Rudi Rotthier vanuit de VS

Pastagate, Poulet Frit Kentucky en geen ‘wc’ maar ’toilette’: taalinspecteurs houden Montréal zuiver

In Montréal worden niet-Franstaligen strak in de gaten gehouden door taalinspecteurs. Zeg dus niet ‘wc’, maar ’toilette’. En pizza: daar moet toch een Franse term voor zijn? Of: waarom het Frans niet twee keer zo luid spreken als het Engels? Verslag uit taalgek Montréal. ‘Is het normaal dat ik voor 75 procent in mijn eigen taal word geholpen?’

Elke zaterdag brengt Rudi Rotthier, onze correspondent in Canada en de VS, u een achtergrondverhaal vanuit de stad of streek waar hij op dat moment resideert.

Montréal, met wijken die overwegend Engelssprekend zijn, telt in totaal bijna 19 procent Engelstaligen, tegenover, volgens de recentste telling, 57 procent families waar in eerste instantie Frans wordt gesproken. De stad maakt deel uit van de ‘eentalig Franstalige provincie Québec‘, die op haar beurt deel uitmaakt van het officieel tweetalige Canada.

Poulet Frit Kentucky

De eentaligheid is sinds 1974 bij wet vastgelegd, en de wet werd in 1977 tot in detail uitgesponnen. Wie er een bedrijf begint, moet weten dat het uithangbord Franstalig moet zijn. Kentucky Fried Chicken heeft zichzelf radicaal verfranst tot PFK (Poulet Frit Kentucky). Second Cup, de keten van koffiehuizen, heeft de naam licht aangepast tot: Café Second Cup etc. Ooit was de regel dat het Frans op affiches twee keer zo groot moest zijn als de andere taal, wat de beroemdste schrijver van de stad, Mordecai Richler, een Engelstalige, noopte tot een alternatief voorstel: laten we voortaan Frans twee keer zo luid spreken als Engels. Het werd hem niet in dank afgenomen, en zijn vertaald werk is zo goed als verdwenen uit Franstalige boekhandels. Overigens, niet alleen de beroemdste schrijver van de stad werkt(e) in het Engels, ook de beroemdste zanger van de stad, Leonard Cohen, doet dat.

Geen WC, wel een toilette

Het Frans wordt op allerlei wijzen gestimuleerd. Kinderen van migranten moeten sowieso naar de Franse school. Kinderen van inheemse Engelstalige kinderen moeten bewijzen dat een van hun ouders zelfs Engelstalig basisonderwijs heeft gevolgd, alvorens ze toegelaten worden tot het Engelstalig onderwijs.

Op de naleving van de wet wordt toegezien door het Office Québécois de la Langue Française. De organisatie gaat na of winkelbedienden hun klanten wel degelijk eerst in het Frans aanspreken, en of er niet een bordje met ‘WC’ hangt waar dat toilette moet zijn. Dat levert bakkenvol statistieken op. En verontwaardigde reacties van hardliners die zich zorgen maken omdat slechts 95 procent van de winkelbedienden vlot in het Frans uit de voeten kan, en nog 24 procent lijkt te twijfelen alvorens een klant aan te spreken, in plaats van resoluut in het Frans van wal te steken.

Het Office Québécois de la Langue Française
Het Office Québécois de la Langue Française© /

Als afscheid geldt, ook in exclusief Franstalige wijken, een simpel ‘bye’ als afdoend. Vreemd genoeg ontsnapt dat ‘bye’ aan de aandacht terwijl het gebruik van ‘weekend’ (moet ‘fin de semaine‘ zijn) weer wel wordt bekritiseerd.

Ook de andere kant maakt zich zorgen. Is het normaal en wenselijk dat je in een Engelse boekhandel (Librairie Chapters) eerst in het Frans moet aangesproken worden? Wat is er mis met de eigenaar van een uitheems restaurant die haar of zijn klanten even met een paar woorden Vietnamees of Italiaans verwelkomt? Draagt dat bij tot de sfeer of is het een taalmisdrijf?

Pastagate

Begin vorig jaar bezochten inspecteurs het betere Italiaanse restaurant Buonanotte en troffen een menu aan dat bulkte van de Italiaanse termenn. Op Valentijnsdag verstuurde het Office Québecois een waarschuwing naar de eigenaar: hij moest voortaan een Frans menu voorzien en termen als pizza, pasta en antipasta of caffé tevervangen door een Franstalige equivalent. Zoniet zou hij worden beboet.

Eigenaar Massimo Lecas, verontwaardigd, maakte de brief via een blogger wereldkundig, en de verontwaardiging strekte zich ditmaal ook uit tot Franstaligen. Het hoofd van het Office nam de verantwoordelijkheid op zich en nam ontslag.

Maar nog altijd blijven er disputen gaande over namen die te Engels klinken. Recent nog: heisa rond een plastic lepeltje in de yoghurt waarop bijna onleesbaar ‘sweet moosic’ was gedrukt, een voorzichtige verwijzing naar de inderdaad Engelse term voor eland. Het lepeltje is weggehaald uit de yoghurt. De lepel is voortaan tekstloos. Nog altijd is er sprake van een verstrenging van de wet, noodzakelijk om het Frans verder te verdedigen.

75 procent Frans

De centrale zetel van het Office bevindt zich aan de Rue Sherbrooke, op een steenworp van dat andere bastion van Franstaligheid, la Société Saint-Jean-Baptiste (Saint-Jean-Baptiste moet voor inwoners van Québec zijn wat Saint-Patrick is voor Ieren, een patroonheilige).

Ik loop er even naar binnen. François, een gepensioneerde werknemer van Hydro-Québec (‘We produceren de goedkoopste elektriciteit van de wereld’, beweert hij), komt er voor het eerst in zijn leven een klacht neerleggen. Hij heeft materiaal gestockeerd bij de verhuisfirmaU-Haul en ontving toen hij om nadere inlichtingen vroeg een automatische mail in het Engels. Toen hij later een echt antwoord kreeg, stonden daar ook Engelse termen in. Hij stuurde een klacht naar U-Haul waarop de Franstalige werkneemster hem inderdaad nogal onhandig had verzekerd dat hij toch zeker voor 75 procent in het Frans was bediend.

De Franse president Charles De Gaulle wordt met een beeld bedankt voor de steun die hij verleende aan 'het vrije Québec'
De Franse president Charles De Gaulle wordt met een beeld bedankt voor de steun die hij verleende aan ‘het vrije Québec’© /

‘Ik kan je niet vertellen’, zegt François, en hij heeft de bevreemdende gewoonte om in een groot schrift te noteren wat hij gaat vertellen, ‘hoe verontwaardigd ik ben, hoe vernederend ik dit vind.’

Ik zie hem het woord ‘wetgeving’ en het jaartal ‘1977’ opschrijven. ‘De wetgeving dateert van 1977’, zegt hij even later, ‘en 37 jaar later krijg ik een automatisch bericht in het Engels, en vindt men het normaal dat ik voor 75 procent in mijn eigen taal word geholpen.’

Masters?

Het wijst op de arrogantie van de meerderheid, vindt hij, hij bedoelt de meerderheid in Canada en Noord-Amerika. Die voelen zich nog altijd ‘masters‘, terwijl de Franstaligen goede sullen zijn die geen ruzie willen en die dus maar slikken, slikken, slikken. Hij zal nu voor het eerst in zijn leven niet langer slikken maar een klacht indienen, tegen U-Haul.

Het is een vreemde tirade. De strijd is immers gewonnen: Québec is officieel eentalig. Montréal, met zijn 57 procent Franstaligen, is officieel eentalig. In de metrostellen vind je alleen maar Franse aanduidingen. Er zijn tientallen inspecteurs die ‘wc’ systematisch laten vervangen door ‘toilette‘, die 9 procent van de bedrijven verplichten om een andere naam te kiezen. Uit statistieken blijkt dat de Franstaligen hun economische achterstand zo goed als volledig hebben weggewerkt.

Maar toch is François zurig, en hij niet alleen. En gek genoeg zijn de Engelstaligen die ik spreek positiever. Ze hebben hun taalachterstand, die inderdaad schrijnend was, weggewerkt. Ze zijn nu vaak beter geschoold in de twee talen dan de Franstaligen, die hun kennis van het Engels laten slabakken. Ze zien hoe de situatie zich normaliseert, ook al zijn er nog uitschuivers en pesterijen, waarbij Engelstaligen uitgescholden worden (zoals te zien in de video hieronder).

Ook al was er tot voor kort sprake van een Charter van Waarden van Québec, dat voor eens en altijd zou vastleggen wat het inhield Québécois te zijn (onenigheid over wat er – behalve een beteugeling van hoofddoeken – in dat charter moest staan, en een verkiezingsoverwinning van de oppositie maakten een eind aan dat plan).

Engels is de taal van het geld

Maar François ziet het zo niet. Québec behaalt hoogstens pyrrhusoverwinningen, volgens hem. Ten gronde wil hij onafhankelijkheid. Zolang die er niet is, zullen Franstaligen sukkelen en in de verdediging gedwongen worden. ‘In een onafhankelijk Québec kunnen we ons eindelijk met de echte problemen bezighouden.’

Die onafhankelijkheid heeft Québec tijdens een referendum in oktober 1995 op een haar na gemist. Een meerderheid van Franstaligen was voor, maar de anderen waren tegen en in totaal – ook dat noteert hij – waren er 50.000 stemmen tekort. Op 6 miljoen of daaromtrent. En nu – hij begint een nieuwe, passionele monoloog – worden de kansen op onafhankelijkheid met de dag kleiner. En wel door de migratie.

Québec probeert Franstalige migratie aan te trekken, maar dat zijn, zegt hij, voornamelijk Marokkanen en Algerijnen die eens ze in het land zijn, niet heel veel belang meer hechten an hun Franstaligheid. En ook als migranten Franstalig zijn, en dat is een minderheid van de instroom, blijft het Engels voor hen toch aantrekkelijk.

Engels is de taal van het geld. Frans is de taal van wat anders, van de cultuur misschien, van de niet geglobaliseerde wereld, van de boeren, van de achterlijken, van de racisten. Die laatste aanduiding wijst François resoluut af. Ja, de Engelstaligen waren vaak joden, of protestanten, of atheïsten, en de Franstaligen waren ooit devoot katholiek. Maar nu is quasi iedereen niets, ongelovig, of sceptisch, hij in de eerste plaats. En het was hem nooit om geloof of herkomst te doen. Het gaat hem om het soort wereld. Een Engelstalige die Frans spreekt, en die niet alleen dollartekens in de ogen heeft, is hem even lief als iemand met een stamboom die tot 1645 in Québec wortelt. Hij vindt trouwens dat zijn mede-Franstaligen te wensen overlaten.

Montréal in 1995 tijdens een manifestatie voor de onafhankelijkheid van Québec
Montréal in 1995 tijdens een manifestatie voor de onafhankelijkheid van Québec© Belga

‘We missen fierheid. We zijn niet fier op onze taal. We spreken ze slecht.’ En de Franstalige jongeren zijn niet langer zo overtuigd van de noodzaak van de strijd. Jonge rappers zingen in het Engels of verwerken Engels in hun Franse teksten. Heiligschennis is het niet, maar het stemt hem droef. ‘Alsof de allermooiste liedjes van de wereld niet in het Frans zijn gezongen.’

Ach Europa

Hij droomt ervan dat Schotland, Catalonië en Vlaanderen zich afscheiden en zo het onafhankelijkheidsvuur in Québec weer ten volle laten ontbranden. Maar hij betwijfelt of dat zal gebeuren.

Hij heeft in het tweewekelijkse blad L’Actualité gelezen dat de twee kampen uit Schotland op studiereis naar Québec gekomen zijn. Het kamp tegen onafhankelijkheid heeft geleerd dat je angst moet zaaien, en tegelijk toegevingen moet doen, het beste van beide werelden beloven, grotere autonomie, bijna zelfstandigheid, maar zonder de chaos die volgt op een afscheiding.

Maar dat, vindt François, is een illusie: de meerderheid, de Engelstalige meerderheid in Canada, de Engelse meerderheid in het Verenigd Koninkrijk, die hebben de inertie aan hun kant. Het is altijd makkelijker dingen op hun beloop te laten, dan ze te veranderen. Wie wil veranderen, loopt zijn kop stuk tegen een muur. ‘De anderen kunnen gewoon wachten tot wij de moed verliezen.’

Door Rudi Rotthier vanuit Montréal, Canada

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content