Palestijnse activiste Maha Abdallah: ‘Etnische zuiveringen zijn al 75 jaar het handelsmerk van Israël’
Volgens de Palestijnse Maha Abdallah is Israël uit op een genocide. ‘Wat verwacht de wereld eigenlijk van ons? Dat we ons laten vernietigen?’
We hebben in een Brusselse hotellobby afgesproken, de herrie van rolkoffers en het gekwebbel van gasten nemen we erbij. De vrolijke kerststemming is niet aan Maha Abdallah besteed. Al zeven weken staat ze op en gaat ze slapen met de oorlog in Gaza, waar de wapens op het moment van ons gesprek even zwijgen voor een ‘humanitaire pauze’. ‘Ik heb geen familie in Gaza wonen, maar wel collega’s en vrienden’, zegt ze. ‘Rechtstreeks contact is onmogelijk, het netwerk is constant overbelast. Via familie en vrienden weet ik wel dat ze zonder uitzondering ontheemd zijn. Gisteren kon ik toch een collega appen. Are you alive?, heb ik gestuurd, terwijl ik besefte hoe absurd zo’n vraag is. Tot mijn opluchting volgde er snel een bevestiging. Het valt eigenlijk niet te bevatten wat de mensen in Gaza overkomt, de permanente doodsangst, het overleven tussen smeulende puinhopen, de lijken die niet eens begraven kunnen worden. Ze moeten zich zo eenzaam en in de steek gelaten voelen, totaal weerloos tegen het extreme geweld van de Israëlische oorlogsmachine.’
Abdallah, afkomstig uit Oost-Jeruzalem, afgestudeerd in de politieke wetenschappen en internationaal recht in Caïro, heeft zeven jaar voor Al-Haq gewerkt, een in Ramallah gevestigde mensenrechtenorganisatie die opkomt voor de rechten van de Palestijnen in bezet gebied. Corporate responsability was haar specialiteit: de medeplichtigheid van multinationals en banken bij de illegale kolonisatie en economische exploitatie van de Westelijke Jordaanoever. Sinds vorig jaar werkt ze als onderwijsassistent aan de Universiteit Antwerpen, waar ze tegelijkertijd een doctoraat voorbereidt. ‘Over het concept en de misdaad van genocide in de context van zionisme en vestigingskolonialisme’, legt ze uit.
Het woord ‘genocide’ dreigt door overgebruik uitgehold te worden. Is het wel van toepassing op de oorlog in Gaza?
Maha Abdallah: Het internationaal recht legt de lat voor genocide terecht erg hoog. Volgens het Genocideverdrag van de Verenigde Naties gaat het om handelingen bedoeld om een nationale, religieuze of etnische groep geheel of gedeeltelijk te vernietigen. Dat laatste is hier duidelijk het geval. Maar cruciaal bij genocide is de intentie. Die valt moeilijk te bewijzen, want genocideplegers maken hun plannen zelden bekend. Sinds 7 oktober doet Israël geen enkele moeite meer om zijn genocidaire intenties te verbergen. Het Israëlische leger is die plannen aan het uitvoeren.
Een zware beschuldiging. Kunt u die hard maken?
Abdallah: Ik heb al een lange lijst verzameld met verklaringen van Israëlische ministers, topmilitairen en parlementsleden waarin Palestijnen systematisch worden ontmenselijkt. Ze noemen ons menselijke dieren, er wordt opgeroepen om Gaza van de kaart te vegen, desnoods door er een atoombom op te gooien. Het is niet zonder reden dat honderden professoren, onderzoekers en advocaten, allemaal specialisten in internationaal recht, genocide- en Holocauststudies, een brief hebben ondertekend om te waarschuwen voor een genocide. Ook mensenrechtenexperts van de Verenigde Naties hebben al drie keer aan de noodrem getrokken. Gaza is al zestien jaar afgegrendeld, de levensomstandigheden waren al onmenselijk. Dat heeft Israël niet belet om op 9 oktober alle bevoorrading met water, elektriciteit, voedsel en medicijnen te blokkeren. Een bevolking uithongeren wordt dus als oorlogswapen gebruikt. Hoe kun je dat anders noemen dan een poging om een bevolkingsgroep te vernietigen?
Die maatregel kwam er twee dagen na de raid die Hamas samen met de kleinere Islamitische Jihad uitvoerde. 1200 mensen, voornamelijk burgers, werden op vaak gruwelijke wijze vermoord, 250 andere als gijzelaars ontvoerd. Volgens de Israëlische regering, daarin gesteund door de publieke opinie in Israël, is dát het ware genocidaire geweld.
Abdallah: Verzet criminaliseren, dat is wat koloniale machten altijd hebben gedaan. Israël tapt altijd uit hetzelfde vaatje: terrorisme en antisemitisme. Over 7 oktober wil ik alleen het volgende zeggen: dat is niet waar de Palestijnen voor vechten, we zijn niet uit op bloedvergieten. Onze strijd gaat over vrijheid en het recht om in waardigheid in ons eigen land te leven. Het is de realiteit die ons geen keuze laat.
Etnische zuiveringen zijn al 75 jaar het handelsmerk van Israël.
Moet die strijd echt op zo’n gruwelijke manier worden gevoerd? En moet je ook als Palestijn de raid van Hamas niet veroordelen?
Abdallah: Kijk, ik hoef geen verantwoording af te leggen voor de daden van Hamas, Fatah of wie dan ook. Je kunt hier ook niet over oordelen zonder rekening te houden met de honderd jaar van onderdrukking die Palestijnen al hebben ondergaan. Vaak lees ik dat het conflict hopeloos ingewikkeld is. Laat die dooddoener alsjeblieft achterwege, want in feite is het erg eenvoudig. De Palestijnen zijn niet de agressor, wij zijn het niet die van buitenaf zijn gekomen om met geweld een racistische apartheidsstaat te vestigen. Natuurlijk komt er verzet. Als iemand kopje-onder wordt geduwd en dreigt te verdrinken, zal hij alles doen om boven water te komen. Ik word hier soms moe van. Zelfs als Palestijnen zich geweldloos verzetten, worden ze als terroristen afgeschilderd, ook in Amerika en Europa. Wat verwacht de wereld eigenlijk van ons? Dat we ons als perfecte slachtoffers gewillig laten onderdrukken, deporteren en vernietigen? Waarom wordt de Israëli’s niet gevraagd om de gruwelijke daden van hun regering te veroordelen? Of moet alleen de Palestijnse menselijkheid steeds in twijfel getrokken worden?
Hamas staat al sinds 2001 op de Europese terreurlijst. Hoe kijkt u naar Hamas?
Abdallah: Als een politieke partij die een militaire vleugel heeft, net zoals Fatah en het Volksbevrijdingsfront. Er zijn miljoenen Palestijnen. Geen enkele partij kan beweren dat ze ons collectief vertegenwoordigt.
Er wordt veel gespeculeerd over een tweede Nakba. Israël zou eropuit zijn de bevol–king van Gaza collectief te verdrijven, bij voorkeur naar de Egyptische Sinaïwoestijn, waar reusachtige vluchtelingenkampen zouden ontstaan. De herhaalde oproepen van het Israëlische leger aan de Gazanen om naar het zuiden richting Rafah te vluchten, zouden in dat plan passen. Achter de officiële intentie om burgerslachtoffers te vermijden, zou een verborgen agenda schuilen: de bevolking concentreren dicht bij de grensovergang. Gelooft u in dat scenario?
Abdallah: (zucht) Soms denk ik dat de internationale gemeenschap aan amnesie lijdt. Etnische zuiveringen zijn al 75 jaar het handelsmerk van Israël. Zijn we 1948 vergeten, de bloedbaden en de vernietiging van meer dan 400 Palestijnse dorpen? In 1967 is het opnieuw op grote schaal gebeurd, en daarna werd de politiek van etnisch zuiveren sluipend voortgezet. Dus ja, Israël droomt ervan de 2,3 miljoen Gazanen te verdrijven en over de regio te verspreiden. Verschillende extreemrechtse ministers hebben er de voorbije weken schaamteloos voor gepleit. Het scenario staat bovendien in een vertrouwelijk beleidsdocument dat werd gelekt. Toch zie ik het niet meteen gebeuren.
Waarom niet?
Abdallah: De Verenigde Staten en Europa beweren dat ze het niet willen. Met sympathie voor de Palestijnen heeft dat niks te maken. Ze zijn allemaal meer geïnteresseerd in de gasreserves voor de kust van Gaza, in de controle over waterbronnen, in wapenhandel en nieuwe handelsroutes, dan in het welzijn van de Palestijnen. Hun verzet tegen een nieuwe Nakba heeft een andere reden: landen zoals Egypte en Jordanië zien het niet zitten om een nieuwe vluchtelingenstroom op te vangen, zonder perspectief op terugkeer, zoals de geschiedenis hen heeft geleerd. De eerste Palestijnse vluchtelingenkampen ontstonden 75 jaar geleden. Ze zijn er nog altijd.
Hoe moet het verder met Gaza als straks de wapens zwijgen? De Israëlische premier Benjamin Netanyahu hoopt net zoals de Verenigde Staten dat de Palestijnse Autoriteit (PA) behalve de Westelijke Jordaanoever ook Gaza kan controleren. Is dat realistisch, gelet op de onpopulariteit van de PA en haar president Mahmoud Abbas?
Abdallah: Absoluut niet. Er is een grote consensus onder de Palestijnen dat Abbas een handpop is van de Israëlische bezetter. Tijdens deze crisis is de PA compleet door de mand gevallen. Wat was haar reactie op de agressie tegen Gaza en door kolonisten en het Israëlische leger op de Westelijke Jordaanoever? Zwak, incompetent en vooral laf. Palestijnen die in Ramallah durfden te protesteren tegen de bombardementen werden door hun eigen politie afgeranseld en gearresteerd. De PA had op zijn minst kunnen doen alsof ze de spelregels van de democratie respecteert. Jordanië is evenmin een democratie, maar de regering had wel het fatsoen om in Amman een plein te reserveren voor protest. Het is niet ongebruikelijk dat Palestijnse veiligheidsdiensten gerichte arrestaties van Palestijnen uitvoeren op verzoek van het Israëlische leger, zover is het gekomen. Het is niet verwonderlijk dat heel wat Palestijnen het verdwijnen van de PA als een eerste stap naar bevrijding zien.
Waarop wacht Europa om sancties af te kondigen? Een verbod op wapenleveringen zou een goed begin zijn.
Hoe bitter is dat voor u als Palestijnse activiste?
Abdallah: Het is diep teleurstellend. De beelden van de vernietiging van Gaza zijn hartverscheurend, maar deze periode biedt ons ook kansen om stappen te zetten in onze strijd voor vrijheid.
De al vaak doodverklaarde tweestatenoplossing maakt een opmerkelijke comeback, evenwel zonder invulling van cruciale variabelen zoals de grens- afbakening of het recht op terugkeer van Palestijnse vluchtelingen. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken brak er een lans voor, net zoals de meeste Europese leiders. Gelooft u erin?
Abdallah: Wie houden ze voor de gek? Dat is een belediging voor het gezond verstand. Europa gaat er prat op dat het zowel met Israël als met de Palestijnse Autoriteit nauw samenwerkt. Ze hebben vertegenwoordigers aan weerskanten van de Groene Lijn, ze weten dus perfect wat er op de Westelijke Jordaanoever gebeurt. Sinds 2020 is de Israëlische politiek gericht op annexatie. De feiten op het terrein spreken voor zich, we zien steeds meer onteigening van Palestijns land en natuurlijke hulpbronnen, en steeds meer koloniale nederzettingen. Kolonisten krijgen daarbij ruggensteun van het Israëlische leger en de Israëlische overheid. De agressie tegen Gaza is een alibi om nog een versnelling hoger te schakelen: er werden de voorbije weken al meer dan 200 Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever vermoord. Europa en Amerika laten niet alleen betijen. Met hun hypocriete praatjes over tweestatenoplossingen winnen ze alleen maar tijd voor Israël. Misschien is dat de bedoeling, tijd rekken tot het kolonisatieproces voltooid is en er helemaal geen Palestijns gebied en Palestijns volk meer overblijft.
Wat moet er dan wel gebeuren?
Abdallah: Pas om te beginnen het internationaal recht toe. Er zijn genoeg instrumenten om Israël een halt toe te roepen, zoals de Conventies van Genève, het Internationaal Hof van Justitie of het Internationaal Strafhof in Den Haag. Waarop wacht Europa om effectieve sancties af te kondigen voor de vele onwettige daden van Israël, inclusief annexatie en koloniale nederzettingen? Is de Israëlische bezetting dan minder illegaal dan de Russische invasie op de Krim? Een verbod op wapenleveringen zou een goed praktisch begin zijn, maar zelfs dat is blijkbaar te veel gevraagd ondanks de meer dan 15.000 Palestijnen die de voorbije weken door het Israëlische leger werden vermoord.
Kunt u nog met optimisme naar de toekomst kijken?
Abdallah: Het klinkt wellicht naïef, maar ik blijf dromen van een vrij land waar mensen worden geaccepteerd, ongeacht hun religieuze of etnische achtergrond. Zoals in Palestina voor de start van het zionistische project.
Maha Abdallah
1990: Geboren in Jeruzalem.
Master politieke wetenschappen en internationaal humanitair recht, American University of Cairo.
2014: Onderzoeker bij de mensenrechten- organisatie Al-Haq in Ramallah.
2022: Assistent internationaal publiek-recht aan de Universiteit Antwerpen. Doctoreert over genocide, zionisme, vestigingskolonialisme en het Palestijnse volk.
Coördinator van het netwerk Don’t Buy into Occupation Coalition.