme in alle geïndustrialiseerde landen. De eerste eugenetische wetgeving kwam er in de Verenigde Staten: dat had regels die migranten met ernstige geestelijke problemen de toegang tot het grondgebied ontzegden. En wat te denken van het verbod op gemengde huwelijken en andere rassenwetten in zuidelijke staten? Dat waren niets anders dan eugenetische maatregelen om het blanke ras zuiver te houden. De VS pionierden ook met verplichte sterilisatie van psychiatrische patiënten, een praktijk die ook in de Scandinavische landen enthousiast werd toegepast.
Duitsland was dan niet de bakermat, maar nergens nam de eugenetica een hogere vlucht. Hoe komt dat?
THYS: De nederlaag in de Eerste Wereldoorlog had Duitsland in een diepe crisis gestort. Alle waarden stonden op de helling, het maatschappelijk debat was heel heftig. Het ging ook over ethische thema’s die voorheen taboe waren, zoals echtscheiding en vrijwillige euthanasie. In dat klimaat hebben enkele prominente eugenetici de bakens verzet. Figuren zoals Ernst Rüdin, de pionier van genetische psychiatrie, die de erfelijkheid van geestelijke aandoeningen onderzocht en een levenslange kruistocht voerde voor het steriliseren van ‘ontaarde’ en ‘minderwaardige’ mensen. Hij was de schoonbroer van Alfred Ploetz, de arts die al in 1895 het begrip ‘rassenhygiëne’ had bedacht. Nu is dat een beladen begrip, maar tijdens het interbellum werd het idee gedeeld door toonaangevende wetenschappers en intellectuelen.
In 1920, het jaar waarin de nazipartij werd opgericht, publiceerden de jurist Karl Binding en de psychiater Alfred Hoche een dun maar heel invloedrijk boekje. Sterilisatie volstond niet, vonden ze, het moest de overheid mogelijk worden gemaakt om mentaal gehandicapten en geesteszieken te doden. De auteurs omschreven het doelpubliek onder meer als ‘ballastmensen’ en ‘lege menselijke hulzen’, en bedachten het afschuwelijke concept van het levensonwaardig leven. De nazi’s hebben die terminologie gretig overgenomen.
Hitler zelf gaf op 1 september 1939 groen licht voor het euthanasieprogramma. Is hij daarmee de hoofdverantwoordelijke?
THYS: Ik hoed me voor een reductio ad hitlerum. De eugenetische denkbeelden bestonden al voor hij aan de macht kwam. Maar hij is natuurlijk degene die ze tot hun uiterste consequentie heeft toegepast. Eugenetica maakte deel uit van de kern van Hitlers ideologie.
De nazi’s bespeelden in hun propaganda twee snaren. Er was het economische motief van de onproductieve mens, de nutteloze eter. In propagandafilms werd het er dik opgelegd: instellingen voor psychiatrische patiënten werden als luxueuze paleizen voorgesteld en tegenover schamele arbeidshuisjes geplaatst. En schoolkinderen kregen in de wiskundeles vraagstukken voorgeschoteld: de bouw van een psychiatrische kliniek kost 6 miljoen mark. Hoeveel huizen kunnen we voor dat bedrag bouwen?
Het tweede thema was puur eugenetisch: psychiatrische patiënten als bedreiging voor de volksgezondheid. Voor Hitler woog dat laatste het zwaarst door. Op een bepaald moment probeerden kerkverantwoordelijken het euthanasieprogramma te stoppen door aan te bieden de kosten voor de zorg zelf te dragen. Hitler wees dat voorstel af: alle psychiatrische patiënten moesten eraan geloven.
Terwijl Hitler zelf een psychiatrisch verleden had. Hij werd in 1918 na een gasaanval aan het IJzerfront als hysteriepatiënt opgenomen. Heeft dat zijn houding beïnvloed?
THYS: Misschien, maar dat is voer voor speculatie. Het verhaal gaat dat de nazi’s later alle betrokken artsen en verplegers hebben geliquideerd. Dat klinkt aannemelijk, maar ook hier ontbreken sluitende bewijzen. Die heb ik ook niet om mijn persoonlijke overtuiging te staven, namelijk dat Hitler zichzelf als genetisch onvolmaakt beschouwde. Hij had een achternicht in de psychiatrie. Het nichtje met wie hij vermoedelijk een relatie had, heeft zelfmoord gepleegd. Ik denk dat daar de reden ligt waarom hij geen kinderen wilde, en ook zijn zus verbood een relatie te beginnen.
Anders dan bij de Holocaust waren de 300.000 slachtoffers van de psychogenocide volkseigen Duitsers. Hoe konden de nazi’s daarmee wegkomen?
THYS: Ze waren erg beducht voor de reactie van het volk. Via uitgekiende propaganda probeerden ze de geesten te doen rijpen. Je ziet hoe de boodschap steeds explicieter wordt. In 1935 liep in Berlijn Das Wunder des Lebens, een knappe, modern vormgegeven tentoonstelling over de natuur. Positief en optimistisch van toon, maar er was wel een paneel over erfelijke ziekten met in grote Gotische letters de vraag: ‘Is dit nog leven?’ Een jaar later ging Opfer der Vergangenheit in première, een van Hitlers favoriete films. Hij opent met prachtige natuurbeelden, vergezeld van het commentaar dat alles wat niet leefbaar is in de natuur ten gronde gaat. Cut, en in de volgende scène zie je beelden van een overbevolkte psychiatrische afdeling met patiënten die op een obscene manier tot karikaturen worden herleid. Boodschap: we hebben gezondigd tegen de natuur door onwaardig leven te behouden en het zelfs toe te staan zich voort te planten. Zo pakten de nazi’s het dus aan: het probleem omschrijven en het dan gigantisch opblazen. De volgende stap, het propageren van de Endlösung, durfden ze niet aan. De massamoord onder de titel Aktion T4, met als hoogtepunt de vergassing van 70.000 instellingspatiënten, werd met de grootste discretie gepland en uitgevoerd.
Hoe valt zoiets te verbergen?
Toen de 10.000e patiënt werd vergast, heeft het T4-personeel de tafel gebruikt om een feestje te bouwen.
THYS: De geheimhouding was relatief. Ik ben op bezoek gegaan in Hadamar, een van de zes T4-vernietigingscentra waar bijna 15.000 psychiatrische patiënten werden vergast en gecremeerd. Het centrum ligt op een heuvel, het is ondenkbaar dat de inwoners zich geen vragen hebben gesteld bij de stinkende, zwarte rook die er opsteeg. Dat hele bezoek heeft een diepe indruk op me gemaakt. De gaskamer bleek een omgebouwde kelder van vier bij drie meter. Ook de snijtafel, waar interessante lijken voor medische experimenten werden ontleed, staat er nog. Toen de 10.000e patiënt werd vergast, heeft het T4-personeel de tafel gebruikt om een feestje te bouwen. Hadamar is nog altijd een psychiatrisch centrum, en die bewuste tafel werd tot lang na de oorlog in het mortuarium gebruikt. Intussen hoort de kelder bij een gedenkplaats, net zoals de weide waaronder een massagraf ligt met 5000 patiënten die in het ziekenhuis werden vermoord.
De centraal geleide Aktion T4 was maar een onderdeel van een bredere campagne. Bij zogenaamde ‘wilde euthanasie’ werden vanaf 1941 nog eens naar schatting 200.000 psychiatrische patiënten vermoord. Dodelijke injecties, vergiftiging, elektrocutie, alle manieren waren goed. Valentin Faltlhauser, een psychiater die ook enthousiast aan T4 had meegewerkt, propageerde de E-Kost als humane methode. Dat stond voor Euthansasiekost, een verhongeringsdieet dat binnen een paar maanden tot de dood leidde.
Kwam er dan helemaal geen verzet tegen de campagne?
THYS: De katholieke bisschop van Münster hield een donderpreek tegen het euthanasieproject, en ook de protestantse bisschop leverde openlijk kritiek. Moedig, maar het heeft geen zoden aan de dijk gezet. Al bij al kwam er bitter weinig verzet. De meeste instellingen hebben gewillig meegewerkt, ook als ze door de katholieke of protestante kerk werden gerund. Er waren wel directies die stil verzet pleegden. Sommigen manipuleerden diagnoses om patiënten van de dodenlijst te halen, anderen waarschuwden stiekem de familie om hun zoon of dochter op te halen voordat de T4-bus kwam. Ook dat is een verbijsterend verhaal: heel wat families repten zich na die waarschuwing naar de instelling. Niet om hun kind te redden, maar om afscheid te nemen.
De discretie over de psychogenocide was dus nergens voor nodig: het volk was best inschikkelijk. Hoe verklaart u dat?
THYS: Blijkbaar hadden de nazi’s de impact van hun eugenetische propaganda onderschat. Duitsers gingen massaal mee in de redenering dat het tenslotte beter was voor iedereen.
Bij dat propagandaoffensief hoorde ook de tentoonstelling Entartete Kunst. Hoe past kunst in dit verhaal?
THYS: Entartete Kunst was het pendant van de GroBe Deutsche Kunstausstellung die in 1937 in München werd geopend. Tegenover de volkseigen, traditionele kunst plaatste men werken van surrealisten, dadaïsten, expressionisten en andere moderne kunstenaars. Geen moeite werd bespaard om de bezoekers in te prenten dat zulke creaties alleen uit de fantasie van ontaarden en gedegenereerden kon komen. De tegenstelling typeerde het wereldbeeld van de nazi’s: goed versus slecht, je ziet het verschil met het blote oog.
Diezelfde wij-zijtegenstelling loopt als een rode draad doorheen de psychogenocide: de psychiatrische patiënt was de ultieme andere. Maar het verband was nog veel directer. Entartete Kunst was een reizende tentoonstelling – ze lokte trouwens veel meer volk dan haar tegenpool. Om te onderstrepen hoe ontaard de geselecteerde kunstenaars wel waren, werd de tentoonstelling in Berlijn uitgebreid met kunst van psychiatrische patiënten. Vandaag noemen we dat outsiderkunst of art brut. Er zit fantastisch werk tussen, heel wat van die kunstenaars waren erg getalenteerd. Het maakte de nazi’s niets uit, ze werden evengoed vermalen in Aktion T4.
Was de psychogenocide de opmaat voor de Holocaust?
THYS: Zonder enige twijfel. De schaalgrootte verschilt, maar de hele methodiek en de machinerie voor de industriële massamoord werden tijdens de psychogenocide ontwikkeld. De allereerste vergassing vond plaats tijdens de opruiming van een psychiatrische kliniek in september 1939 in Polen, nog vóór de start van Aktion T4 in Duitsland. Er werd constant naar meer efficiëntie gestreefd. De tot gaskamers omgebouwde vrachtwagens die het voordeel boden dat lijken rechtstreeks in een massagraf konden worden gedumpt? Een innovatie van de psychogenocide. Net zoals de douches, die nog efficiënter bleken. Lijken hoefden niet meer uitgekleed te worden, dat scheelde een hoop werk.
De schaalgrootte verschilt, maar de hele methodiek en de machinerie voor de Holocaust werden tijdens de psychogenocide ontwikkeld.
