Overwinnaarsjustitie dreigt voor Rwandaprocessen: ‘Straffeloosheid van huidige machthebbers leidt tot nieuwe mensenrechtenschendingen’

Beschuldigde Emmanuel Nkunduwimye, geflankeerd door zijn advocaten, tijdens zijn assisenproces op woensdag 3 april 2024. Hij wordt beschuldigd van oorlogsmisdaden tijdens de Rwandese genocide in 1994. © BELGA
Lotte Lambrecht Journalist en factchecker
Kristof Clerix Onderzoeksjournalist

Tussen 2001 en 2021 veroordeelden de Belgische rechtbanken in zes processen elf Rwandezen. Maar tot nu toe werd geen enkele verdachte vervolgd van de RPF, de huidige regeringspartij in Rwanda.

‘De akoestiek is hier wel slecht hè?’ fluistert de Belgisch-Rwandese vrouw naast me. Het is woensdag 22 mei en we zitten in een rechtszaal van het vervallen en tegelijk imposante Brusselse Justitiepaleis. Samen met haar zus en moeder is ze hier om haar vader te steunen. De tachtiger, getuige nummer 94, is een moraliteitsgetuige in het assisenproces tegen de Rwandees Emmanuel Nkunduwimye. De man is opgeroepen door de verdediging en komt getuigen over het karakter van Nkunduwimye.

Dertig jaar geleden zou Nkunduwimye, bijnaam Bomboko, zich volgens het Belgisch federaal parket schuldig hebben gemaakt aan oorlogsmisdaden en volkenmoord op Tutsi’s tijdens de Rwandese genocide. Nkunduwimye arriveerde in 2003 in ons land en kreeg in 2005 de Belgische nationaliteit. In maart 2011 werd hij na uitvoerig onderzoek gearresteerd en aangeklaagd. Nu zit hij op de vaalgroen gestoffeerde beklaagdenbank, geflankeerd door zijn advocaten.

800.000 doden

Het verhaal van de Rwandese genocide is bekend. Op 6 april 1994 werd een vliegtuig met aan boord de Rwandese president Juvénal Habyarimana neergeschoten. De dood van Habyarimana deed de spanningen oplaaien tussen Tutsi’s, die zo’n 15 procent van de Rwandese bevolking uitmaakten, en Hutu’s, 85 procent van de bevolking. In het hele land braken moordpartijen uit, onder leiding van de extremistische Hutu-militie Interahamwe. Er vielen in 100 dagen ruim 800.000 doden, van wie de overgrote meerderheid Tutsi’s waren.

De huidige rechtszaken kunnen nauwelijks worden gezien als een zoektocht naar de waarheid. Ze hebben eerder een symbolische waarde.

Thierry Cruvellier

Toen het Rwandees Pattriotisch Front (RPF) de hoofdstad kon innemen, eindigde de genocide. Kort daarna werd het Rwandatribunaal in Arusha, Tanzania, opgericht. De rechtbank moest de genocide, misdaden tegen de mensheid en oorlgosmisdaden onderzoeken en veroordeelde in totaal 62 mensen. 14 mensen werden vrijgesproken. Na het opdoeken van het Tribunaal in 2015 werd de rechtspraak rond de genocide voortgezet via het Rwandese justitiesysteem en de zogenaamde gacaca, de Rwandese volksrechtbanken. Geschat wordt dat die rechtbanken ruim een miljoen mensen hebben veroordeeld.

Maar ook via het principe van de universele rechtspraak werd de genociderechtspraak voortgezet. De afgelopen jaren werden onder meer in Canada, Frankrijk, Nederland en Noorwegen Rwandezen veroordeeld voor hun aandeel in de Rwandese genocide. Ook in België waren er rechtszaken tegen Rwandezen. Het eerste Belgische Rwandaproces vond in 2001 plaats. Toen stonden vier mensen, bijgenaamd ‘de Vier van Butare’, terecht voor hun aandeel in de genocide. De vier, van wie twee kloosterzusters, kregen celstraffen tot 20 jaar. Tussen 2001 en 2021 heeft de Belgische justitie in zes processen elf Rwandezen veroordeeld.

