Vrije Tribune

‘Om het klimaat te redden moeten we gelukkig niet wachten op een nieuwe klimaattop’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Van 7 tot 18 november vindt in Marrakech de klimaatconferentie COP22 plaats. Doel is de grote lijnen vorig jaar uitgezet in Parijs concreet te maken. Maar bij de euforie rond Parijs en de focus op de jaarlijkse klimaatconferenties moeten kanttekeningen geplaatst worden. Aldus doctoraatsstudent Mathieu Blondeel.

November 2015. De internationale gemeenschap likt zijn wonden na de gruwelijke aanslagen in Parijs. De nood aan collectieve catharsis is bijna fysiek voelbaar. Nauwelijks enkele weken later is er goed nieuws. Op de COP21 klimaattop in datzelfde Parijs besluiten wereldleiders de klimaatopwarming te beperken tot ‘ver onder de 2 graden Celsius’. Sterker nog, alle landen beloven zich in te spannen om de limiet van 1,5 graden Celsius in het vizier te houden. De beelden van juichende onderhandelaars, huilende journalisten en activisten die joelend de barricaden verlaten, worden instant klassiekers. De ‘top van de laatste kans‘ lost haar verwachtingen in. Op papier althans.

Om het klimaat te redden moeten we gelukkig niet wachten op een nieuwe klimaattop.

Flashforward naar november 2016. Na een ongezien snelle ratificering door onder andere grote vervuilers als de Verenigde Staten, China, India en de Europese Unie, treedt het klimaatakkoord versneld in werking. Met die mooie beloften onder de arm gaat maandag de Parijse opvolger van start, COP22 in Marrakesh, Marokko. Nu al wordt de top omschreven als ‘het kleine, nerdy broertje van z’n glamoureuze Parijse voorganger‘. Marrakesh moet er namelijk vooral voor zorgen dat de grote lijnen die een jaar geleden werden uitgezet, omgezet worden in concrete beleidsformuleringen. Kortom, woorden moeten daden worden.

Meer dan COPs alleen

Voor concrete actie hoeven we gelukkig niet telkens te wachten op een nieuwe klimaattop. Tussen COP21 en 22 heeft de transitie naar een duurzame samenleving verder vorm gekregen. De ene keer door initiatieven gestuurd van bovenaf, dan weer door acties gegroeid van onderuit. Ze zijn misschien minder zichtbaar dan de klimaatonderhandelingen op het hoogste niveau, maar hun impact is er daarom niet minder om.

Want vergis u niet, Parijs heeft er absoluut niet voor gezorgd dat we op pad zijn om onder de 2 graden opwarming te blijven. De VN bracht vorige week nog een rapport uit waaruit blijkt dat we zelfs met de Parijse beloftes richting een wereldwijde opwarming van meer dan 3 graden Celsius gaan.

Parijs heeft er absoluut niet voor gezorgd dat we op pad zijn om onder de 2 graden opwarming te blijven.

Gelukkig is er meer dan de COPs alleen. In oktober 2016 bijvoorbeeld besloten maar liefst 197 landen in Kigali, Rwanda, om HFCs (Hydrofluorocarbons) te bannen. Die HFCs waar frigo’s en airco’s vol mee zitten, zijn één-op-één vergeleken vele keren schadelijker dan het alom geviseerde CO2. Geen juichende, huilende of joelende volksmassa deze keer, maar wel een concrete ingreep waarmee we onszelf behoeden voor een halve graad extra opwarming. Ook de zee- en luchtvaartsectoren beslisten in diezelfde maand om hun groeiende CO2-uitstoot tegen te gaan.

Eerder dit jaar besliste de G7 (de groep van zeven rijkste industriële landen ter wereld) ook al om tegen 2025 alle inefficiënte subsidies voor fossiele brandstoffen uit te faseren. Misschien kan dit het nodige duwtje in de rug zijn voor onze federale overheid, dat aangegeven heeft eindelijk werk te willen maken van een hervorming van het vervuilende bedrijfswagenbeleid?

Bottom up

Het blijft echter niet enkel bij van bovenaf gestuurde initiatieven. Ook van onderuit is er wereldwijd heel wat in beweging om eindelijk af te kicken van onze verslaving aan fossiele brandstoffen. Steeds meer acties zijn rechtstreeks gericht tegen de ontginning en verbranding van olie, steenkool en aardgas.

Denk maar aan de protesten tegen de pijpleidingpolitiek in de VS, de klimaatrechtszaken tegen overheden en bedrijven (waaronder de Klimaatzaak hier in België), het succes van de ‘keep it in the ground’ acties en de carbon divestment’ campagne. Die laatste streeft ernaar om investeringen weg te trekken uit de gedoemde fossiele industrie en te heroriënteren naar meer duurzame sectoren.

De doelstelling van Parijs vraagt een globale economische omslag naar een koolstofarme samenleving.

De divestment beweging vindt ook ingang aan Belgische universiteiten. Studenten en personeel ijveren voor een koolstofvrije besteding van hun onderzoeksbudgetten, pensioenfondsen en andere financiële bronnen. Ze argumenteren dat het niet langer moreel te verantwoorden is om winsten te delen met een industrie die het leven en welzijn van miljoenen mensen op het spel zet.

De doelstelling van Parijs om de opwarming van de aarde te beperken tot 1,5 graden Celsius vraagt bovendien ook een globale economische omslag naar een koolstofarme samenleving die de return-on-investment van investeringen in de fossiele sector in het gedrang brengt. Met steeds meer financiële instellingen die deze argumenten volgen, ligt de weg naar een financiële ‘keep it in the ground’ strategie open. Als impact van een grassroots beweging kan dit zeker tellen.

De COP22 in Marrakesh is dan ook maar een kleine stap in een complex proces waar we allemaal deel van uitmaken. De enige manier om dat proces tot een goed einde te brengen is door alle internationale initiatieven, nationale inspanningen en lokale campagnes coherent op elkaar af te stemmen. Alleen dan maken we een reële kans om onze beloftes waar te maken en de race tegen de klimaatklok te winnen.

Mathieu Blondeel, doctoraatsstudent Internationale Politiek aan de Universiteit Gent, schreef deze tekst in samenwerking met Gert-Jan Vanaken, student KU Leuven, Bakou Mertens, student Universiteit Gent, en Vincent Lauwers, Associate bij Novares (Londen).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content