Aktion T4 was een blauwdruk voor de Holocaust. Patiënten werden uit instellingen opgehaald, in overslagcentra verzameld, en van daaruit just in time afgeleverd in een van de vernietigingscentra, waar ze meteen werden vergast en gecremeerd. Een maand nadat Aktion T4 werd afgerond, begon de Holocaust, mét deelname van zowat alle T4-experts. Filosofe Hannah Arendt beschreef de Holocaust als een bureaucratische massamoord. Dat geldt evenzeer voor de psychogenocide. Bij Aktion T4 kwamen heel veel paperassen kijken. Voor elke patiënt moesten uitgebreide aanmeldingsformulieren en medische fiches worden ingevuld, en na de vergassing ontvingen familieleden een standaardbrief met een verzonnen doodsoorzaak. Die procedures hadden maar één doel: afstand scheppen zodat het moorden anoniem en vlot kon verlopen. Patiënten waren louter dossiers, ondanks de betrokkenheid van psychiaters en artsen kwam er geen enkele diagnose aan te pas. Het enige contact vond plaats vlak voor de vergassing, tijdens een vluchtig pre-mortemonderzoek. Patiënten met een interessante pathologie of met een gouden tand kregen een stempel op de schouder, zodat men ze even later sneller uit de stapel lijken kon halen.
Medici, psychiaters op kop, speelden een hoofdrol in de psychogenocide. Hoe kijkt u daar als psychiater naar?
De meeste collaborerende artsen zijn erg goedkoop of zelfs ongestraft weggekomen. Sommigen hebben zelfs nog een carrière gemaakt met de medische kennis die ze tijdens hun gruwelijke experimenten hadden opgedaan.
THYS: Het blijft een schokkende vaststelling. Artsen werkten niet alleen mee aan de massamoord, ze gebruikten psychiatrische patiënten voor allerlei medische experimenten. Er was een professor die patiënten met een welbepaalde pathologie bestelde. Zij werden dan à la carte vermoord, en niet veel later kreeg hij het hersenpreparaat of andere gewenste lichaamsdelen in zijn lab geleverd. Het is niet voor niets dat de nazi-artsen in Nürnberg een apart proces hebben gekregen. Twintig kopstukken stonden er terecht, het topje van de ijsberg. De meeste collaborerende artsen zijn erg goedkoop of zelfs ongestraft weggekomen. Sommigen hebben zelfs nog een carrière gemaakt met de medische kennis die ze tijdens hun gruwelijke experimenten hadden opgedaan.
Hoe kon het toch zover komen?
THYS: Hitler was mateloos populair bij Duitse artsen. Liefst 45 procent werd lid van zijn partij, veruit het grootste percentage van alle beroepsgroepen. Daar zijn volgens mij twee verklaringen voor. De komst van Hitler was voor veel artsen goed nieuws: door het beroepsverbod voor Joodse artsen kregen vooral jonge, Duitse artsen onverhoopte carrièrekansen. Maar er was ook een diepere reden waarom ze zich aangesproken voelden: het hele nazisme was een medisch-biologische ideologie, doorspekt met jargon dat artsen vertrouwd in de oren klonk. Rassenwetten werden afgekondigd in naam van de volksgezondheid. Het ‘volk’ was een soort organisme, en artsen waren biologische soldaten die streden tegen ziektes of parasieten die het organisme bedreigden. Ik heb een affiche gevonden waarop de vier ideale mensentypes worden afgebeeld. Naast de goed geproportioneerde man en de blonde vrouw staan de SS-soldaat in zwart uniform en de arts in witte jas. Dat zegt het helemaal.
België is met Nederland het enige land waar vrijwillige euthanasie onder strikte voorwaarden werd gelegaliseerd. Het meest omstreden is de mogelijkheid euthanasie te vragen in geval van ondraaglijk psychisch lijden. Tegenstanders verwijzen vaak naar de nazi’s om hun argumenten kracht bij te zetten. Ziet u enig verband met de psychogenocide?
THYS: Nee, maar om dat te verduidelijken zag ik me toch verplicht de kwestie in mijn boek aan te snijden. De terminologie is natuurlijk verwarrend. In Duitsland is het woord euthanasie helemaal verbrand, het verwijst er rechtstreeks naar de psychogenocide. Wat wij euthanasie noemen, heet daar Sterbehilfe. Ik heb een tabel gemaakt met de fundamentele verschillen, maar het ligt voor de hand. Vrijwillige levensbeëindiging op verzoek van de patiënt, dat staat diametraal tegenover de gedwongen, door de overheid georganiseerde liquidatie van weerloze patiënten. (Erik Raspoet)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier