Omringd door conflicten en aan de bedelstaf: wordt Egypte de nieuwe crisis in het Midden-Oosten?
Het land is omringd door oorlog voerende buurlanden, maakt de grootste economische crisis in decennia door en een rivaal wil de watertoevoer afsluiten. Hoe stabiel is het Egypte van de autoritaire president Abdel Fattah el-Sisi?
Mostafa Madbouli deed zijn best om de sfeer erin te houden nadat hij de nodige documenten had ondertekend. ‘Dit is de grootste buitenlandse investering in de Egyptische geschiedenis’, zei hij eind februari tijdens een plechtige ceremonie. ‘Dit zal Egypte door de huidige economische crisis helpen.’
Maar Madbouli’s uiterlijke enthousiasme kon niet verhullen dat de ondertekening van het akkoord niet van harte verliep. Met de deal gaf Egypte de facto een heel schiereiland weg aan de Abu Dhabi Developmental Holding Company (ADQ), het investeringsfonds in handen van de koninklijke familie van de Verenigde Arabische Emiraten. Voor de officiële prijs van 35 miljard dollar – waarvan Egypte netto slechts 22 miljard ontvangt – krijgen de Emiraten het recht om Ras el-Hekma te ontwikkelen, een sprookjesachtig dorp met parelwitte stranden aan de Middellandse Zee, op zo’n 200 kilometer van Alexandrië. ADQ wil naar eigen zeggen 150 miljard dollar investeren om een fonkelnieuwe stad uit de grond te stampen, inclusief luxeresorts en een eigen internationale luchthaven.
Ondanks Madbouli’s optimistische insteek is het duidelijk dat Egypte met het mes op de keel heeft getekend. De toestand van de Egyptische economie is zonder meer dramatisch. Het land gaat al meer dan een jaar door de op een na grootste schuldencrisis ter wereld – alleen Oekraïne bouwt sneller schulden op. Volgens de cijfers van het Internationaal Monetair Fonds bedraagt de inflatie er 32,5 procent. De Egyptische pond verloor de voorbije twee jaar maar liefst twee derde van zijn waarde. In juni alleen verviervoudigde de broodprijs nadat de overheid voedselsubsidies had teruggedraaid. Stroomstoringen zijn dagelijkse prik, ook in de steden. Om en bij een derde van de Egyptenaars leeft onder de armoedegrens. ‘De impact is enorm,’ zegt Egyptekenner Koert Debeuf, professor Midden-Oosten aan de Vrije Universiteit Brussel. ‘Mensen lijden honger. Zelfs middenklassers die voorheen nooit financiële problemen hadden, hebben alle moeite om rond te komen.’
Skaten zonder helm
Die schuldencrisis is een logisch gevolg van de keuzes die Egyptische regeringen al decennia lang maken, zegt Mirette Mabrouk, directeur van het Egypteprogramma aan het Middle East Institute in Washington DC. ‘Het Egyptische economische beleid is als skaten zonder helm: het gaat al bij al prima, tot je ergens tegenaan botst. Jammer genoeg had Egypte de voorbije jaren twee botsingen: de pandemie en de Russische invasie van Oekraïne.’
Die twee crises hadden enorme effecten voor de Egyptische staatshuishouding. Egypte is voor veel absolute basisbehoeften afhankelijk van buitenlandse import. Door het gebrek aan landbouwgrond en een snel stijgende bevolking importeert het maar liefst veertig procent van zijn voedsel. Het is de grootste importeur van brandstof op het Afrikaanse continent. Door de stijgende voedsel- en brandstofprijzen sinds het begin van de oorlog nam ook de inflatie fors toe. De toerisme-industrie kreeg dan weer een klap tijdens de pandemie, en komt door de vele conflicten in de buurlanden niet opnieuw op gang. De Houthi-aanvallen op vrachtschepen in de Rode Zee en de Golf van Aden hebben de inkomsten uit het Suezkanaal doen kelderen, terwijl Egypte net miljarden besteedde om het kanaal te verbreden.
Egypte moet dit jaar alleen al 56 procent van zijn begroting besteden aan het aflossen van leningen.
Bovendien heeft het Egyptische regime de heilloze neiging om miljarden te investeren in prestigeprojecten die nauwelijks een economische meerwaarde leveren. Een schoolvoorbeeld is de nieuwe administratieve hoofdstad, die enkele tientallen kilometers buiten Caïro wordt opgetrokken. Het land spendeerde al 45 miljard dollar aan de nieuwe stad, en kondigde begin dit jaar aan dat het de grootte ervan wil verdubbelen. Tegelijk wordt de hoofdstad vandaag alleen gebruikt voor ceremonies. Die investeringen zorgen voor een enorme schuldenberg, die het regime aflost door kortetermijnleningen aan te gaan met enorme interesten. Egypte moet dit jaar alleen al 56 procent van zijn begroting besteden aan het aflossen van leningen.
Ondanks de nieuwe influx van fondsen zijn specialisten sceptisch over de toekomst. ‘We mogen het vermogen van de regering om die fondsen opnieuw te verspillen niet onderschatten’, liet de bekende Egyptische econoom Timothy Kaldas optekenen toen de deal met de Emiraten werd bevestigd.
Bouwprojecten, spaghetti en feta
De economische malaise is onlosmakelijk verbonden met de buitenissig grote rol van het leger in de Egyptische economie. Hoewel exacte cijfers ontbreken, zijn specialisten het erover eens dat de tentakels van het leger ver reiken. ‘Dat gaat typisch over bouwbedrijven, maar het leger zit ook achter bedrijven die pakweg spaghetti of fetakaas maken’, zegt Debeuf. ‘Ze betalen geen belastingen en hebben ook nauwelijks personeelskosten, want ze gebruiken rekruten als goedkope arbeidskrachten. Dat maakt het voor Egyptische bedrijven bijna onmogelijk om te concurreren.’
Het leger zit achter bedrijven die geen belastingen betalen en nauwelijks personeelskosten hebben, want ze gebruiken rekruten.
Koert Debeuf
Professor Midden-Oosten (VUB)
Abdel Fattah el-Sisi, de voormalige veldmaarschalk die in 2014 de macht greep, vertrouwt voor zijn machtsbehoud volledig op het Egyptische leger. Dat deden ook voorgaande presidenten, maar nu is de situatie toch anders, meent Maged Mandour, die met Egypt under El-Sisi een onrustwekkend boek schreef over de penibele situatie waarin veel Egyptenaren zich momenteel bevinden. ‘Voordat El-Sisi aan de macht kwam, slaagden presidenten erin om het militaire establishment uit te spelen tegen ondernemers en niet-militaire politici. Vandaag is er alléén het leger. Er is geen politieke partij die mee beleid maakt. Dat maakt dat El-Sisi eigenlijk weinig tegen de macht van het leger kan ondernemen, zelfs tijdens de grootste schuldencrisis die Egypte ooit heeft doorgemaakt.’
Die overmatige afhankelijkheid van het leger draagt een groot risico in zich, waarschuwt Mandour. ‘Autoritaire regimes slagen er doorgaans in om sociale onrust te capteren en op te vangen. Het huidige regime kan dat niet. Als mensen op straat zouden komen om te protesteren, kan het dus alleen reageren met repressie en extreem geweld.’
Vluchtelingencrisis
Mag het verbazen dat de nijpende economische toestand onvermijdelijk leidt tot oneerbare voorstellen? Eind oktober 2023 berichtte de Israëlische krant Yediot Ahronoth dat de Israëlische premier Benjamin Netanyahu El-Sisi onder druk had gezet om de grens tussen Gaza en Egypte open te zetten. In ruil voor het opvangen van Palestijnse vluchtelingen zou Israël bereid zijn geweest om de enorme Egyptische schulden af te lossen. Toch blijft Egypte tot op vandaag weigeren om de grens met Gaza te openen. Alleen Palestijnen die over de nodige documenten beschikken, mogen erin.
Het is begrijpelijk dat Egypte niet meteen op een nieuwe vluchtelingenstroom zit te wachten. Letterlijk alle buurlanden van Egypte zijn momenteel in oorlog. Libië, waarmee Egypte een 1115 kilometer lange grens heeft, verkeert sinds 2013 in een min of meer permanente staat van conflict. In het zuiden is Sudan in een verwoestende burgeroorlog verwikkeld, waarbij minstens 10,4 miljoen Sudanezen op de vlucht zijn geslagen. Officieel schat UNHCR, het vluchtelingenagentschap van de Verenigde Naties, dat Egypte nu al minstens 500.000 Sudanese vluchtelingen opvangt. Het werkelijke aantal ligt naar alle waarschijnlijkheid vele malen hoger. Bovendien herbergt Egypte ook honderdduizenden Syriërs en Jemenieten die de oorlog in hun land zijn ontvlucht. ‘Egypte heeft geen vluchtelingenkampen’, zegt Mabrouk. ‘Ze gaan naar dezelfde scholen en maken gebruik van dezelfde gezondheidszorg als de andere Egyptenaren. Dat legt een enorme druk op een land dat al grote economische problemen heeft.’
‘Het regime probeert pro-Palestijnse sentimenten te bestrijden.’
Mirette Mabrouk
Middle East Institute, Washington DC
Aan de ene kant heeft Egypte een nauwe relatie met Israël, waarmee het uitgebreid samenwerkt in de Sinaï-woestijn. Onder de Egyptische bevolking bestaat dan weer een zekere sympathie voor de Palestijnse zaak. ‘Het regime probeert die pro-Palestijnse sentimenten te bestrijden’, zegt Mandour. ‘Het verspreidt bijvoorbeeld de samenzweringstheorie dat de Palestijnen hun land verkocht hebben aan de zionisten, en dus zelf verantwoordelijk zijn voor hun lot.’
Mirette Mabrouk ziet twee redenen voor de Egyptische benadering. De eerste is principieel, legt Mabrouk uit. ‘Egypte wil niet medeplichtig zijn aan de etnische zuivering van Gaza. Het is overduidelijk wat er gebeurt als Egypte zijn grenzen open zet: de Gazanen zullen massaal vluchten, en Israël zal hen nooit toelaten om terug te keren. Dat zou betekenen dat Egypte de tweestatenoplossing mee zou begraven. Geen enkel Arabisch land wil daaraan meewerken.’ Tegelijk spelen ook veiligheidsoverwegingen. Mabrouk: ‘Als Egypte de grens voor de Gazanen openstelt, zullen er onvermijdelijk ook Hamasstrijders de grens oversteken. Zij zullen de strijd tegen Israël voortzetten. Als dat gebeurt, zal Israël onvermijdelijk terugslaan, en zal het dus op Egyptisch grondgebied vuren. Het is toch logisch dat Egypte daar geen zin in heeft?’
Waterarmoede
Maar de voornaamste uitdaging voor Egypte bevindt zich buiten zijn grenzen. Sinds 2011 leeft Egypte op gespannen voet met Ethiopië. Dat bouwt op de Blauwe Nijl aan de zogenaamde Renaissancedam (GERD), een gigaproject dat de grootste waterkrachtcentrale van Afrika moet worden. Egypte en Sudan, die stroomafwaarts liggen, zien het project als een existentiële dreiging, omdat ze vrezen dat het project te veel water uit de Blauwe Nijl zal wegnemen. Ethiopië weigert om de milieu-impact van het project te berekenen. Het land heeft bovendien een kwalijke reputatie: andere Ethiopische damprojecten leidden al tot ecologische rampen in Kenia en Somalië.
Voor Egypte is de Nijl, net als in oude tijden, cruciaal. 97 procent van de totale Egyptische watervoorraad is eruit afkomstig, en maar liefst 85 procent van dat water komt uit de Blauwe Nijl. Egypte lijdt nu al aan waterschaarste. De gemiddelde Egyptenaar beschikt jaarlijks over 560 kubieke meter water, terwijl de waterarmoedelijn van de Verenigde Naties op 1000 kubieke meter per jaar ligt. ‘Voor Egypte is dit een kwestie van nationale veiligheid’, benadrukt Koert Debeuf. ‘Het idee dat Ethiopië de watertoevoer kan afsluiten, wordt in Egypte gezien als een aanval op zijn nationale soevereiniteit.’
Een diplomatieke oplossing is na tien jaar onderhandelen niet in zicht. Egypte en Sudan willen dat Ethiopië zich ertoe verbindt om een deel van het water door te pompen in tijden van droogte; Ethiopië wil liever zelf de regie behouden. Herhaalde pogingen om de kwestie voor de VN-Veiligheidsraad te brengen, leidden tot nu toe tot niets. Omdat zowel Egypte als Ethiopië belangrijk zijn in de regio, is er nauwelijks druk van andere grootmachten om tot een onderhandelde oplossing te komen.
‘Egypte zal niet machteloos toekijken hoe zijn bevolking door toedoen van Ethiopië omkomt van de dorst.’
Mirette Mabrouk
Middle East Institute, Washington DC
De voorbije weken kregen de oplopende spanningen een militaire dimensie. Egypte en Somalië kondigden eind augustus een uitgebreide defensiesamenwerking aan, waarbij Egyptische troepen aan de Somalisch-Ethiopische grens zouden worden geplaatst. Als reactie op die troepenopbouw – eigenlijk een aanvulling van de Egyptische troepen die al deel uitmaakten van de vredesmacht van de Afrikaanse Unie in Somalië – ontplooit het Ethiopische leger aan zijn kant van de grens troepen. Zelfs als Egypte niet per se zit te wachten op een conflict kan een vonk volstaan om de zaak te laten ontploffen. ‘Ik vrees dat Ethiopië zijn hand heeft overspeeld’, zegt Mabrouk. ‘Egypte is Somalië niet. Het heeft wel degelijk de mogelijkheid om terug te vechten, en het zal niet machteloos toekijken hoe zijn bevolking omkomt van de dorst. Dit is een casus belli.’
Too big to fail
In zekere zin is Egypte tegelijk gezegend en vervloekt door zijn ligging. Het is het grootste en meest bevolkte land van de regio. Het controleert de cruciale handelsroutes, heeft veruit het grootste leger in de regio en onderhoudt uitgebreide diplomatieke contacten. ‘Elk land dat een strategie wil uitwerken voor het Midden-Oosten heeft Egypte nodig’, zegt Mabrouk. Dat leidt tot de stellige overtuiging dat Egypte ‘too big to fail’ is, en dat het land zich dus enige economische losbandigheid kan permitteren. ‘Dat is volslagen kletskoek. Geen enkel land is too big fo fail. Maar er zijn landen die zodanig belangrijk zijn dat de kosten voor andere landen onaanvaardbaar zijn wanneer ze dreigen om te vallen. Egypte is zo’n land. Dat neemt niet weg dat Egypte écht op de rand van de afgrond heeft gestaan.’
Dat besef bestaat ook in Europa. Tijdens de grote uitverkoop die Egypte begin dit jaar hield, bood ook de Europese Unie een levenslijn aan. Eind juni slootten de EU en Egypte een financieel steunpakket ter waarde van 7,4 miljard euro. Een belangrijk deel van dat pakket gaat over wat tegenwoordig migratiemanagement heet. Egyptische diplomaten laten het niet na om hun Europese collega’s eraan te herinneren dat Egypte – in tegenstelling tot de chaos die vele jaren in Libië heerste – een betrouwbare partner is om migranten uit Sub-Sahara-Afrika tegen te houden. Bovendien zijn er voor Europese landen ondanks alle economische rampspoed zaken te doen. Het Egyptische leger kocht de voorbije jaren bijvoorbeeld Franse Rafale-vliegtuigen, Duitse fregatten en Italiaanse helikopters.
Ondanks het abominabele mensenrechtenpalmares blijft El-Sisi dus een frequentabele partner. ‘Ongeveer alles wat mis kan gaan in Egypte, gaat mis’, zegt Debeuf. ‘Maar ondanks de enorme mensenrechtenschendingen, het harde autoritarisme en de economische miserie is het nog altijd beter dan oorlog. Alle landen rond Egypte hangen met spuug en paktouw aan elkaar. Het nachtmerriescenario is dat Egypte net als Libië in elkaar zou stuiken. Daarom zien Europese landen weinig alternatieven dan samen te werken met El-Sisi. Niemand is erbij gebaat dat Egypte instort.’
Bovendien geeft het regime, ondanks de economische ellende, een stabiele indruk. Mede door de harde repressie van dissidenten kwam het tot nu toe niet tot grootschalige protesten. ‘Maar op langere termijn is het risico op confrontatie enorm’, waarschuwt Mandour. ‘Alle elementen voor een nieuwe revolte of een regionaal conflict zijn aanwezig. Ik vind het bijzonder verontrustend dat niemand in Europa er rekening mee lijkt te houden dat dit echt kan mislopen.’