Polygamie in Burkina Faso: ‘Alsof de mening van een vrouw telt’
De zwangere Burkinese Mariam Sawadogo is eerlijk, ze hoopt dat haar eerste kind een zoon is. ‘Ik weet nu eenmaal hoe weinig kansen meisjes krijgen.’ En daar wil minister voor Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open VLD) iets aan doen: ‘Een economisch zelfstandige vrouw is minder kwetsbaar’, klinkt het tijdens zijn bezoek aan Burkina Faso.
‘Een jongen, uiteraard’, het antwoord van de zwangere Mariam Sawadogo is duidelijk. In juni bevalt de Burkinese van haar eerste kind en volgende maand kent ze het geslacht. In België luidt het (cliché) antwoord op de vraag: “Wat verkies je, een jongen of een meisje”, vaak: “Maakt niet uit, zolang het kind maar gezond is”. In Burkina Faso ligt dat anders.
In het West-Afrikaanse land zijn gedwongen huwelijken op jonge leeftijd, ongewenste zwangerschappen en een gebrekkige seksuele voorlichting een dagelijkse realiteit voor meisjes. De Belgische ontwikkelingssamenwerking wil daarom – naast drinkbaar water en het ondersteunen van het democratiseringsproces – sterk inzetten op vrouwenemancipatie. Tijdens een bezoek aan Burkina Faso, in het kader van een nieuw bilateraal partnerschap, kon Minister voor Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open VLD) met eigen ogen vaststellen hoe schrijnend de situatie op sommige plaatsen in het land is. Al is hij ook hoopvol. ‘Het gesprek met president Marc Kaboré was positief. Op heel wat vlakken zitten we op dezelfde lijn, hij is bereid om mee te stappen in ons verhaal.’
En ook de Burkinese bevolking stemt me hoopvol. De creativiteit van het middenveld toont dat ondanks barre omstandigheden, verandering mogelijk is.’
Geboorteaangifte per sms
Met een bevolkingsgroei van 3,4 procent (ter vergelijking: België kent groei van minder dan 0,5 procent ) per jaar neemt het aantal Burkinezen exponentieel toe. ‘Ieder jaar komen er 600.000 mensen bij, dat is een serieuze stad’, aldus De Croo na een onderhoud met, UNFPA het bevolkingsfonds van de Verenigde Naties.
Een van de meest kwetsbare groepen in deze samenleving zijn de jonge meisjes. ‘Want voor hen is de grens tussen gedwongen en niet-gedwongen seksuele relaties vaak wat vaag’, vertelt De Croo. Zo zijn er meisjes die in ruil voor voedsel oneerbare voorstellen krijgen of meisjes die onderweg naar school aangerand worden.
‘In plaats van de klassieke klassieke voorlichtingsprogramma’s – waar ik sowieso altijd mijn vragen bij heb – om deze problemen weg te werken, tracht UNFPA op een andere manier de meisjes te bereiken. Namelijk door hun taal te spreken en door leeftijdsgenoten aan het woord te laten. Dit doen ze via sociale media. ‘Uiteraard besef ik wel dat niet iedereen een gsm heeft, maar in elke gemeenschap zijn er wel een paar toestellen voorhanden zodat de boodschap zich toch kan verspreiden. ‘
Tegelijkertijd wil België een ander prangend probleem aanpakken via dit communicatiemiddel. Een derde van de meisjes wordt niet aangegeven. ‘Sociale druk om dat niet te doen, speelt mee’, verduidelijkt De Croo. De minister, die ook bevoegd is voor Digitale Agenda, is daarom grote voorstander om moeders hun kind per sms te laten aangegeven. ‘Erg eenvoudig, toch?’
Polygamie
‘Uiteraard zal ik een dochter even graag zien als een zoon’, vertelt de zwangere Sawadogo die werkt op een ecologische boerderij opgezet door de ngo Autre Terre. ‘Maar ik weet nu eenmaal hoe moeilijk meisjes het soms hebben. Hun kansen zijn beperkt.’
‘Een groot gezin op het platteland kan zo’n tien kinderen tellen’, vertelt ze. En ja als een man meerdere vrouwen heeft, kan het aantal nog hoger oplopen.’ Als ik haar vraag wat deze vrouwen vinden van het feit dat hun echtgenoot een ‘concurrente’ in huis neemt, antwoordt ze met enige schroom: ‘Alsof die vrouwen iets te zeggen hebben. Naar hun mening wordt niet geluisterd.’
‘Polygamie is inderdaad een gevoelig thema’, bevestigt De Croo. ‘De minister van Vrouwenzaken vertelde me dat veel succesvolle mannen als statussymbool een tweede vrouw nemen. Zij vond dat alleszinds geen goede zaak. Volgens haar is het belangrijk dat naast politici ook bekendheden zich uitspreken over het thema.’
Want in Burkina Faso gebeurt het vaker dat het middenveld heikele thema’s op de agenda plaatst. De Croo verwijst naar Le Balai Citoyen, een van de grootste protestbewegingen van Afrika, die het voortouw nam in de opstand tegen de regering in oktober 2014. Het waren rappers die deze beweging op gang trokken. ‘Dit land heeft zo’n slechte ervaringen met politiek, dat je veranderingen alleen maar bereikt door mensen naar voor te schuiven die niet politiek gebonden zijn’, vertelden ze De Croo tijdens een gesprek.
Lokale leiders overtuigen van het nut van waterputten of goede ziekenhuizen, vergt meestal niet al te veel moeite.Maar wanneer gevoeligere thema’s, zoals polymie of kindhuwelijken, aan bod komen, zijn er meer hindernissen te overwinnen in de ontwikkelingssamenwerking. ‘Zulke zaken zijn vaak verbonden met religie en traditie’, beaamt De Croo. ‘Om twijfel weg te nemen, komt het erop aan om niet alleen met het vingertje te wijzen onder het mom van: Onze Westerse waarden moeten overgenomen worden. Nee, je moet concrete voorbeelden aanhalen en tonen wat voor nefaste impact het heeft voor de economie (en een ganse gemeenschap) wanneer vrouwen ongeschoold blijven of te vroeg huwen.’
Biobrandstof
Sceptisme tegenover Westerse innovaties kwam ook aan bod tijdens een bezoek aan de ngo ULB Cooperation in het Burkinese Barsalogho. De ngo begon 25 jaar geleden te werken in de zeer onvruchtbare en arme regio ten noorden van Ouagadougou. Aanvankelijk werden waterputten gebouwd in het dorp, maar activiteiten hebben zich steeds verder uitgebreid. Zo wordt vandaag de balanite, een soort dadel die overvloedig aanwezig is, verwerkt tot biobrandstof voor de elektriciteitsgeneratoren.
Indrukwekkende rapporten maken geen indruk op ongeletterde boeren
En hiermee stopt het niet. Projectleider Boris Javeau wil het onderste uit de kan halen. Sinds kort wordt geëxperimenteerd met andere mogelijkheden van balanites. Naast de productie van zeep, lopen er testen om het vruchtvlees te verwerken in het veevoeder. Uit de eerste resulaten blijkt dat dit betere mest oplevert. Maar de boeren zijn niet overtuigd: ‘Wij doen het al jaren op onze manier, waarom zouden we dat nu moeten veranderen’, klinkt het.
‘Je kunt wel staan zwaaien met rapporten, maar dat maakt geen indruk op de, vaak ongeletterde, boeren’, aldus Katrien Meersman, Attaché Development Cooperation op de Belgische ambassade in Burkina Faso. ‘Daarom wordt de daad bij het woord gevoegd.’ En inderdaad iets verderop staan enkele koeien. ‘Zij krijgen de specifieke mest toegediend, zodat de lokale landbouwers met hun eigen ogen kunnen ontdekken of de mest al dan niet werkt’, verduidelijkt Meersman.
Deze ngo toont aan dat met enige creativiteit toch een productieproces op gang kan worden gezet in een op papier ‘verloren regio’, zonder natuurlijke rijkdomen. De Belgische ontwikkelingssamenwerking geeft jaarlijks zo’n 500.000 euro aan het project. Een druppel op een hete plaat in een land waar zo’n 45 procent van de bevolking onder de armoedegrens leeft?
‘Er komen elk jaar 600.000 nieuwe kinderen bij en in dat kader is de impact van zulke lokale projecten – die “slechts” voelbaar zijn voor pakweg 10.000 mensen – klein, dat klopt’, aldus De Croo. ‘Maar ik denk dat het onze rol is om als Belgische overheid, met onze beperkte middelen op zoek te gaan naar projecten die vandaag reeds succesvol zijn en dan kunnen nadenken over hoe we deze door middel van schaalvergroting naar een hoger niveau kunnen tillen.’
‘Bovendien zijn het de vrouwen die de balanites oprapen. Door hen een een job te geven én een inkomen worden ze economisch onafhankelijk en zijn ze tegelijkertijd minder kwetsbaar. Een bijkomend voordeel is dat vrouwen hun inkomen zinvoller besteden dan mannen. Hét bewijs dat een zelfstandige vrouw het ganse gezin ten goede komt.’
Door Annelies Van Erp in Ouagadougou, Burkina Faso
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier