Elien Spillebeen
‘Niet minder geld, maar minder visie kan de wereld onveiliger maken’
Elien Spillebeen over de geplande besparingen van de Verenigde Naties op vredesoperaties: ‘Minder budget hoeft geen bedreiging te zijn voor de vele burgers wiens leven bedreigd wordt in een conflictgebied. Maar een besparing zonder visie zal dit wel zijn.’
Onder druk van Donald Trump zullen de vredesoperaties van de Verenigde Naties (VN) het met 600 miljoen dollar minder moeten doen. Deze besparing zal in alle missies te voelen zijn, maar het meest in de twee grootste operaties, die in Darfoer en de Democratische Republiek Congo. Hoewel de onrust in zowel Congo als Zuid-Soedan de afgelopen maanden is toegenomen, hoeven deze besparen niet noodzakelijk een slechte zaak te zijn voor de burgers van deze regio’s.
Niet minder geld, maar minder visie kan de wereld onveiliger maken.
Het nieuws dat de zogenaamde blauwhelmen moeten besparen kwam woensdag niet als een verrassing. De Amerikaanse president heeft het niet zo hoog op met de historisch vergaande internationale engagementen van zijn land. Snoeien in zijn buitenlandse uitgaven gaat voorlopig ook makkelijker dan in de binnenlandse dossiers.
De Amerikaanse bijdragen zijn goed voor maar liefst 28,5% van het totale budget van de blauwhelmen, wat een drievoud is van het aandeel van de op tweede donor in het rijtje, China. Toen Trump de eed aflegde, voelde men dus ongetwijfeld de bui al hangen.
Bij de hernieuwing van het mandaat van de VN-vredesmissie in Congo, twee maanden geleden, werden de toekomstige besparingen al in rekening gebracht. De MONUSCO, want zo heet die missie, zal het tegen 31 maart 2018 met 3600 militairen minder moeten doen.
Gezien alle analisten het eens zijn dat Congo een tikkende tijdbom is, lijkt deze beslissing op het eerste zicht een slechte zaak voor de Congolese burgers.
Heel wat humanitaire organisaties en vredesactivisten gaan dan ook op hun achterste poten staan, bij het horen van dit nieuws. Maar volgens mij is dit geen reden tot ongerustheid. Het nieuws maakte bij mij zelfs weinig emotie los. Dit was niet anders toen men eind maart aankondigde dat er in Congo een pak minder blauwhelmen zouden worden ingezet. Nochtans ligt de regio, en het lot van de inwoners me wel degelijk nauw aan het hart.
De blauwhelmen hebben in het verleden zeker en vast hun nut bewezen. Wat Congo betreft ben ik dan ook lang mild geweest in mijn oordeel. Met de aanwezigheid van de blauwhelmen op terrein toonde de internationale gemeenschap volgens mij een zeker betrokkenheid, en kon neutrale monitoring gegarandeerd worden.
In Congo slagen de blauwhelmen er niet in de bevolking te beschermen.
Maar gaandeweg heb ik mijn mening moeten herzien. In Congo slagen de blauwhelmen er niet in de bevolking te beschermen. Daardoor zijn de Congolezen de internationale gemeenschap gaandeweg eerder van medeplichtigheid gaan verdenken dan van empathische betrokkenheid. En wie hun verslagen regelmatig doorneemt, vraagt zich af of ze voor deze opdracht wel de juiste mensen in dienst hebben genomen. De blauwhelmen wáren goed vertegenwoordigd in Beni toen het geweld er in oktober 2014 escaleerde. Toch hebben ze geen mensenleven kunnen redden. Integendeel, toen jongeren uit frustratie stenen gooiden naar een patrouille blauwhelmen, werden twee jongeren doodgeschoten. Als dat geen teken aan de wand is?
De VN kan gelukkig ook succesvolle verhalen voorleggen, waarin ze bewijst dat een missie wel degelijk kan bijdragen tot het stabiliseren van een conflict en het de weg naar duurzame vrede kan vergemakkelijken. Maar er zijn, behalve in Congo, nog voorbeelden te vinden waarin de VN haar opdracht niet kon volbrengen. En na meer dan zestig jaar ervaring mogen daar gerust lessen uit getrokken worden.
