Roger Housen
‘Oorlog in Oekraïne kan een onopgelost wereldwijd conflict worden zoals we dat sinds WOII niet meer gezien hebben’
‘De kans is reëel dat de oorlog in Oekraïne nog lang zal duren. En dan hebben wij een probleem’, schrijft Roger Housen.
De oorlog in Oekraïne gaat zijn tweede jaar in. Hij zal niet eindigen in een klinkende overwinning van één van beide partijen. Bovendien zijn noch Moskou, noch Kiev klaar – en nog veel minder bereid – voor onderhandelingen. Beide tegenstrevers bereiden zich voor op een lange oorlog: Rusland met zijn mobilisaties, de omschakeling naar een oorlogseconomie en zijn ijzingwekkende terugtrekking in autocratie; Oekraïne door zijn banden met de NAVO en EU zodanig te verdiepen dat zij nu niet meer kunnen teruglopen. De kans is reëel dat deze oorlog nog vijf jaar zal duren. En dan hebben wij een probleem.
Onze aanpak is immers steeds gebaseerd geweest op de (meestal onuitgesproken) veronderstelling dat de oorlog later dit jaar of ten laatste in 2024 zal eindigen en de normale gang van zaken kan hervat worden. Tot dusver heeft het Westen zich terecht geconcentreerd op de onmiddellijke taken om Oekraïne te helpen en escalatie te voorkomen. Kiev heeft kunnen standhouden dankzij een parade van westerse pantsers en staal, onze financiering en opleiding van zijn leger, militair ‘advies’ uit Washington en het massaal verstrekken van inlichtingen aan zijn veiligheidsdiensten. In zoverre zelfs dat het ondertussen een open vraag is of de Oekraïense soldaat nu onder Volodymyr Zelensky dan wel Joe Biden dient.
Er is nu evenwel dringend behoefte om naar de langere termijn te kijken en ten aanzien van zowel Rusland als Oekraïne een beleid te ontwikkelen op basis van de zich aftekende realiteit dat deze oorlog hoogstwaarschijnlijk nog geruime tijd zal voortduren, zonder dat een triomf of vrede in zicht is.
Hoe langer de oorlog duurt, hoe groter daarenboven het risico op escalatie. Iets waarvoor VN secretaris-generaal Gutteres onlangs nog waarschuwde: “Ik vrees dat de wereld niet slaapwandelt naar een grootschalige oorlog. Ik vrees dat ze dit doet met de ogen wijd open”. De kans op een directe confrontatie tussen NAVO en Rusland loert dan steeds om de hoek. Al was het maar door een onbedoeld incident of een tactische misrekening van een lokale militaire commandant ten gevolge van de fog of war. Of zoiets banaals als een richtfout van een Russische raket waardoor ze op NAVO-grondgebied terechtkomt, wat mogelijk een actie-reactie cyclus in gang zet die leidt tot een hot war.
(Lees verder onder het artikel.)
De oorlog in Oekraïne kan een onopgelost wereldwijd conflict worden van een soort dat we sedert het einde van de Tweede Wereldoorlog niet meer gezien hebben, een open bloedende wonde in heel Eurazië. De economische gevolgen kunnen dan ook nog jaren aanhouden. De energie- en voedselprijzen kunnen nog geruime tijd hoog blijven. Een langdurige oorlog met Rusland zal de globalisering zoals wij die begrepen hebben op losse schroeven zetten. En dus het einde betekenen van de goedkope consumptiegoedereneconomie die wij gedurende bijna drie decennia gekend hebben. De kwetsbaarheid van de wereldaanvoerlijnen die ons in 2020 schokte, wordt dan normaal.
Tegenover een woedend Rusland zullen we gedwongen worden om veiligheid (uitgaven voor wapens, energiezekerheid en de bescherming van onze vitale infrastructuur) boven consumptie en – mogelijk ook – sociale zekerheid te stellen. Misschien kijken we later op het begin van deze eeuw terug als de eerder achteloze jaren, de laatste bloei van de consumentenverwennerij, voordat er hardere tijden aanbreken.
Het Westen ziet deze oorlog niet als een ingewikkelde botsing van belangen tussen nucleair bewapende staten, maar als een moreel spel tussen goed en kwaad. Als een strijd voor vrijheid en democratische grondbeginselen. Zelfs de welbekende München-metafoor duikt tegenwoordig op: geen appeasement tegenover Rusland. Alsof Poetin een genocidale maniak is die er werkelijk op uit is heel Europa te veroveren zoals Hitler dat probeerde. Natuurlijk is heel veel waarvoor Poetin staat en van wat hij gedaan heeft verwerpelijk, niet in het minst de invasie in Oekraïne. Doch deze denkwijze en overtuiging zijn gevaarlijk omdat, wanneer een conflict eenmaal in zulke grimmige en moralistische termen gegoten is, compromissen vervloekt zijn. De enige aanvaardbare uitkomst is dan een totale capitulatie van de andere partij. In dit klimaat wordt diplomatie weinig meer dan een bijzaak en is er nog maar nauwelijks aandacht voor compromissen die het risico op escalatie kunnen bezweren. Zo gaan we er niet geraken.
(Lees verder onder het artikel.)
Versta me niet verkeerd: we zullen Oekraïne militair moeten blijven steunen tegen verdere Russische agressie en nieuwe veroveringen van zijn grondgebied. Maar tegelijk moeten we maatregelen vermijden die kunnen uitmonden in een drastische militaire escalatie. Dit betekent geen wapens sturen waarmee Kiev ver op het Russische grondgebied beschietingen kan uitvoeren, en dus ook geen F-16’s. We zullen de grotere ambities van Rusland moeten indammen door het verder handhaven van de economische en financiële sancties; ook zij zullen ertoe bijdragen dat het risico op uitbreiding van de oorlog vermindert.
Tegelijk moeten we een langetermijnbasis leggen voor veiligheid en stabiliteit in Europa. Daarvoor is een beheersingsbeleid nodig, dat zowel de nadruk legt op afschrikking van Russische agressie als op inspanningen om het Kremlin ertoe te bewegen de oorlog niet te laten escaleren. Maar dat Moskou ook het vooruitzicht biedt van geleidelijke herintegratie in de internationale gemeenschap. Een beleid van de ‘stok en de wortel’, dus; een aanpak waarbij compromissen bijgevolg noodzakelijk zijn.
Een gelijkaardige handelswijze zal ten andere ook nodig zijn voor de meest heikele kwestie: de toekomst van de vier door Rusland bezette Oekraïense provincies en de Krim. Misschien biedt de succesvolle benadering bij andere netelige territoriumkwesties in Oost-Timor en Oost-Slavonië (Ex-Joegoslavië) hierbij inspiratie. Beide gebieden werden eerst onder een VN-overgangsbestuur geplaatst vooraleer er een definitieve regeling ingevoerd werd. Desnoods kan deze overgangsadministratie voldoende lang in plaats blijven, bijvoorbeeld 15 jaar, vooraleer een écht referendum gehouden wordt waarbij de bevolking zich over haar toekomst kan uitspreken. Doch opnieuw: dit vergt compromissen tussen de partijen. Of, zoals de Franse diplomaat Talleyrand het reeds formuleerde bij het Congres van Wenen in 1815: “De toekomst na de oorlog moet een leven zijn met de vijand”.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier