De Russische president Vladimir Poetin erkent maandag dat de aanslag op een concertzaal in Moskou, waarbij 139 doden vielen, het werk was van “radicale islamisten”. Dat meldt het door de staat gecontroleerde nieuwsagentschap TASS.
Tot dusver weigerde het Kremlin, dat al vlak na de aanslag naar Oekraïne wees, commentaar te geven op de opeising door terreurgroep IS.
Poetin voegde er maandag wel aan toe dat de daders naar Oekraïne vluchtten. “Het is belangrijk om een antwoord te geven op de vraag waarom de terroristen na hun misdaad probeerden om naar Oekraïne te vertrekken? Wie wachtte daar op hen?”, zei Poetin tijdens een regeringsbijeenkomst.
Kiev heeft van bij de start iedere betrokkenheid ontkend.
De jihadistische groepering Islamitische Staat heeft al meermaals de verantwoordelijkheid voor de aanslag opgeëist. Westerse veiligheidsautoriteiten en experts vinden de claim geloofwaardig en verdenken de IS-afsplitsing Islamitische Staat in de Provincie Khorasan (ISPK) ervan achter de aanslag te zitten. Het opruimen van de verwoeste concertzaal en het zoeken naar mogelijke andere slachtoffers onder het puin zou dinsdag afgerond moeten zijn, zei de gouverneur van de regio Moskou, Andrej Vorobjov. Rouwenden bleven bloemen leggen bij een geïmproviseerd gedenkteken bij de omheining van de site van Crocus City Hall.
