Robbert de Witt

‘Pentagon-lek is geen afgang, maar leidt wel tot onwenselijk navelstaren’

Robbert de Witt Adjunct-hoofdredacteur EW

Nu het stof rond de ‘Pentagon Leaks’ is neergedaald, wordt duidelijk wat het echte probleem is: we komen er vermoedelijk nooit achter wat er waar en niet waar is. En het leidt af van het werk dat de inlichtingendiensten eigenlijk moeten doen: politiek en defensie informeren over activiteiten en plannen van buitenlandse mogendheden als Rusland en China, schrijft Robbert de Witt.

Zo trappen we er steeds weer in, na elke onthulling. Gelekte geheime documenten schetsen een beeld van de Verenigde Staten waarin zij alles en iedereen bespioneren, vijand én vriend. Nu de ergste verontwaardiging een beetje is geluwd, blijkt er toch niet zo heel veel aan de hand.

Het gekke met de recente ‘Pentagon Leaks’ is dat de documenten al weken openbaar waren – zij het op platforms waar vrijwel niemand ze opmerkte – maar pas onlangs een wereldwijde kwestie werden. De 21-jarige Jack Teixeira, inmiddels opgepakt door de FBI, de federale recherche, zou uit frustratie en om op te scheppen allerlei geheime informatie van het Pentagon, het Amerikaanse ministerie van Defensie, online hebben gezet. Dat werd aanvankelijk amper opgemerkt. 

Het gaat om deels gefotografeerde inlichtingenrapporten, voornamelijk over de oorlog in Oekraïne, waardoor veel gevoelige details over de staat van het Oekraïense leger op straat kwamen te liggen. Daarnaast bevatte het lek onderschepte communicatie van bevriende regeringen als die van Egypte, Zuid-Korea en Jordanië.

Een afgang voor Washington, was het algemene oordeel. Maar daar valt best iets op af te dingen.

Ten eerste ontkom je niet aan de indruk dat de berichtgeving sterk werd gekleurd door sensatiezucht. Omdat het zo spannend is een inkijkje te krijgen in de duistere, meestal hermetisch afgesloten wereld van de CIA en andere Amerikaanse inlichtingendiensten. Smullen maar!

(Lees verder hieronder.)

Maar door diplomaten werd er heel wat nuchterder op gereageerd. Misschien omdat je laten afluisteren net zo gênant is als de communicatie die vervolgens naar buiten komt. Maar ook omdat geen enkele regering zelf heilig is. Wie kan afluisteren en spioneren, doet dat. Of het nu om een vijand of een bondgenoot gaat. Publieke woede over de Amerikanen omdat die geheime communicatie hebben onderschept, zou hypocriet zijn.

Ten tweede is het maar de vraag of alle gelekte informatie wel klopt. Amerikaanse autoriteiten hebben weliswaar bevestigd dat er sprake is van een lek en dat de documenten authentiek zijn. Maar ook dat ermee is geknoeid, mogelijk door de Russen. Zo staan in een van de berichten slachtofferaantallen die bij de Russen veel lager zijn en bij de Oekraïners veel hoger dan steeds is berekend door westerse inlichtingendiensten.

Hebben de Russen de papieren gemanipuleerd? Zo ja, welke dan allemaal? Of hebben de Amerikanen de documenten bewerkt, om de Russen de schuld te kunnen geven en zo de geloofwaardigheid van de geheime inlichtingen te ondermijnen? Het blijft schimmig. We weten niet of er ooit een antwoord komt op deze vragen.

Bovendien: zelfs al zouden de inlichtingenrapporten niet zijn bewerkt, dan betekent dat nog niet dat de informatie echt waar is. Amerikaanse inlichtingendiensten zijn vermoedelijk het best uitgerust en georganiseerd van alle inlichtingendiensten. Ze harken voortdurend informatie binnen en stellen dan hypotheses op. Alles wordt gewikt, gewogen en opgeschreven in rapporten met het rode stempel Classified, ‘geheim’. Of het nu een wilde theorie is of een plausibele verklaring.

(Lees verder hieronder.)

Zoals buitenlandexpert Holman W. Jenkins, Jr. onlangs schreef in de Amerikaanse krant The Wall Street Journal: ‘Omdat iets in een inlichtingenrapport staat, betekent niet automatisch dat het echt is gebeurd.’

De hele episode rond de ‘Pentagon Leaks’ is vooral kwalijk omdat zij afleidt van het werk dat de inlichtingendiensten eigenlijk moeten doen: politiek en defensie informeren over activiteiten en plannen van buitenlandse mogendheden. Zodat die verstandige besluiten kunnen nemen op basis van de juiste informatie.

Maar grootschalige lekken leiden juist tot een periode van navelstaren: hoe kon dit gebeuren? En hoe kan dit voortaan worden voorkomen? Terwijl het 100 procent zeker is dat een inlichtingendienst nooit helemaal waterdicht kan zijn. Het versterken van potentieel zwakke plekken – en dat een geestelijk wat instabiele medewerker als Teixeira toegang kon krijgen tot zo veel gevoelige informatie, is zo’n zwakke plek – kost veel tijd, energie en mankracht.

Terwijl die juist nu nodig zijn om de stiekeme praktijken van met name Rusland en China bloot te leggen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content