Overzicht: de flagrante onkosten van Europarlementsleden
Onbestaande kantoren, huren van je eigen assistent of een EU-kantoor in een toeristisch landgoed: een overzicht van enkele opmerkelijke manieren waarop belastinggeld door onze Europarlementsleden wordt besteed.
In samenwerking met 48 journalisten uit heel Europa onderzocht The MEPs Project waarvoor de 748 Europarlementsleden hun maandelijkste forfaitaire onkostenvergoeding van 4342 euro gebruiken. Vorige woensdag berichtte Knack al over de 21 Belgische Europarlementsleden; vandaag zetten we de markantste voorbeelden uit heel Europa op een rij.
Een EU-kantoor met uitzicht op een eendenvijver: het bestaat. De Britse conservatieve politica Anthea McIntyre gebruikt als Europarlementslid een kantoor in een idyllisch 16de eeuws landhuis in Walford, in het Engelse graafschap Herefordshire. Samen met haar echtgenoot is ze eigenaar van het mooie pand, dat ze trouwens ter beschikking stellen van toeristen.
Het Litouwse Europarlementslid Viktor Uspaskich maakte bekend dat hij een bureau heeft in Vilnius, de hoofdstad van zijn thuisland. Adres: het hoofdkwartier van zijn voormalige politieke partij. Toen journalisten ter plekke gingen aanbellen, kregen ze echter te horen dat Uspaskich daar helemaal géén kantoor heeft.
Bulgarije
Midden mei maakte Jean-Claude Juncker, voorzitter van de Europese Commissie, het plan bekend om de portefeuille Digitale Economie en Samenleving toe te wijzen aan Mariya Gabriel. De Bulgaarse politicia zetelt momenteel nog in het Europees parlement voor de centrum-rechtse GERB-partij, onderdeel van de EVP-fractie. Uit onderzoek van de Bulgaarse nieuwssite Bivol blijkt dat Gabriel in hoofdstad Sofia gebruik kon maken van een appartement van 120 m2.
De flat is eigendom van het stadsbestuur, waar Gabriels partij momenteel aan de macht is. Gabriel betaalde amper 200 euro huur, terwijl marktprijzen voor een gelijkaardige flat volgens Bivol rond de 700 euro schommelen. Gabriel antwoordde dat ze gewoon een plek had gezocht om haar archief onder te brengen en antwoordde niet op de vraag of ze haar algemene onkostenvergoeding gebruikte om de -erg lage- huur te betalen.
Een ander Bulgaars Europarlementslid, Nikolay Barekov, vemeldt op zijn website een kantoor in de stad Plovdiv. Het adres in kwestie verwijst naar een huis dat in 2014 werd verkocht en vervolgens gerenoveerd. Het bedrijf dat het gebouw nu bezit, liet weten dat het een leeg MEP-kantoor aantrof toen het het huis kocht.
Polen en Slovenie
Barekov antwoordde niet op vragen over de kwestie -geen enkel Bulgaars Europarlementslid antwoordde overigens op vragen van The MEPs Project. Idem met Polen: niemand van de 51 Poolse Europarlementsleden stond journalisten te woord over de onkostenvergoedingen. Ook
Czes?aw Siekierski niet. Het Poolse Europarlementslid heeft nochtans 13 lokale kantoren in zijn thuisland. Dat maakte hij op zijn eigen website bekend.
Op het kantooradres van het Sloveens Europarlementslid Alojz Peterle staan -tegen de regels van het Europees Parlement in- ook nog een vereniging, een stichting en een instituut geregistreerd. De eerste twee zijn door Peterle zelf opgericht; het instituut heeft hij samen met andere partijleden opgericht. Peterle’s lokale assistent, die vanuit dit kantoor werkt, is ook de officiële vertegenwoordiger van de stichting. Peterle antwoordde niet op vragen om commentaar.
Finland en Zweden
In Finland betaalt Europarlementslid Hannu Takkula ongeveer 800 euro huur voor een kantoor in de stad Oulu. Opmerkelijk is de eigenaar van dat kantoor: Takkula’s eigen parlementair medewerker.
Diezelfde Takkula liet ook aan openbare omroep YLE weten dat hij in 2015 had geprobeerd om een som geld -het niet opgebruikte deel van zijn onkostenvergoeding- terug te geven aan het Europees Parlement. De administratie van het parlement zou hem hebben geantwoord dat hij het geld niet hoefde terug te betalen.
De vijf Zweedse sociaal-democratische Europarlementsleden betalen elk 1200 euro om een gemeenschappelijk kantoor/secretariaat te huren in Brussel. Voor hun werkzaamheden is dat vast nuttig, maar voor Zweedse burgers die over Europa willen spreken met hun verkozenen is zo’n kantoor in Brussel natuurlijk ver weg. Wanneer de Europarlementsleden zelf in Zweden verblijven, gebruiken ze kantoorruimte in het parlement, de EU-vertegenwoordiging in Stockholm of de partijhoofdkwartieren. Buiten de Zweedse hoofdstad hebben ze géén kantoren om de Zweedse bevolking te ontmoeten.
Spanje en Duitsland
Gevraagd naar de manier waarop de Europarlementsleden van de Spaanse partij Izquierda Unida hun maandelijkste onkostenvergoeding van 4342 euro besteden, liet een vertegenwoordiger aan krant El Confidencial weten: ‘We weten niets over die algemene onkostenvergoeding. We maken die 4000 euro gewoon over aan onze politieke partij, en zij beheren het geld.’ Dat is opmerkelijk, gelet op het verbod om met de onkostenvergoeding ‘directe of indirecte’ steun te verlenen aan nationale politieke partijen.
Uit het onderzoek bleek eveneens dat twee Duitse Europarlementsleden bij hun thuis een officieel kantoor hebben, en daarvoor huur aan zichzelf betalen.
Structurele problemen
In reactie op de recente publicaties over onkostenvergoedingen van Europarlementsleden heeft het EU-antifraudeagentschap OLAF aangekondigd dat het Europarlementsleden onder de loep gaat nemen die huur aan zichzelf betalen. OLAF-directeur-generaal Giovanni Kessler sprak van ‘structurele problemen’ met de onkostenvergoedingen.
Antonio Tajani, voorzitter van het Europees Parlement, kondigde ‘meer controle’ aan op de onkostenvergoedingen. In een live chat op de Facebook-pagina van het Europees Parlement, daags na de onthullingen van The MEPs Project, zei hij: ‘Ik denk dat we de situatie moeten veranderen.’ Tajani herhaalde ook wat hij eerder al liet weten aan de Italiaans krant Il Fatto Quotidiano: het Parlement gaat volgende maandag een werkgroep oprichten om te verduidelijken waarvoor de algemene onkostenvergoeding gebruikt mag worden, en het zal ‘zo snel mogelijk’ hervormingen doorvoeren.
Op de website van Investigative Reporting Denmark, een partner van Knack in het MEPs-project, kan je zelf opzoeken (http://www.ir-d.dk/2017/06/does-your-mep-run-a-ghost-office/) waar precies alle Europarlementsleden een kantoor hebben en hoe ze stemden over transparantie.
Hans-Martin Tillack, Anuska Delic en Staffan Dahllöf schreven mee aan dit artikel.
Update: in een eerdere versie van dit artikel stond dat het Oostenrijks Europarlementslid Paul Rübig kantoor hield op een adres in een industrieterrein. Rübig liet na de publicatie van het artikel weten dat hij het verkeerde adres had vermeld; bijgevolg is die alinea uit het artikel geschrapt.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier