Noord-Korea: Hoe groot is het gevaar dat de boel escaleert?
Noord-Korea zal weldra over nucleaire langeafstandsraketten beschikken. Donald Trump heeft gedreigd om dat met een preventieve aanval te verhinderen. Plots lijkt een atoomoorlog mogelijk. Hoe groot is het gevaar?
In Zuid-Korea wordt de apocalyps voorbereid. Om de twee maanden loeien in de hoofdstad Seoul rond het middaguur de sirenes. Het verkeer valt stil, agenten vatten post op drukke kruispunten en helpers met gele armbanden tonen voetgangers de weg naar een van de honderden bunkers. Ook het leger is er klaar voor. Langs de snelwegen tussen Seoul en de grens staan wachttorens. Er hangen zware betonbalken boven de rijweg, die opgeblazen kunnen worden om aanvallers af te remmen. Op de stranden van de badplaatsen in het Zuiden liggen tankversperringen en prikkeldraad om een aanval door soldaten uit het arme, maar zwaarbewapende Noord-Korea te verhinderen.
Zo hoopt Seoul zich te verdedigen. Maar het Zuid-Koreaanse leger heeft ook een plan klaar voor de tegenaanval. De details daarvan zijn geheim. Maar in een eerste fase van een nieuwe Koreaanse oorlog wil het Zuiden met kruisraketten de vijandige raketbasissen uitschakelen voor Noord-Korea kan aanvallen. Projectielen die toch worden gelanceerd, moeten door de luchtafweer onderschept worden. En nog voor het Noorden de kans krijgt om zijn infanterie te laten uitrukken, zullen speciale Zuid-Koreaanse eenheden de noordelijke hoofdstad Pyongyang binnenvallen en dictator Kim Jong-un uitschakelen.
Toen de Zuid-Koreaanse minister van Defensie, Han Min-goo, in september het plan bekendmaakte, leek dat niet meer dan een interessante theorie voor militaire experts. Goed een half jaar later zijn die scenario’s huiveringwekkend realistisch. Het is heel lang geleden dat een militaire confrontatie op het Koreaanse schiereiland zo waarschijnlijk is geweest.
Pyongyang heeft met Kim Jong-un een dictator die bereid is honderdduizenden en zelfs miljoenen mensenlevens op te offeren om zijn regime overeind te houden. Aan de andere kant van de wereld, in Washington DC, zit Donald Trump, een democratisch verkozen president die weinig van de wereld begrijpt maar de codes van de atoomwapens in handen heeft – én een Twitteraccount waar hij behoorlijk nonchalant mee omspringt. Trump heeft in Syrië en Afghanistan bewezen dat hij er niet voor terugdeinst om kruisraketten en zware bommen in te zetten.
Politiek succes voor Trump
Drie weken voor Donald Trump president werd, verkondigde Kim dat hij een langeafstandsraket zou testen die het Amerikaanse vasteland kon bereiken. Het was de meest concrete en meest geloofwaardige dreiging van een directe aanval op de Verenigde Staten sinds lang. ‘Dat zal niet gebeuren’, bezwoer Trump op Twitter.
North Korea just stated that it is in the final stages of developing a nuclear weapon capable of reaching parts of the U.S. It won’t happen!
— Donald J. Trump (@realDonaldTrump) 2 januari 2017
Daarmee trok hij de rode lijn die zijn voorganger, Barack Obama, tegenover Noord-Korea nooit had getrokken.
Volgens Trump is Pyongyang, met zijn arsenaal aan kernwapens, de grootste bedreiging voor de Amerikaanse veiligheid. Het probleem is dat de president niet alleen onervaren is in de internationale politiek, maar ook geregeld blundert. Zo zei hij enkele weken geleden dat hij als waarschuwing een vliegdekschip naar Noord-Korea had gestuurd. In werkelijkheid was het schip voor een militaire oefening onderweg naar Australië. Het is niet duidelijk of Trump blufte of zich vergiste, maar het toont wel aan hoe fout de zaken met de nieuwe commander-in-chief kunnen lopen.
Trump heeft de afgelopen weken enkele politieke nederlagen geleden: zo is hij er niet in geslaagd om Obamacare af te schaffen. Daarom kan hij wel wat successen gebruiken. Een agressieve opstelling tegenover Noord-Korea doet hem op z’n minst zelfverzekerd klinken. Hij wil tonen dat hij de dictator in Pyongyang het hoofd kan bieden. Toen Trump enkele weken geleden 59 kruisraketten richting Syrië stuurde, oogstte hij lof, zelfs van zijn meest kritische commentatoren. En omdat de president een grote behoefte heeft aan bevestiging, ligt het voor de hand dat hij daar lessen uit trekt.
Met Trump in het Witte Huis en de militaire ontwikkelingen onder Kim Jong-un zijn de relaties tussen de VS en Noord-Korea onder het vriespunt gezakt. Nooit was een escalatie van het conflict zo dichtbij.
Honderd kernkoppen
Een conflict in Korea kan desastreuze gevolgen hebben. Op het Koreaanse schiereiland wonen ongeveer 75 miljoen mensen. Als daar atoomwapens gebruikt worden, zou het aantal slachtoffers niet bij te houden zijn. Bovendien zou er een vluchtelingenstroom op gang komen die het conflict in Syrië doet verbleken. Een oorlog zou niet alleen een humanitaire ramp betekenen, maar ook zware economische gevolgen hebben. Want met de VS, China en Japan zijn er drie grote economieën bij het conflict betrokken. Zelfs het Russische ministerie van Buitenlandse Zaken maakt zich grote zorgen.
Is die bezorgdheid terecht? Staan we voor het eerst sinds de krachtmeting tussen Amerika en de Sovjet-Unie tijdens de Cubacrisis voor een atoomoorlog? Noord-Korea lijkt zich alvast voor te bereiden op het ergste. Pyongyang staat op het punt zijn nucleaire wapenarsenaal enorm uit te breiden. Het wil de komende jaren honderd kernkoppen voor kruisraketten ontwikkelen en Kim heeft alleen al in 2017 vier langeafstandsraketten getest. Onlangs dreigde de Noord-Koreaanse viceambassadeur in Amerika dat er ‘elk moment een thermonucleaire oorlog kan uitbreken’ als de VS de wereldvrede blijven bedreigen door invasies in soevereine staten te rechtvaardigen. Dat klinkt angstaanjagend.
Kim is roekeloos, paranoïde en houdt van wapens. Maar hij wil vooral zijn regime vrijwaren.
Noord-Korea heeft al vaak agressieve taal gesproken, maar hoewel hij paranoïde en roekeloos is, en bovendien een voorliefde heeft voor oorlogstuig, is Kim behoorlijk voorspelbaar. Veel belangrijker is hoe Trump op Kim zal reageren. Elke ondoordachte uitspraak kan tot een oorlog leiden. Bij Trump is dat een reëel risico, gezien zijn gebrek aan kennis, zijn narcisme en zijn neiging om op Twitter te provoceren. Een president die zich niet kan beheersen, is een risico voor de vrede.
Tijdens de verkiezingscampagne was het motto van Trump ‘America First’, maar een isolationist is hij niet. En net als Kim hecht hij veel belang aan het leger. Trump heeft al vaak verklaard dat Amerika weer angst moet inboezemen en oorlogen moet gaan winnen. Daarom wil hij het budget voor defensie met 54 miljard dollar verhogen. Ook in de strijd tegen de islamterreur geeft hij het leger meer armslag. Het gevolg is dat er weer meer burgerslachtoffers vallen bij aanvallen door het Amerikaanse leger.
In Seoul nemen ze de Amerikaanse plannen voor een commandoactie tegen Kim ernstig. In maart namen de Navy Seals, dezelfde elite-eenheid die Osama Bin Laden in Pakistan liquideerde, deel aan de gezamenlijke militaire oefening Foal Eagle. Er wordt vooral gevreesd dat de VS een aanval op het Noorden zullen uitvoeren zonder de toestemming van Zuid-Korea.
Het grootste gevaar is, opmerkelijk genoeg, dat Amerika veel sterker is dan Noord-Korea. Pyongyang heeft een groot, maar deels verouderd grondleger én massavernietigingswapens. Maar daartussenin heeft het niets en daardoor kan een oorlog snel escaleren.
Het grootste gevaar is, opmerkelijk genoeg, dat Amerika veel sterker is dan Noord-Korea.
Als Trump inderdaad voor een militaire aanval kiest, heeft hij drie mogelijkheden. Ten eerste kan hij met een preventieve aanval de lancering van een kernraket proberen te verhinderen. Maar dan moet het duidelijk zijn waar de raketten zich bevinden – en misschien heeft Noord-Korea mobiele lanceerplatformen. Alle lanceerinstallaties met honderd procent zekerheid uitschakelen is quasi onmogelijk. Trump zou ook een preventieve aanval op alle nucleaire voorzieningen, militaire onderzoekscentra en fabrieksinstallaties kunnen overwegen. Maar ook dat is moeilijk. Alle doelen zouden op hetzelfde moment geraakt moeten worden, anders kunnen de Noord-Koreanen een nucleaire vergeldingsaanval uitvoeren. En misschien zou Pyongyang zich door een dergelijke aanval zo in het nauw gedreven voelen dat het een conventionele oorlog begint tegen Zuid-Korea. De derde theoretische optie, een door de Amerikanen geleide militaire invasie vanuit Zuid-Korea, is vrijwel uitgesloten omdat Noord-Korea daarop met nucleaire of chemische wapens zou reageren.
Het falen van Obama
Barack Obama heeft Trump na zijn verkiezingsoverwinning gewaarschuwd dat Noord-Korea zijn grootste uitdaging zou zijn op het internationale vlak. Nieuw is dat niet. Het Noord-Koreaanse nucleaire programma staat bij de Amerikaanse presidenten al lang hoog op de agenda. In zijn beruchte State of the Union van 2002 rekende George W. Bush niet alleen Irak en Iran tot de ‘as van het kwaad’, maar ook Noord-Korea. Een jaar later vielen de Verenigde Staten Irak binnen en brachten ze Saddam Hoessein ten val – een horrorscenario voor het regime in Pyongyang.
Toch koos Bush net als zijn voorgangers in het geval van Noord-Korea voor de diplomatie. In augustus 2003 begonnen in Peking de zogenaamde zespartijengesprekken, waaraan behalve Noord- en Zuid-Korea ook China, Japan, Rusland en de VS deelnamen. Ook al ging Bush in Irak als een dolleman tekeer, zijn diplomaten onderhandelden rustig en deskundig met de Noord-Koreanen. In 2007 werd besloten dat Noord-Korea zijn nucleaire programma zou stopzetten. In ruil daarvoor zou het humanitaire hulp en grondstoffen krijgen, en zouden de relaties met Japan en Amerika genormaliseerd worden. Pyongyang stemde hiermee in, maar na een eerste atoomtest in 2006, de daaropvolgende diplomatieke wrijvingen en de lancering van een Noord-Koreaanse satelliet in april 2009, werden de gesprekken stopgezet. Pyongyang verklaarde dat het nooit meer zou deelnemen aan zulke onderhandelingen.
Obama zette vooral in op sancties, en hij probeerde druk uit te oefenen op China om de beschermeling in Pyongyang wat in te tomen. Die strategie mislukte. Noord-Korea lanceerde tijdens Obama’s ambtsperiode meer dan 50 testraketten en voerde vier nucleaire tests uit.
Daarom beval Obama zijn militairen drie jaar geleden om cyberaanvallen tegen Pyongyang voor te bereiden. Sindsdien stapelen de mislukte tests in Noord-Korea zich op. Vorige herfst beval Kim Jong-un zelfs een onderzoek naar een mogelijke Amerikaanse betrokkenheid bij die mislukkingen. Toch weet niemand of de cyberaanvallen succesvol waren, want net zo goed konden technische mankementen het probleem zijn. In Noord-Korea is er nauwelijks internet, waardoor buitenlandse diensten moeilijk kunnen infiltreren – in tegenstelling tot Iran, waar de Verenigde Staten de opslag van uranium konden saboteren.
China
Nu is het aan Donald Trump, die een buitenlands beleid voeren gelijkstelt aan een groot leger hebben. Het goede nieuws is dat zijn hoogste generaals niet oorlogsgezind zijn. Vooral Herbert Raymond McMaster, Trumps veiligheidsadviseur, staat bekend als een uiterst vakkundig strateeg, die zijn baas ongezouten zijn mening durft te zeggen. En Trump lijkt naar hem te luisteren.
Trump lijkt zich steeds meer te realiseren dat de wereldpolitiek behoorlijk complex is. ‘De wereld is ingewikkeld’, zei hij twee weken geleden nadat het Syrische regime een aanval met chemische wapens had uitgevoerd.
Iets gelijkaardigs heeft zich afgespeeld na zijn ontmoeting met de Chinese president Xi Jinping, die hem in tien minuten uitlegde waarom China weinig invloed kan uitoefenen op Noord-Korea. ‘Op dat moment besefte ik dat het allemaal niet zo eenvoudig is’, zei Trump ontwapenend eerlijk in een interview. Sinds het bezoek van Xi lijkt zijn sympathie voor de Chinezen te zijn gegroeid en heeft Trump zich gerealiseerd dat hij in Korea hun hulp kan gebruiken.
Kim lijkt voorlopig echter allerminst onder de indruk van Trump. Vorige week liet hij zich nog uitgebreid vieren door het Noord-Koreaanse schijnparlement, dat jaarlijks in april bijeenkomt om de begroting en de andere beslissingen van de leider goed te keuren. Zoals gewoonlijk uitte de staatskrant Rodong Sinmun dreigementen tegen de Verenigde Staten en hun bondgenoten: ‘Ons machtige revolutionaire leger observeert elke beweging die onze tegenstrever maakt. Onze nucleaire blik is gericht op de Amerikaanse troepen, niet alleen in Zuid-Korea en de Stille Zuidzee, maar ook op het Amerikaanse vasteland.’
Een paar dagen later toonde het regime tijdens een militaire parade hoe het zich wil verdedigen. Voor het eerst werden er transport- en lanceertuigen getoond voor twee raketsystemen waarmee de Amerikaanse westkust bereikt kan worden. Nu wil het regime in Pyongyang kernkoppen bouwen die op de raketten gemonteerd kunnen worden. De meeste experts gaan ervan uit dat Pyongyang maximaal twintig atoomkoppen bezit en over twee jaar zou het misschien in staat kunnen zijn om kernraketten te lanceren. Het Noord-Koreaanse regime hoopt dat niemand zo’n zwaarbewapend land zal durven aanvallen.
Pyongyang heeft met Kim Jong-un een dictator die bereid is honderdduizenden en zelfs miljoenen mensenlevens op te offeren om zijn regime overeind te houden.
Dat Kim over lijken durft gaan om zijn macht te vrijwaren, werd in december 2013 duidelijk. Toen liet hij zijn oom, de op een na machtigste man van het land, op gruwelijke wijze executeren. Zijn oom werd voor de camera’s uit een bijeenkomst van het politbureau gehaald, als ‘verrader van de partij’ veroordeeld en daarna met luchtafweergeschut vermoord.
En in februari 2017 werd de oudere halfbroer van Kim het slachtoffer van een al even spectaculaire moordaanslag. Kim Jong-nam werd op de luchthaven van Kuala Lumpur overvallen door twee vrouwen, die een met zenuwgas doordrenkte doek op zijn gezicht duwden. Met zijn dood was een tweede mogelijke rivaal uit de weg geruimd. De oudere Kim, de oorspronkelijke troonopvolger, werd door zijn vader verstoten omwille van zijn liederlijke levenswandel. Sinds 2003 woonde hij in Peking en in de gokstad Macau. Er waren geruchten dat China hem als alternatief voor Kim Jong-un achter de hand hield, wat tot de moordaanslag kan hebben geleid.
Maar ondanks zijn oorlogszuchtige retoriek en genadeloosheid geloven de meeste kenners van Noord-Korea nog steeds dat Kim Jong-un weet wat hij doet. Zijn doel is om het regime overeind te houden. De uitbouw van het atoomprogramma en de dreigende taal moeten vooral in dat licht worden gezien. Als hij een atoomoorlog aankondigt, doet Kim dat met strategische doeleinden, niet om zijn land ten onder te laten gaan.
Nieuwe welvaart
In eigen land staat Kim een voorzichtige economische versoepeling toe. Verschillende Noord-Koreaanse steden zijn sinds de jaren negentig opgefrist. Er werden appartementen gebouwd en luxeresorts als de jachtclub in Pyongyang of het skigebied bij Wonsan geven een indruk van welstand. Op de ooit autovrije straten staan er inmiddels zelfs files.
Vooral de hoofdstad, het pronkstuk van het regime, wordt verfraaid naar het model van moderne steden in China. Luxe is daarbij niet verboden. Kenji Fujimoto, een Japanner die ooit de persoonlijke kok van de Kims was, keerde onlangs terug naar Pyongyang om een sushirestaurant te openen. De verse vis, die bestemd is voor de hogere kringen, zou via sluikroutes uit Japan worden overgevlogen.
In Pyongyang heeft elke wijk een eigen winkelcentrum, dat er overal hetzelfde uitziet: beneden een restaurant, op de eerste verdieping een sauna of massagesalon en op de tweede verdieping een winkel. De ontwikkeling van de bouwsector doet echter de corruptie toenemen, want voor elke transactie hebben investeerders vergunningen nodig van officiële instanties. Bovendien komt slechts een fractie van de nieuwe welvaart bij de bevolking terecht. Toch komen veel mensen in de grote steden intussen op de privémarkt aan de kost, door de verkoop van levensmiddelen of kleding. De meeste Noord-Koreanen hebben verschillende bijbaantjes. En zelfs in taxi’s of supermarkten zijn de prijzen vaak niet in de plaatselijke munt aangeduid, maar in euro of Chinese yuan.
Sinds enkele jaren bestaat er ook een officieel mobiel netwerk en zouden meer dan drie miljoen Noord-Koreanen over een gsm beschikken. Wel wordt dat netwerk streng gereguleerd en afgeschermd voor buitenstaanders. Mensen die in het grensgebied met China wonen, proberen dan ook aan een gesmokkelde Chinese simkaart te komen.
Toch blijven de problemen in Noord-Korea immens. Op het platteland is de situatie nog even troosteloos als vroeger. De meerderheid van de Noord-Koreanen leeft in bittere armoede. In het Chinese Tumen, vlakbij de grens, herken je de Noord-Koreaanse vrachtwagenchauffeurs, arbeiders en geheim agenten meteen aan hun eenvoudige kledij. En de Noord-Koreaanse meisjes die in talloze Chinese karaokebars liedjes zingen, vallen op door hun terughoudendheid. De winsten die zij maken worden teruggesluisd naar Noord-Korea.
Ruzie met China
Voorlopig laat China dat soort praktijken betijen, maar dat zou wel eens kunnen veranderen. Al in februari, na een eerste telefoongesprek tussen Xi en Trump, beloofde Peking dat het de sancties van de Verenigde Naties tegen Noord-Korea strenger zou toepassen. Nadat de twee presidenten elkaar in april in Florida hadden ontmoet, werden aan de grens voor het eerst strenge controles uitgevoerd. Het gevolg was dat heel wat vrachtschepen met kolen moesten terugkeren naar Noord-Korea.
Peking staat voor een dilemma. Het wil niet dat Nood-Korea nieuwe raketten of atoomwapens test. Tegelijkertijd wil het de communistische bufferstaat aan zijn oostelijke flank niet opgeven. In elk geval staan veel Chinese leiders alsmaar sceptischer tegenover het officiële beleid van de ‘onverbrekelijke vriendschap’ met Noord-Korea. In privégesprekken en op internet steken de Chinezen al langer de draak met Kim Jong-un. Sinds kort laat ook de officiële pers zich in ongewoon scherpe bewoordingen uit over Pyongyang: ‘Als Kim de toenadering tussen Peking en de nieuwe Amerikaanse regering door een atoomtest zou verstoren, zal hij zelf voor de gevolgen moeten opdraaien’, luidt het.
Die toon is helemaal nieuw, en maakt duidelijk dat Peking nauwer met Washington wil samenwerken. Dat is een probleem voor Pyongyang, want het heeft altijd kunnen profiteren van het wederzijdse wantrouwen tussen de twee supermachten. Dankzij de achterdocht tussen China en de VS kon het minuscule, absurdistische Noord-Korea zijn wapenarsenaal uitbreiden en een internationale bedreiging worden.
Japans nationalisme
Zullen de Verenigde Staten en China werkelijk in staat zijn om de Noord-Koreaanse kwestie op een vreedzame manier op te lossen? Het verscherpen van de economische sancties lijkt zinloos bij zo’n hardvochtig regime. In de jaren negentig bleven de Noord-Koreaanse leiders stevig in het zadel, ook al heerste er toen een grote hongersnood in het land. Ook in Zuid-Korea twijfelen intussen velen aan het nut van economische sancties. Op 9 mei wordt daar een nieuwe president verkozen en de twee favorieten om president Park Guen-hye op te volgen, willen betere contacten met het Noorden. Ze geloven dat Zuid-Korea minder invloed kan hebben op Kim door hem te isoleren.
Moeten China en de Verenigde Staten zich er dan maar bij neerleggen dat Noord-Korea een belangrijke atoommacht wordt? Dat lijkt hoogst onwaarschijnlijk. Noord-Korea produceert immers niet alleen wapens voor zichzelf, maar verkoopt ze overal ter wereld. Om die proliferatie te beëindigen, is een akkoord een must.
Niet alleen de VS wil harder optreden tegen Pyongyang. Ook Japan, een wereldwijde economische macht, wil de druk opvoeren. Voor de Japanse nationalistische premier Shinzo Abe, die Donald Trump sinds zijn verkiezing al twee keer op bezoek heeft gehad, komt de Koreacrisis niet ongelegen. Hij wil al langer een herziening van de akkoorden die Japan na de Tweede Wereldoorlog werden opgelegd en die het land verhinderen om een echt leger op te richten.
Dankzij de provocaties van Kim – zo kwam er onlangs een raket op 300 kilometer van de Japanse kust terecht – heeft Abe zijn defensiebudgetten met 44 miljard dollar kunnen opdrijven. Ook bij de publieke opinie wordt de spanning opgebouwd: zo toont de Japanse televisie geregeld beelden van Noord-Koreaanse raketproeven. In maart werden er in Japan voor het eerst sinds de Tweede Wereldoorlog evacuatieoefeningen gehouden. Binnen de partij van Abe gaan er stemmen op om ook tegenaanvallen op doelwitten in Noord-Korea te oefenen. De grondwet laat zoiets momenteel niet toe, maar Tokio beschikt wel over het nodige materieel daarvoor: onlangs heeft de luchtmacht het eerste van 42 Amerikaanse F-35-gevechtsvliegtuigen in gebruik genomen.
Toevallige oorlog
Wat is het beste antwoord op de provocaties van Kim? Dat weet niemand.
Een militaire oplossing lijkt onmogelijk. Misschien had dat twintig jaar geleden, toen het nucleaire programma van Noord-Korea nog in zijn kinderschoenen stond, nog enigszins gekund. Tijdens de eerste grote nucleaire crisis in 1994 simuleerden het Pentagon en de Zuid-Koreaanse strijdkrachten een gedetailleerd oorlogsscenario. De prognoses waren rampzalig. Na drie maanden zouden er 490.000 dodelijke slachtoffers aan Zuid-Koreaanse kant gevallen zijn en 52.000 bij de Amerikanen. Het plan werd begraven en Amerika besloot opnieuw te onderhandelen met Pyongyang. Intussen heeft Noord-Korea meer dan twintig kernkoppen waardoor de gevolgen van een oorlog nog groter zouden zijn. De Noord-Koreaanse top is er bovendien van doordrongen dat een oorlog het einde zou inluiden van het land en het regime. Daarom is het grootste gevaar niet dat een van beide partijen bewust een oorlog zou ontketenen, maar wel dat Amerika en Noord-Korea tegen hun zin in een eindeloze spiraal van escalaties zouden belanden.
Trump is onberekenbaar. Aan de onderhandelingstafel kan dat een voordeel zijn.
Ook al geeft Trump het nog niet toe: een militaire ingreep is niet langer een optie en daarom zal er onderhandeld moeten worden met Pyongyang. Niet dat Trump dat idee bij voorbaat afwijst. Tijdens de verkiezingscampagne pochte Trump dat hij Kim desnoods zou uitnodigen om in een hamburgerrestaurant over hun problemen te praten. Voor Trump komt een succesvolle buitenlandse politiek altijd neer op een vastgoedtransactie, waarbij twee mannen elkaar opzoeken om een goede deal te sluiten. Twijfelen aan zijn kunde doet Trump niet. Hij beschouwt zichzelf als de grootste dealsluiter aller tijden.
Als er onderhandeld zal worden, is de reputatie van Trump misschien een voordeel. Politici in de hele wereld maken zich zorgen over Trumps impulsiviteit en onberekenbaarheid, maar aan de onderhandelingstafel kan dat een voordeel zijn. Misschien zei Trump daarom onlangs dat Amerika ‘weer minder betrouwbaar moet worden’.
Dit artikel verscheen eerder in Der Spiegel.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier