Doden en gewonden bij nieuwe aardbeving in Turkije en Syrië
In Syrië en Turkije zijn bij nieuwe aardbevingen maandag opnieuw tientallen mensen gewond geraakt en zeker drie doden gevallen. In Turkije vielen al zeker drie doden en meer dan 200 gewonden. In het noordwesten van Syrië raakten minstens 42 mensen gewond toen paniek uitbrak en mensen zelfs van gebouwen sprongen.
Twee weken na de zware aardbevingen in Turkije en Syrië is het grensgebied tussen beide landen maandagavond opnieuw getroffen door aardbevingen met een kracht van minstens 6,4 en 5,8. Het epicentrum lag in de Turkse provincie Hatay.
Daar vielen volgens de Turkse minister van Binnenlandse Zaken Süleyman Soylu minstens drie doden en 213 mensen werden naar het ziekenhuis overgebracht. De minister waarschuwt de bevolking om niet meteen weer naar huis te gaan. Hij sprak maandagavond ook van minstens 26 naschokken.
In het door de rebellen gecontroleerde noordwesten van Syrië sprongen mensen van daken en terrassen om zichzelf in veiligheid te brengen. In Salqin, Harem, Idlib, Khirbet al-Joez en landelijke gebieden bij Aleppo raakten ook mensen gewond door vallende bakstenen en puin, aldus het in het Verenigd Koninkrijk gevestigde Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten. Ook in Hama, in het centrum van Syrië, raakten mensen gewond door vallend puin.
‘Veel mensen hebben hun woningen verlaten en dwalen rond op straat, bang dat er nog meer bevingen zullen zijn, ook in de hoofdstad Damascus’, tweette een woordvoerster van het vluchtelingenagentschap van de Verenigde Naties (UNHCR).
Op 6 februari werd het Turks-Syrische grensgebied getroffen door een reeks zware aardbevingen, waarvan de zwaarste een magnitude van 7.8 had. Daarbij vielen ruim 47.000 doden, van wie meer dan 41.000 in Turkije alleen. Die balans loopt nog elke dag verder op. De provincie Hatay was toen al een van de zwaarst getroffen provincies.