Zo is het een belangrijke vaststelling dat een vredesmissie weinig verschil maakt wanneer de lokale partijen niet van wil zijn om tot een vredevolle oplossing te komen. Zowel in Congo, als in Zuid-Soedan lijken de spanningen op terrein eerder toe te nemen. Dat zal het werk van de blauwhelmen de komende maanden ongetwijfeld bemoeilijken. Een sterker mandaat of extra middelen zouden hier weinig aan veranderen.
Een belangrijke conclusie is dat de militaire uitgaven niet recht evenredig zijn met het succes van een missie. Het budget van alle missies samen is slechts een fractie van wat wereldwijd aan militaire investeringen wordt gedaan. En hierbij houden we dan nog geen rekening met de clandestiene wapenhandel die vaak weelderig tiert in de regio’s waar de missies actief zijn.
Dezelfde landen die de vredesmissies financieren, zijn ook niet zelden de sponsors van de munitie van de tegenpartij. Denk maar aan de rebellengroep M23 die in 2012 met veel gemak de blauwhelmen in Oost-Congo te kijken zette door met een te groot gemak de stad Goma in te nemen, nota bene de stad waar de blauwhelmen hun logistiek hoofdkwartier in de regio hebben gevestigd. De wapens van de M23 bleken uit het buurland Rwanda te komen. Er werd door VN-experts aangetoond dat de Rwandese overheid de gulle schenker was. Als je weet dat de Verenigde Staten de grootste donor zijn van de Rwandese overheid, dan kan het nut van hun investering bij de VN wel even in vraag stellen.
We kunnen meer geld vragen voor internationale vredesmissies, maar zolang dit haaks staat op de economische en diplomatieke agenda’s van de donoren, is het dweilen met de kraan open.
We kunnen meer geld vragen voor internationale vredesmissies, maar zolang dit haaks staat op de economische en diplomatieke agenda’s van de donoren, is het dweilen met de kraan open.
Die dubbele houding van de internationale gemeenschap is de inwoners van Congo al langer duidelijk. Het oosten van Congo is behalve gekend voor haar chronisch geweld, ook befaamd om haar actief middenveld. Zij hebben al lang hun buik vol van de blauwhelmen, die ze trouwens de bijnaam ‘les touristes’ geven. Een blauwhelm is in hun ogen ‘voor even op bezoek, geeft geld uit aan drank, sigaretten en vrouwen, spreekt enkel Engels, en als het even gevaarlijk wordt dan zie je ze niet.’
Ik vond het vroeger wat kort door de bocht. Maar de bloedbaden in Beni hebben het falen van de VN-vredesmissie in deze streek wel degelijk pijnlijk bevestigd. Wat mij betreft mag het budget van de blauwhelmen in Congo dus gerust wat naar beneden. Toegegeven, die dure materialen steken bij de bevolking toch maar de ogen uit.
In de vele brieven die de Congolese burgerbewegingen richtten aan de VN zie je steeds dezelfde suggesties terugkomen. Op nummer één staat het verzoek om vaker en beter te communiceren met de lokale bevolking. Op de tweede plaats hun suggestie om meer kennis te vergaren over de achterliggende dynamieken die kunnen helpen het conflict beter te begrijpen. Geen duur arsenaal, maar kennis en lokale inbedding zijn volgens hen de sleutel tot succes. Ze hebben hun suggesties vaak genoeg beleefd en genuanceerd toegelicht.
Dit laat me toe om zelf even kort door de bocht te gaan en te vragen naar ‘minder boemboem, en meer blabla’. Stuur wat mij betreft dus gerust 4000 militairen naar huis, maar investeer wat meer in kennis en communicatie, en dan hoeft die besparing helemaal niet zo problematisch te zijn.
Het achterliggende motief van deze besparingen mag dan niet op een erg intelligent inzicht gestoeld zijn, wat niet is kan nog komen. Minder budget hoeft geen bedreiging te zijn voor de vele burgers wiens leven vandaag en morgen bedreigd wordt in een conflictgebied. Maar een besparing zonder visie zal dit wel zijn.
Nu de diplomatieke onderhandelingen over de budgetten achter de rug zijn, is het tijd om álle politieke middelen scherp te stellen. Want vrede, dat koop je niet met geld alleen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier