Proces-Pélicot verdeelt Frankrijk: ‘Nee, niet élke man is schuldig’

‘Het verdient lof dat Gisèle Pélicot op een openbaar proces heeft aangedrongen. Daaruit spreekt een kracht die boven de misdrijven uit stijgt.’ © AFP via Getty Images

Het proces rond Gisèle Pélicot, de Franse vrouw die via haar man door tientallen daders jarenlang seksueel werd misbruikt, heeft een debat aangejaagd over de schuld van mannen als bredere groep. De Parijse socioloog Nathalie Heinich reageert verontwaardigd. ‘Zo’n woke manier van denken kan totalitaire proporties aannemen.’

Zijn álle mannen verantwoordelijk voor wat er is gebeurd met Gisèle Pélicot (72) in haar slaapkamer? Jarenlang werd ze door haar man verdoofd en overgeleverd aan andere mannen. Over die vraag woedt een strijd in Frankrijk, voornamelijk onder vrouwelijke intellectuelen. Het ene feministische kamp, met filosofe Camille Froidevaux-Metterie en advocate Anne Bouillon als vertegenwoordigers, ziet het proces-Pélicot als een ‘proces tegen het mandom’, het maakt systemisch geweld tegen vrouwen zichtbaar. De tegenpartij, onder wie Nathalie Heinich en #MeToo-sceptica Caroline Fourest, roept op tot een genuanceerd oordeel over mannen.

Mevrouw Heinich, sommigen beschrijven het proces in Avignon als een proces tegen het mandom. Daarmee plegen ze verraad aan de democratie, zegt u. Dat zijn grote woorden.

Nathalie Heinich: Nee. In een democratie oordeelt de rechtsstaat over individuen en hun daden, niet over groepen. Wie mensen schuldig acht omdat ze deel uitmaken van een gemeenschap, begaat een flagrant onrecht. Toen leden van Hamas op 7 oktober 2023 een bloedbad aanrichtten in Israël deden ze dat vanuit een vergelijkbare denkwijze. Mannen vormen een categorie, net als het patriarchaat. In een democratisch land velt een rechtbank nooit een oordeel over categorieën.

‘Je bent niet altijd de vertegenwoordiger van een gemeenschap waartoe je behoort. Zo’n woke manier van denken kan totalitaire proporties aannemen.’

Vindt u het niet goed dat het proces een breed debat op gang heeft gebracht over seksueel geweld tegen vrouwen?

Heinich: Het debat is legitiem. Maar ik wil niet dat het een aanklacht wordt tegen dé mannen.

De feiten zijn wel typisch mannenmisdrijven. In Frankrijk is 96 procent van de beschuldigde verkrachters man.

Heinich: Dat is waar. Gelukkig zijn er veel mannen die nooit een verkrachter zouden worden.

Tientallen mannen die betrokken zijn bij het proces-Pélicot zien er kennelijk geen probleem in dat een bewusteloze vrouw wordt misbruikt. Ze hebben zich niet bij de politie gemeld, ook niet anoniem.

Heinich: Deze mannen zijn op geen enkele manier representatief voor de categorie waarvan ze deel uitmaken. Op het online portaal waar hoofdverdachte Dominique Pélicot hen inhuurde om zijn eigen vrouw te verkrachten waren vooral mensen actief met dezelfde seksuele neigingen. Het gaat hier niet over toxische mannelijkheid maar om de gebrekkige controle op zulke platformen, waardoor zulke misdaden een vrijgeleide krijgen. Het internet heeft een vorm van seksualiteit genormaliseerd die gericht is op gewelddadige pornofantasieën.

De website coco.gg, die Dominique Pélicot gebruikte om zijn handlangers te ronselen, werd in juni offline gehaald. Op die site zou ook pedofiel materiaal zijn gedeeld.

