Nikkel als nieuwe olie: de groene ommekeer is behoorlijk smerig in Indonesië

Industriepark op het Indonesische ­eiland Sulawesi: de hel was vroeger het paradijs. © Getty Images

Nikkel is een sleutelcomponent in veel autobatterijen, en dus onmisbaar voor de westerse transportrevolutie. Geen land produceert meer nikkel dan Indonesië. En dat weet China ook.

Het vuur gaat nooit uit. De vlammen branden dag en nacht, zeven dagen per week in het Morowali Industrial Park in Indonesië. Trisno Wasito – helm, gezichtsmasker, zware laarzen – staat op een ijzeren loopbrug en kijkt de diepte in. Onder hem donderen de machines van de staalfabriek. In enorme hoogovens smelt metaal tot een soort lava.

Een fel licht vult de kamer. Wasito houdt zijn arm voor zijn gezicht, het zweet parelt op zijn voorhoofd. Een van de machines is opengegaan en een gloeiende oranje staaf staal glijdt op de lopende band. De staaf sist als er water op de sintels spat. De ingenieur schreeuwt tegen het lawaai in: ‘De poorten van de hel zijn geopend!’

Vroeger was de hel het paradijs. Het district Morowali, waar het industriepark is gevestigd, ligt op Sulawesi. Dat is een eiland in Indonesië met groene bergen, turkooisblauwe lagunes en een paar van de laatste ongerepte stukjes regenwoud. Maar het heeft ook steeds minder bossen en almaar meer machines die in de roodbruine aarde graven. Van bovenaf gezien lijkt het alsof een wild dier een snee in de jungle heeft gemaakt.

Aan de rand van Indonesië ligt de grootste nikkelvoorraad ter wereld: zowat 21 miljoen ton, ongeveer een vijfde van de wereldvoorraad. Fabrieken hebben nikkel nodig voor de productie van roestvrij staal en in toenemende mate voor de productie van lithium-ionbatterijen. Dat laatste is meteen de reden waarom zo veel westerse bedrijven en regeringen de laatste tijd belangstelling hebben voor Indonesië. In een wereld die naar elektromobiliteit wil overschakelen, is nikkel de nieuwe olie. En Indonesië een soort Saudi-Arabië.

Nikkel is de nieuwe olie. En ­Indonesië een soort Saudi-Arabië.

Grootse plannen

Indonesië bestaat uit naar schatting 17.000 eilanden in de Indische en de Stille Oceaan. Met bijna 280 miljoen inwoners is het het op drie na dichtstbevolkte land ter wereld. Het land heeft grootse plannen: over 20 jaar wil het een geïndustrialiseerde natie zijn, en zelfs een van de grootste economieën ter wereld. Daarbij speelt de nikkel op Sulawesi een belangrijke rol.

De industrialisatie is een pijler van het economische beleid van Joko Widodo, beter bekend als Jokowi, de enorm populaire president van Indonesië. Hij kwam in 2014 aan de macht als een buitenstaander in een land waar het fortuin tot dan toe in handen was van een kleine elite. In 2020 verbood de regering de export van ruwe nikkel. Wie toegang wil krijgen tot de bodemschatten van het land moet naar Indonesië komen, daar fabrieken bouwen en banen creëren. Volgens het plan van Jokowi moet de wereldwijde energietransitie van Indonesië een rijk land maken.

Op 14 februari kiest Indonesië een nieuwe president. Zelf kan Jokowi zich niet opnieuw verkiesbaar stellen, omdat de grondwet dat verbiedt. Maar wie ook de volgende president van Indonesië wordt: de koers van het land zal waarschijnlijk niet snel veranderen.

Luchtvervuiling

Indonesië doet het goed – ook dankzij zijn grondstoffenbeleid. Na 32 jaar dictatuur heerst er nu al meer dan 25 jaar vrede en democratie. Er zijn nieuwe luchthavens, wegen en start-ups die miljoenen waard zijn. Binnenkort komt er misschien wel een nieuwe hoofdstad. In Jakarta, de huidige hoofdstad, wonen bijna 11 miljoen mensen en torenen in het centrum glinsterende wolkenkrabbers. Maar in de armere wijken en op veel eilanden is het leven nog altijd veel schraler.

Ingenieur Wasito kwam meer dan tien jaar geleden voor het eerst naar Sulawesi. Toen was er ‘niets in Morowali’, beweert hij. Behalve dan een paar duizend vissers en rijstboeren, en mangroves langs de kust.

Honderden vrachtwagens ploegen nu over de wegen. Binnenvaartschepen brengen voortdurend meer kolen, meer erts, meer van alles. Als de ploegen wisselen stromen duizenden arbeiders op motoren toe, zo veel en zo dicht op elkaar – ‘een rivier van gele helmen’, zo noemt een bewoner het. Als de zon opkomt, geeft die slechts een bleek licht. Een troebele sluier van smog omhult mens en machine. Het is als leven achter matglas.

Compenserende gerechtigheid

Zijn andere geïndustrialiseerde landen niet op een vergelijkbare manier ontwikkeld tot wat ze nu zijn? Tijdens de lunch verbaast Wasito zich erover dat de kolenmijnen in het Duitse Ruhrgebied nu slechts bezienswaardigheden zijn. Een welvarend land kan zich dat veroorloven, zeggen de ingenieurs aan tafel. Zij vinden dat de leiding van hun land precies het goede doet.