RPF-leden worden niet vervolgd. Nochtans is er geen enkele officiële bron die ontkent dat het RPF oorlogsmisdaden heeft gepleegd.

De juridische samenwerking voor de vervolging van zogenaamde génocidaires is een van de pijlers van de Belgisch-Rwandese relatie. Bij de federale politie werkt een cel van 11 onderzoekers rond genocide- en oorlogsmisdaden. Volgens onze informatie zijn er momenteel zo’n 150 dossiers geopend. 60 procent daarvan loopt tegen Rwandezen, die onderzocht worden voor genocide of negationisme. Afgelopen april werd Stanislas Mbonampeka, de voormalige Rwandese minister van Justitie, nog opgepakt op beschuldiging van genocide.

Overwinnaarsjustitie

De voortzetting van die genocideprocessen is een goede zaak, zegt Rwanda-kenner en emeritus professor Filip Reyntjens (Universiteit Antwerpen). Alleen is er geen enkele RPF-verdachte vervolgd of veroordeeld – niet in Arusha, niet elders. In 2009 al vond de mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch (HRW) dat ook leden van het RPF, de partij van de huidige president Paul Kagame, vervolgd moesten worden. Als dat niet gebeurde, zou het Rwandatribunaal in overwinnaarsjustitie uitmonden. ‘Die vervolging van RPF-leden is er niet gekomen. Nochtans is er geen enkele officiële bron die ontkent dat het RPF oorlogsmisdaden heeft gepleegd’, zegt Reyntjens.

Het klopt dat ik aan de kant ben gezet vanwege mijn onderzoek naar de RPF van Kagame.

Carla Del Ponte

‘Het Tribunaal moest misdaden tegen de mensheid en oorlogsmisdaden onderzoeken, van gelijk welke kant. Dat is niet gebeurd’, bevestigt Thierry Cruvellier, hoofdredacteur van de justitiële website justiceinfo.net en auteur van Le Tribunal des Vaincus. ‘In die zin heeft het Rwandatribunaal (ICTR) zijn mandaat niet vervolledigd.’ Dat betreurt Reyntjens ook: ‘Die straffeloosheid leidt alleen tot nieuwe mensenrechtenschendingen’.

Opzij geschoven

De vervanging van Carla Del Ponte, de voormalige hoofdaanklager van het tribunaal van 1999 tot 2003, kun je ook deels in dat licht zien, menen Reyntjens en Cruvellier. ‘Zij had onderzoek gevoerd naar RPF-leden, onder wie Kagame. Ze had dossiers klaar om over te gaan tot de inbeschuldigingstelling. Washington en Londen hebben er toen alles aan gedaan om haar opzij te schuiven.’ Dat bevestigt Del Ponte ook aan Knack. ‘Het klopt dat ik aan de kant ben gezet vanwege mijn onderzoek naar de RPF van Kagame. Bovendien heeft mijn opvolger dat onderzoek nooit voortgezet’, klinkt het in een summiere reactie.

Carla Del Ponte, op 25 oktober 2012. © Getty Images

De Belgische Rwandees Deus Kagiraneza, die in België verblijft, is een van de RPF-leden die onderzocht werden door het ICTR. Uit documenten van het ICTR die Knack kon inkijken blijkt dat de man een van de oprichtende leden was van Kagames RPF. Na de Arusha-akkoorden was hij tot 4 april 1994 parlementslid. Volgens het onderzoek van het ICTR heeft Kagiraneza in juni 1994 de opdracht gegeven om een ‘maximum aan Hutu’s’ te vermoorden.

In 2000 raakte Kagiraneza in onmin met Kagame en ontvluchtte hij Rwanda. Op 28 augustus 2000 arriveerde hij in België. In een getuigenis die Kagiraneza online plaatste, getiteld My Testimony, gaf hij zijn oorlogsmisdaden toe, waaronder het ombrengen van jonge rekruten. Achteraf distantieerde de man zich van zijn uitspraken. Tijdens een ondervraging met het ICTR ontkende Kagiraneza zijn getuigenis te hebben gepubliceerd. Op 1 maart 2002 getuigde hij ook in de Belgische senaat tijdens een parlementaire onderzoekscommissie Grote Meren, over de illegale activiteiten van het RPF in Congo. ‘Het is mij een raadsel waarom zo’n persoon, wiens misdaden zo goed gedocumenteerd zijn, nooit vervolgd is’, zegt Reyntjens.

We namen contact op met Deus Kagiraneza, maar hij wilde niet reageren op onze vragen.

Je kunt de rechtszaken niet los zien van de Rwandese politieke realiteit.

Thierry Cruvellier

Politiek gemotiveerd

Dat verbaast Thierry Cruvellier iets minder. ‘Je kunt de rechtszaken niet los zien van de Rwandese politieke realiteit. De vervolging voor de genocide heeft altijd centraal gestaan in de internationale relaties en diplomatiek van Rwanda. Het is heel belangrijk voor de Rwandese overheid – haar oorspronkelijke legitimiteit komt voort uit de genocide. De huidige rechtszaken die via universele rechtspraak worden gevoerd kunnen nauwelijks worden gezien als een zoektocht naar de waarheid. Ze hebben eerder een symbolische waarde, een hererkenning van de Rwandese genocide.’ De rechtszaken worden nauwlettend in het oog gehouden door Kigali, zegt Reyntjens. ‘Zodra er een vrijspraak volgde in Arusha, stond Kigali op zijn achterste poten.’

Ook in België is de politiek nooit ver weg. ‘We hebben zeker te maken met overwinnaarsjustitie’, bevestigt een anonieme bron. ‘We geloven niet alles wat Rwanda zegt. We hebben al meegemaakt dat Rwanda soms internationale arrestatiebevelen gebruikt voor politieke doeleinden. De rechterlijke macht moet daarom alle politieke dossiers scheiden van de echte genocidedossiers.’

Het enige bewijs in die genocidezaken zijn getuigenissen. Dat is een probleem. En hoe langer de feiten geleden zijn, hoe groter dat probleem wordt.’

Thierry Cruvellier

Forbidden Stories-partner NRC vertelde afgelopen september hoe enkele getuigen in de Nederlandse rechtszaak tegen de Rwandees Joseph Mbampara, die in 2011 plaatsvond, onbetrouwbaar bleken. Ook in Frankrijk spelen er vermoedens van valse getuigen. ‘Dat probleem was al aanwezig tijdens het Rwandatribunaal in Arusha’, zegt Cruvellier. ‘Het enige bewijs in die genocidezaken zijn getuigenissen. Dat is een probleem. En hoe langer de feiten geleden zijn, hoe groter dat probleem wordt.’ Filip Reyntjens, die vaak optreedt als contextgetuige, is duidelijk: ‘Als verschillende getuigen in een proces dertig jaar na datum exact hetzelfde verhaal vertellen, kun je zeker zijn dat die zijn voorbereid.’

Gestraft voor getuigenis

Afgelopen december vond in Brussel het genocideproces tegen Séraphin Twahirwa plaats. Jean-Baptiste Bunzira, een van de getuigen à décharge, werd eind januari dood teruggevonden in zijn woning in Rwanda. Volgens Reyntjens is dat overlijden verontrustend te noemen. ‘Het is de taak van de Belgische overheid om minstens aan te dringen op een ernstig onderzoek naar dat overlijden’, zegt hij. ‘Die man heeft de Belgische justitie geholpen. Als hij gestraft zou zijn voor zijn getuigenis, dan is dat een vreselijke intimidatie van potentiële getuigen in andere genocideprocessen.’

De Rwandese ambassade reageerde niet op onze vragen over het overlijden van Bunzira.

Ondertussen op het proces-Nkunduwimye is getuige nummer 94 aan het woord. ‘Welke kleding droeg de persoon toen je hem zag in de zomer van 1994?’ vraagt een jurylid. De man blijft het antwoord schuldig. Ik vraag de vrouw naast me of haar vader zenuwachtig was voor zijn getuigenis. Ja, knikt ze, ‘hij herinnert zich namelijk niets meer.’

Partner Content