Heinich: Waarom kwam het verbod niet veel eerder? Het is moeilijk maar niet onmogelijk om cybercriminaliteit te bestrijden. Natuurlijk is het makkelijker om ‘het patriarchaat’ aan te klagen. Maar het is ook minder effectief.

Gisèle Pélicot groeit wereldwijd uit tot een feministisch icoon. Beschouwt ook u haar ook als een heldin?

Heinich: Pas over een paar jaar kunnen we vaststellen of ze een heldin voor onze samenleving is geworden, dan kunnen we vanuit een sociologisch perspectief beoordelen. Maar het verdient lof dat ze op een openbaar proces heeft aangedrongen en eist dat het rechtssysteem transparant handelt. Daar spreekt een enorme kracht uit. Die stijgt uit boven de gruwelijke misdrijven.

De beelden van het misbruik worden in de rechtszaal getoond. Gisèle Pélicot stelt zich kwetsbaar op, in de hoop dat verkrachters in Frankrijk en elders zich niet langer kunnen verstoppen.

Heinich: Ze is niet bang om de daders te noemen en te tonen. Zo voegt ze een morele dimensie toe aan het proces. Daar ben ik een groot voorstander van.

© REUTERS

Ze zegt ook dat ze vecht in naam van alle vrouwen die te maken hebben met seksueel geweld. In naam van bijna alle vrouwen, dus.

Heinich: Ze heeft absoluut gelijk. De weg naar de rechtbank ligt lang niet voor alle vrouwen open. Maar je kunt op basis van één verkrachtingsslachtoffer geen conclusies trekken voor alle vrouwen. Ik geef een radicaal voorbeeld: in Frankrijk doodt elke tien dagen een moeder haar kind. Moet dat betekenen dat alle moeders potentiële kindermoordenaars zijn? De absurditeit in die logica mag duidelijk zijn.

In Frankrijk hebben 200 mannen, onder wie zanger en rapper Gaël Faye, in een open brief erkend dat ze collectief schuld treffen.

Heinich: In plaats van een eind te maken aan seksisme tegen vrouwen draaien ze het om. Het is nu gericht tegen mannen. Maar het blijft seksisme. Kijk, mijn bezorgdheid is politiek geïnspireerd. Ik verzet me tegen het idee dat je altijd de vertegenwoordiger bent van een gemeenschap waartoe je behoort. Die stelling wordt vaak gekoppeld aan een verhouding waarin de ene groep door de andere wordt onderdrukt. Zo’n woke denkhouding kan totalitaire proporties aannemen. 

‘We moeten ervoor zorgen dat de moed van Gisèle Pelicot niet tevergeefs is geweest’

Verwerpt u ook de term ‘verkrachtingscultuur’? Seksueel geweld, bijvoorbeeld in het huwelijk, wordt nog vaak getolereerd.

Heinich: Verkrachting wordt nog dikwijls gebagatelliseerd. Maar om van een verkrachtingscultuur te spreken, zou er publieke waardering voor moeten zijn. Dat is niet het geval, anders zou seksueel geweld geen strafbaar feit zijn. Dat is het wel, al komen daders er veel te vaak mee weg. Wie het heeft over de ‘verkrachtingscultuur’ in Frankrijk zou ook moeten kijken naar landen waar de islamitische wet wordt toegepast en waar een seksistische, patriarchale cultuur veel meer schade aanricht dan in Europa.

Seksisme is ook bij ons erg aanwezig in het dagelijks leven, denk aan al die advertenties met vrouwelijk naakt. Bestaat er een continuüm waardoor dat in extreme gevallen tot verkrachting kan leiden?

Heinich: Ik zou toch maar voorzichtig zijn met zulke uitspraken. Woorden doen ertoe. Als vrouwen minder betaald krijgen dan mannen, moet je dat dan categoriseren als geweld? En als een vrouw op straat wordt nagefloten, wat is dat anders dan lompheid? Als een vrouw in de metro bij haar billen wordt gegrepen, dan is dat aanranding. Maar geen verkrachting. De termen door elkaar halen is intellectueel oneerlijk en valt moreel af te keuren, gezien wat vrouwen werkelijk ervaren als ze worden verkracht.

‘Voor de neofeministen staat de gemeenschap van vrouwen tegenover die van mannen. Dat is voor mij het tegenovergestelde van feminisme.’

Kan ik het zo samenvatten: u ontkent niet dat we nog altijd in een door mannen gedomineerde maatschappij leven, maar u geeft mannen daar niet de schuld van?

Heinich: Het woke neofeminisme gelooft dat de dominante figuren in de samenleving principieel schuldig zijn, en zij die worden gedomineerd slachtoffer. Ik weiger dat te onderschrijven. Er is nog altijd ongelijkheid, die voor een deel verantwoordelijk is voor de onderdrukking van vrouwen. Maar er is de afgelopen decennia spectaculaire vooruitgang geboekt, dat kun je niet ontkennen. Vrouwen hebben zelfbeschikking over hun lichaam, zijn financieel onafhankelijker en zijn veel meer vertegenwoordigd in topfuncties.

Wat opvalt: in het publiek bij het proces zitten voornamelijk vrouwen, nauwelijks mannen. Maken ze zichzelf niet moreel medeplichtig met hun onverschilligheid?

Heinich: Ik ken een paar mannen die het proces op de voet volgen en erg bezorgd zijn. Je bent nog niet onverschillig als je niet in de rechtszaal van Avignon gaat zitten.

U bent toegeeflijk tegenover mannen, en toch noemt u zich ook een feministe. Gaat dat samen?

Heinich: Ik behoor tot de oude school van het feminisme. Die heeft een universalistische benadering. Ze is er niet op gericht het verschil tussen de seksen systematisch te benadrukken, integendeel. Feminisme zou geen oorlog tussen de seksen mogen zijn, maar een gezamenlijke strijd van vrouwen en mannen voor emancipatie en gelijkheid. Voor de neofeministen staat de gemeenschap van de vrouwen tegenover die van de mannen. Dat is voor mij het tegenovergestelde van feminisme.

Het debat rond dit proces focust op geweld door mannen. Bestaan er volgens u ook typisch vrouwelijke vormen van geweld?

Heinich: Macht over een ander kan op verschillende manieren worden uitgeoefend, bijvoorbeeld door je autoriteit te laten gelden, of door fysiek geweld te gebruiken. Ook psychologische druk is een middel – iemand een schuldgevoel aanpraten, bijvoorbeeld. Dat wordt vaak gebruikt in het gezin, en niet alleen door vrouwen. Maar als neofeministen nu beweren dat alle mannen zich verantwoordelijk moeten voelen voor wat in Avignon aan de gang is, doen ze precies dát. Ze proberen macht uit te oefenen over mannen door hen de schuld te geven.

‘Het is makkelijker om “het patriarchaat” aan te klagen dan om cybercriminaliteit te bestrijden.’ © AFP via Getty Images

In de rechtszaal geldt voor verdachten het vermoeden van onschuld. Wat staat daartegenover voor veronderstelde slachtoffers van verkrachting? Dat ze te horen kunnen krijgen: ‘Wij geloven u’?

Heinich: Dat zou de aanname creëren dat elke aanklager ook een slachtoffer is. Alweer twee termen die worden verward. Het enige wat je naar recht en rede tegen deze vrouwen kunt zeggen is: ‘We luisteren naar u.’

Er wordt vaak niet geluisterd naar slachtoffers van verkrachting. Volgens onderzoek durft amper 6 procent van de slachtoffers in Frankrijk fysiek seksueel geweld aan te geven.

Heinich: Als een vrouw seksueel geweld meldt, moet dat altijd ernstig worden genomen. Het betekent niet automatisch dat ze de waarheid spreekt. Justitie is er om het misdrijf vast te stellen. Als dat niet lukt, kan dat ertoe leiden dat de beschuldigde ermee wegkomt. Maar dat betekent niet dat je het principe van het vermoeden van onschuld overboord kunt gooien.

Intussen loopt in Parijs een proces tegen een van de grootste sterren van Frankrijk: Gérard Depardieu. De acteur wordt beschuldigd van seksuele intimidatie. President Emmanuel Macron nam het voor hem op. Hoe kijkt u naar die zaak?

Heinich: Als socioloog kan ik het me niet veroorloven om daar een standpunt over in te nemen. Het proces tegen Depardieu en de rechtszaak in Avignon hebben wel dit gemeen: ze maken duidelijk hoezeer de verandering van de normen over seksueel gedrag is versneld sinds de #MeToo-beweging van 2017. In sneltreinvaart maken we mee wat de socioloog Norbert Elias in de jaren 1930 definieerde als het ‘beschavingsproces’. Vroeger waren er generaties nodig om sociale normen aan te scherpen of te veranderen, tegenwoordig duurt het maar een paar jaar. Gedrag dat iemand vandaag onaanvaardbaar vindt, zou die persoon een paar jaar geleden nog niet ter discussie hebben gesteld.   

‘Gedrag dat iemand vandaag onaanvaardbaar vindt, zou die persoon een paar jaar geleden nog niet ter discussie hebben gesteld.’

Wat betekenen die normveranderingen?

Heinich: We zien een morele revolutie. Dat is verwarrend voor mannen maar ook voor vrouwen. Je ziet het wanneer beroemdheden als Depardieu worden beschuldigd van seksuele misdrijven. Toen de vermoedelijke aanrandingen plaatsvonden, gaven sommige vrouwen op geen enkele manier te kennen dat ze geen toestemming hadden gegeven. Sommigen bleven nadien ook contact houden. Maar toen de sociale normen werden aangescherpt, zag je dat die vrouwen hun ervaringen opnieuw tegen het licht gingen houden. De normveranderingen beïnvloeden de samenleving als geheel. En omdat seksualiteit een gevoelig onderwerp is, worden die kwesties met veel emotie behandeld.

Depardieu zou zich bijzonder grof hebben gedragen tegenover vrouwen met hulpbaantjes op de filmset, wat neerkomt op machtsmisbruik. Is hij niet het bewijs van de systemische dimensie van seksueel geweld?

Heinich: Integendeel. Prominente daders zijn zeldzame uitzonderingen, die vrouwen soms juist daarom benaderen. Ze hebben wat ik ‘zichtbaarheidskapitaal’ noem: hun bekendheid geeft hun bepaalde privileges, ze hebben bijvoorbeeld makkelijker seksuele toegang tot anderen. Sommigen maken daar misbruik van. Als er sprake is van een systeem, dan bestaat het uit een zeer kleine elite.

Kan de strijd tegen seksueel geweld simpelweg beginnen met mannen die nadenken over hun relatie met vrouwen: minder streven naar macht op het werk, minder seksuele dominantie, en in plaats daarvan meer empathie?

Heinich: Het is nooit verkeerd om na te denken over je eigen gedrag. Maar moet je daarom begrippen als mannelijkheid en vrouwelijkheid verwerpen? Daar ben ik niet toe bereid. Mannelijkheid is niet synoniem aan vrouwen onderdrukken. Als mannen willen dat we ze aardig vinden, moeten ze vrouwen respecteren. De boodschap van Avignon moet zijn: seksueel geweld wordt bestraft.

Nathalie Heinich

1955: Geboren in Marseille.

Studies: Master in de filosofie en doctor in de sociologie.

Carrière: Hoofdonderzoekster van het Centre national de la recherche scientifique, gespecialiseerd in hedendaagse kunst.

Boeken: o.a. Le wokisme serait-il un totalitarisme? (2023), Le marché de l’art au risque du numérique. L’énigme des NFT (2024).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content