Wasito herinnert het zich nog goed: op 29 mei 2015 kwam de president op bezoek voor de inhuldiging van de eerste nikkelsmelterij. Toen was er al een gedeeltelijk exportverbod van kracht geworden. Die strategie heeft gewerkt: internationale bedrijven hebben zich in Indonesië gevestigd en daar honderdduizenden nieuwe banen gecreëerd. Het land werd een van de grootste staalexporteurs ter wereld. Onlangs heeft de regering de export van bauxiet verboden en tin en koper kunnen volgen.

De EU ergert zich aan het Indonesische grondstoffennationalisme. Brussel heeft met succes een klacht ingediend bij de Wereldhandelsorganisatie. Het Indonesische leiderschap was niet onder de indruk en diende een bezwaar in. Politici zien het exportverbod als compenserende gerechtigheid. De Europeanen vergeten de geschiedenis, vinden ze. Een exportverbod is ons recht, want de schatten uit ons land hebben ooit de Nederlandse koloniale overheersers rijk gemaakt. De politici stellen het nikkelverbod voor als een correctie op de historische schuld, een instrument om de schande van het verleden goed te maken.

Zo denkt ook Prabowo Subianto, de man die Jokowi waarschijnlijk zal opvolgen als president. Ook al wordt de 72-jarige gepensioneerde generaal en huidig minister van Defensie beschuldigd van ernstige mensenrechtenschendingen. Vreemde wending in deze verkiezingscampagne: Jokowi’s oudste zoon is Prabowo’s running mate. Formeel is hij een van Jokowi’s politieke tegenstanders. Maar hun boodschap klinkt vergelijkbaar: ‘We hebben Europa niet echt meer nodig.’ Want ze hebben China.

Chinese bedrijven domineren

Na de lunch gaan Wasito en zijn collega’s bidden. Indonesië is het grootste land ter wereld met een moslimmeerderheid, 87 procent van de bevolking hoort tot de islam. Daarna laten de ingenieurs de nieuwste uitbreiding van het industriepark zien, een fabriek waar een soort groene klonten gemaakt worden, een voorbereidend product voor batterijen in elektrische auto’s. De naam van de fabrikant staat op een bord: Huayue Nickel Cobalt, een joint venture van Chinese bedrijven. Er zijn 53 bedrijven gevestigd in het industriepark, en bijna allemaal komen ze uit China. Zo goed als de hele nikkelproductie van Indonesië is in Chinese handen.

Wie toegang wil krijgen tot het nikkel moet naar Indonesië komen, daar fabrieken bouwen en banen creëren.

Noch het Indonesische leiderschap, noch de bevolking is anti-westers of bijzonder China-vriendelijk. Indonesië ziet zichzelf traditioneel als ongebonden. Het is een land dat geen partij kiest, maar balanceert tussen de grote machten. Op de vraag naar het grootste verschil tussen het Westen en China, zegt een minister in de hoofdstad: ‘Europeanen komen, stellen vragen, denken na, er gebeurt niets. De Chinezen sturen de ceo en dan worden er beslissingen genomen.’ Weinig kritische vragen stellen over milieunormen en klimaatbescherming, dat is handig – en lucratief – voor Indonesië. En voor Peking betekent het dominantie over een potentiële sleutelgrondstof van de 21e eeuw.

Maar wat betekent dat voor westerse autofabrikanten? Wat zou er bijvoorbeeld gebeuren als er een oorlog ontstaat tussen China en Taiwan? In 2022 haalde het Westen veel van zijn nikkel uit Rusland. Nu maken we Indonesië het hof. Waar Tesla, Volkswagen en Ford merken dan dat anderen sneller zijn.

Geen vis meer

Sommige constructeurs aarzelen ook. En niet zonder redenen. Indonesië blijft afhankelijk van kolengestookte energie. Er is het pronleem van de corruptie. De vissers in het dorp zeggen dat er nauwelijks nog vis in zee zwemt.

Jusman Ondo is een van die vissers. ‘Vroeger maakten we een vuurtje en als de sintels heet waren, wierpen we een hengel uit’, vertelt hij, ‘want dan wisten we zeker dat er iets zou bijten.’ Dat is verleden tijd. Hij laat een emmer aan een touw zakken. Het water dat hij ophaalt is onnatuurlijk warm. De fabrieken aan de andere kant van de baai lozen hun hete koelwater rechtstreeks in zee. ‘Ze gaan ons allemaal vermoorden’, zegt Ondo.

De groene ommekeer is behoorlijk smerig op het eiland in Sulawesi. En daar lijken Chinese bedrijven veel minder problemen mee te hebben. In de lobby van het Chinese bedrijf Huayue hangt een wereldkaart waarop China en Indonesië het centrum van de wereld vormen – en niet Europa. Op een andere poster meldt het bedrijf dat het zijn producten verkoopt aan de grootste batterijproducenten ter wereld – de meeste zijn ook Chinees. Nog een andere poster toont waar die batterijen dan belanden: in computers van Apple en auto’s van BMW, Mercedes, Audi en Volkswagen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content