Pakistan: premier Imran Khan moet opstappen na motie van wantrouwen
Het Pakistaanse parlement heeft premier Imran Khan (69) uit zijn ambt gestemd. Bij een motie van wantrouwen stemden 174 van de 342 parlementsleden tegen de voormalige cricketster.
Dat maakte de parlementsvoorzitter in de nacht van zaterdag op zondag (lokale tijd) in Islamabad bekend.
Donderdag had het Hooggerechtshof beslist dat Khan voorbije zondag het parlement onwettig had laten ontbinden en dat een stemming over een motie van wantrouwen zaterdag moest plaatsvinden.
Uiteindelijk werd het nipt, met een meerderheid van slechts 2 stemmen voor de motie van wantrouwen.
Er is sinds de oprichting van Pakistan in 1947 nog nooit een premier geweest die zijn of haar ambtstermijn volledig heeft uitgedaan. In dat rijtje van vervroegde vertrekken is Imran Khan de eerste Pakistaanse premier die ten val komt na een motie van wantrouwen.
Inflatie, leger, opvolging
Khan, die in 2018 aan zijn termijn van vijf jaar was begonnen, kampte met politieke overlopers en dissidenten die zijn meerderheid deden verdwijnen. Ook, zeggen politieke waarnemers, was hij tijdens zijn regeerperiode de steun van het almachtige leger van Pakistan, ooit zijn bondgenoot, kwijtgeraakt.
Maar er was meer aan de hand. Khan, een populist, en langdurig de ster allrounder van het Pakistaans cricketteam, was aan de macht gekomen met een programma tegen corruptie en voor uitbouw van een islamitische welvaartstaat. Maar er was geen geld voor verregaande welvaartsinitiatieven, en corruptie bleek een hardnekkige tegenstander. Ook had de bevolking zwaar te lijden van inflatie.
Maandag zal over de opvolging van Imran Khan worden beslist. Verwacht wordt dat Shehbaz Sharif, leider van de moslimpartij PML-N en jongere broer van ex-premier Nawaz Sharif, de nieuwe eerste minister zal worden. De uitdagingen die hem te wachten staan, zijn immens. Behalve met een sputterende economie heeft Pakistan ook te kampen met aanslagen van de lokale taliban (TTP).
De oppositie dringt aan op nieuwe verkiezingen.