‘Van vijfde verdieping gesprongen’: Iraans regime verzint zelfmoorden van jonge vrouwen
Ze waren tussen de 16 en 27, Nika, Sarina, Asra, Arnika, Bahnaz en Aylar. Vijf jonge Iraanse vrouwen die sinds het begin van de protesten in september door de overheid zijn ‘gezelfmoord’.
Dinsdag 20 september, een appartement in Teheran, rond halfvijf ’s middags. Terwijl haar tante toekijkt, stopt Nika Shakarami (17) haar identiteitskaart en een fles water in een tas. Ze aarzelt, doet er dan een handdoek bij – als bescherming tegen traangas? Vervolgens vertrekt het meisje naar Laleh Park, waar al uren demonstraties aan de gang zijn.
Precies een week eerder is de 22-jarige Koerdische studente Mahsa Amini door de zedenpolitie opgepakt voor een fatale ‘heropvoeding’. Ze overlijdt drie dagen later in het ziekenhuis – ‘zwak hart’ heet het officieel. Het nieuws is als een bom ingeslagen. Nog diezelfde dag zijn spontane protesten begonnen, een gewezen Iraanse vicepresident meent in een tweet dat ‘dit nieuws voldoende is om vele generaties een afkeer voor de islam te bezorgen’. Ali Daei, de Iraanse Pelé, vraagt zich op Instagram af wat ‘de leiders’ hebben gedaan met het land. ‘Hoe moet ik dit aan mijn dochter uitleggen?’ Daags nadien mondt de begrafenis in Koerdistan uit in protesten en rellen, er vallen 30 gewonden. ‘Dit is het echte Iran’, twittert een bekende journaliste, ‘de veiligheidstroepen schieten op de rouwenden’.
Profielen gewist
Vanaf dag één hebben de protesten een impact op Nika: het hipstercafé waar ze na school werkt, moet sluiten omdat er in de buurt met scherp wordt geschoten, haar tante krijgt op de dag van Mahsa Amini’s dood pepperspray in de ogen. Of tenminste, dat vertelt Nika via WhatsApp aan haar vriendin Nele (16) in het Duitse Leipzig. De meisjes leerden elkaar in mei van vorig jaar op het internet kennen. Ze delen een fascinatie voor een bekende seriemoordenaar, herkennen zich in Chihiro uit de Japanse animefilm Spirited Away en zijn algauw bijzonder close.
Zo’n drie uur nadat ze op dinsdagmiddag thuis is vertrokken, post Nika een filmpje op Instagram. Triomfantelijk staat ze op een vuilniston en verbrandt eerst haar eigen hijab en dan die van haar twee vriendinnen. Uit de reconstructie door Die Zeit en CNN blijkt dat het meisje zich tegen tien uur schuilhoudt tussen gestationeerde auto’s, in de hoop uit de handen te blijven van de Basij, de gewelddadige politie in burger.
Om even voor elven bellen de twee tieners elkaar. Nika pocht over de stenen die ze heeft gegooid, en over hoe ze kon ontkomen door in de auto van een onbekende te stappen. Ze is vast van plan om de volgende dag opnieuw te gaan demonstreren, hoezeer Nele haar dat ook ontraadt. Zelfs de mensen die al jaren dromen van vertrekken, blijven nu voor de revolutie, zegt Nika, ‘Hoe zou ik dit willen missen?’
In haar Duitse tienerkamer maakt Nele zich grote zorgen. Ze kan de slaap niet vatten, en in de vroege uren van 21 september schrijven de meisjes elkaar nog een paar berichten. Nika’s laatste teken van leven komt om tien over twee: ‘just take care of ur self’, staat er, en ook nog: ‘N know that ma only wish is seeing u save n happy’. Tegen de volgende ochtend zijn haar profielen op Instagram en Telegram gedeletet. Nele blijft radeloos achter.
Het Iraanse tienermeisje is die nacht niet thuisgekomen. Op woensdagochtend gaan haar moeder en tante naar haar op zoek. Tien dagen later vinden ze haar in een mortuarium in het zuiden van de hoofdstad. Aanvankelijk verklaart haar moeder tegen de onafhankelijke zender Radio Farda dat haar dochter door de veiligheidstroepen is vermoord. Korte tijd later worden haar oom en tante ertoe gedwongen een verklaring af te leggen op de staatstelevisie. Hun nichtje, zo beweren ze, heeft zelfmoord gepleegd. Wat er precies is gebeurd, mag Joost weten. Tot op vandaag.
‘Van vijfde verdieping gesprongen’
Drie dagen na Nika is Sarina Esmailzadeh (16) gestorven in haar geboortestad Karaj, een uur ten westen van Teheran. Nu, drie maanden later, is dat jonge leven herleid tot een boel filmpjes op YouTube, restanten van een vlog die Sarina in januari begon. Je ziet haar de ene keer in de auto zitten met haar familie, mooi, vrolijk en onbezorgd. Ze heeft iets van een jonge hond en zingt liedjes van Hozier. In een ander filmpje vraagt het meisje zich af wat de behoeftes zijn van een tiener. ‘Liefde geven en krijgen, verliefd zijn. We hebben plezier en ontspanning nodig. Goede vibes, een goede atmosfeer, goede energie. Daarvoor hebben we vrijheid nodig, maar dat is waar de conversatie een beetje lastig wordt. (…) Wat mag een mens van zijn eigen land verwachten? Welzijn, welzijn, welzijn, niets anders. Maar onze economie, onze cultuur, ons erfgoed, het is allemaal een ramp.’
Sarina heeft veel meningen, ze interesseert zich evengoed voor politiek als voor mode en koken. En in haar vrije tijd leert ze Frans en Engels. Zo ook op die bewuste 23 september. Wanneer de les uit is, voegt ze zich bij haar demonstrerende vrienden in de wijk Gohardasht. Er is veel volk op de been, maar plots duiken agenten op met knuppels. Ze delen harde klappen uit. Sarina kan niet ontkomen, ze wordt verschillende keren hard op het achterhoofd geslagen en zakt in elkaar. Omstanders proberen nog hulp te vinden, maar korte tijd later overlijdt ze.
De opperrechter van haar geboorteprovincie Alborz legt de volgende dag een verklaring af : ‘Dit overlijden heeft niets met de protesten te maken. Sarina had een drugsverleden en kampte al langer met psychische problemen. Jammer genoeg heeft ze nu de hand aan zichzelf geslagen, door van de vijfde verdieping naar beneden te springen.’
Doodgeslagen op school
Eenzelfde tragisch lot dicht het Iraanse regime Arnika Ghaem Maghami (17), Bahnaz Afshari en Aylar Haghi (27) toe. Nochtans bestaan er van het eerste meisje beelden van haar zwaar verwonde benen – de politie schoot met hagel en trof haar tientallen keren. Toen ze op de grond lag, kwamen de fatale slagen. Het tweede meisje verdween spoorloos op zondagmiddag 23 oktober. Haar ongeruste ouders liepen alle ziekenhuizen af, en vonden haar vijf dagen later in een mortuarium. Dat hun dochter, zo kregen ze van veiligheidsagenten te horen, zich in een hotel van het leven had beroofd.
Aylar zat in het vierde jaar geneeskunde aan de universiteit van Tabriz, in de provincie Oost-Azerbaidjan. Op 16 november, zo luidt de officiële verklaring, sprong ze van het dak van een gebouw. Zelfmoord. De woordvoerders van de Iraanse studentenvakbond hebben een andere verklaring: Aylar nam op die bewuste dag deel aan de protesten. Achternagezeten door veiligheidsagenten vluchtte de jonge vrouw naar het dak van een gebouw onder constructie, waar ze vanaf werd geduwd. Ze kwam op een wapeningsstaaf terecht en stierf ter plaatse.
Nika, Sarina, Arnika, Bahnaz en Aylar, het zijn 5 van de onderhand 475 burgers die stierven tijdens de protesten. De meeste slachtoffers vielen op straat, een enkele keer werd een vijftienjarig meisje op haar school in Ardabil door veiligheidstroepen vermoord. Asra Panahi weigerde op 12 oktober deel uit te maken van de overheidspropaganda. Moesten de meisjes voor de camera een patriottisch liedje zingen, Asra schreeuwde ‘dood aan de dictator’ en kreeg fatale klappen. Dat ze een zwakke gezondheid had, zeiden de autoriteiten eerst. Alleen, hoe plausibel is een dergelijke doodsoorzaak voor een kind dat al jaren provinciaal zwemkampioen was? Kazem Musavi, parlementslid voor Ardabil, heeft een betere verklaring: ‘Asra pleegde zelfmoord.’
Lange traditie
‘Met zulke verhalen probeert het regime de beschuldigingen van geweld tegen burgers te counteren’, stelt Human Rights Watch-onderzoeker Tara Sepehri Far. ‘Er mogen dan al honderden doden zijn gevallen, en de Verenigde Naties mogen een onafhankelijk onderzoek eisen, de Islamitische Republiek houdt zijn onschuld vol. Het enige bloedvergieten dat wél wordt toegegeven, is dat in Zahedan op 30 september.’ Toen schoten veiligheidstroepen minstens 96 mensen dood.
Verzonnen zelfmoorden zijn geen nieuwe tactiek, meent Sepehri Far. ‘De ayatollahs hebben een lange traditie van gefilmde gedwongen bekentenissen, die vervolgens worden uitgezonden op de nationale tv. Wat me nu wél opvalt, is de snelheid waarmee die verzinsels opduiken, en de schaal waarop familieleden onder druk worden gezet om hun overleden verwanten als zelfmoordenaars af te schilderen. Waarom ze daaraan toegeven? Omdat ze anders zelf detentie riskeren, of omdat hun kinderen worden afgetroefd en bedreigd.’
Of de modale Iraniër veel geloof hecht aan die zelfmoordverhalen is een andere zaak. Volgens overheidsstatistieken had driekwart van de Iraniërs vijf jaar geleden al internet, en acht gezinnen op de tien keken toen al via satelliet naar oppositiezenders. Ter gelegenheid van de jaarlijkse Dag van de Journalist zette verslaggever Ghader Bastani de feiten in augustus op een rijtje: ‘Uit onderzoek van het in Nederland gevestigde peilingsbureau Gamaan blijkt dat zes Iraniërs op de tien nooit naar de staatstelevisie kijken. De belangrijkste nieuwsbronnen voor het gros van onze landgenoten zijn BBC Persian Service, Iran International, Manoto Tv en Voice of America.’ Het eerste station opereert vanuit Londen, het tweede wordt door Saudi-Arabië gefinancierd, het derde steunt de nabestaanden van de in 1979 afgezette sjah Pahlavi en het vierde wordt door Washington gesponsord.
Sinds de dood van Mahsa Amini focussen die zenders dag na dag op de protesten. Ze houden een lijst bij van de doden, brengen verhalen van gevluchte familieleden, analyses van naar het Westen verkaste Iraanse experts. Hier zijn Nika, Sarina, Arnika, Bahnaz en Aylar geen zelfmoordenaars, maar de zoveelste slachtoffers van de Iraanse Republiek. En de modale Iraniër, die beseft dat maar al te goed.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier