Neen, de vertrouwensstemming was geen overwinning voor Theresa May
Brits premier Theresa May heeft de vertrouwensstemming in haar partij overleefd. Toch heeft ze woensdagavond meer verloren dan gewonnen.
Gisterenavond stemden 317 parlementsleden van de Conservatieve Partij over het leiderschap van haar voorzitter en huidig premier van het Verenigd Koninkrijk Theresa May. Nadat Theresa May op maandag onverwachts aankondigde dat de stemming over haar terugtrekkingsakkoord werd uitgesteld, reageerden een aanzienlijk aantal conservatieve parlementsleden als een wesp gestoken. De ontevreden conservatieven verzamelden de vereiste 48 brieven voor een motie van vertrouwen binnen de partij.
May won de anonieme stemming met 200 stemmen voor en 117 stemmen tegen. Een relatief comfortabele meerderheid binnen de partij, al moest May voor de stemming toch nog een zoenoffer brengen om het zekere voor het onzekere te nemen. De premier beloofde dat ze zich voor de volgende parlementsverkiezingen van 2022 niet meer verkiesbaar zal stellen. Door de winst kunnen haar kritische partijgenoten alvast een jaar lang geen nieuwe vertrouwensstemming organiseren.
Het is niet langer ondenkbaar dat het Britse parlement uiteindelijk zal stemmen over twee extreme scenario’s: helemaal blijven of helemaal gaan.
Dat betekent echter niet dat May comfortabel achteruit kan leunen. Het feit dat 37 procent van haar partijgenoten wil dat ze als voorzitter en als premier opstapt, voorspelt weinig goeds voor haar brexitdeal en haar politieke toekomst op middellange termijn. Vooral voor het terugtrekkingsakkoord dat May de afgelopen twee jaar met de Europese heeft onderhandeld, lijkt er een weinig rooskleurige toekomst weggelegd.
Aanvankelijk werd gedacht dat de brexiteers een factie van ongeveer tachtig conservatieve parlementsleden besloeg. Dat er daar bij een anonieme stemming daarboven nog een veertigtal bijkomen, is meer dan verwacht. Om haar terugtrekkingsakkoord door het parlement te krijgen, heeft May een eenvoudige meerderheid nodig van 320 parlementsleden. Nou ja, eenvoudig.
Zoals hierboven beschreven hebben de Conservatieven 317 parlementsleden, net niet voldoende voor een meerderheid in het parlement. In de wetenschap dat 117 conservatieve parlementsleden gisteren tegen het leiderschap van May stemden, kan de Britse premier in haar partij dus maar op 200 parlementsleden rekenen die het akkoord willen goedkeuren. May moet dus nog op zoek naar 120 andere afgevaardigden die bereid zijn om haar deal te accepteren.
Maar waar kan ze die überhaupt vinden? De Noord-Ierse Democratic Unionist Party (DUP), de partij die sinds de vervroegde verkiezingen gedoogsteun geeft aan de minderheidsregering van Theresa May, heeft tien stemmen heeft in het parlement. Maar de partij is ontevreden over de manier waarop het Verenigd Koninkrijk mogelijk verscheurd geraakt door de Ierse grenskwestie. Op de DUP moet May alvast niet rekenen.
Ook bij de sociaaldemocratische Labourpartij van voorzitter Jeremy Corbyn is er weinig appetijt om Mays deal te steunen. De partij heeft in het Britse parlement 257 afgevaardigden, waarvan er voorlopig slechts een twintigtal tevreden zijn over het terugtrekkingsakkoord. Met een aantal dissidenten binnen Labour, komt May momenteel aan ongeveer 237 parlementsleden die haar terugtrekkingsakkoord willen goedkeuren.
De Scottish National Party (SNP) is de derde grootste partij in het Britse parlement met 35 verkozenen. Maar voorzitter Nicola Sturgeon heeft de afgelopen weken resoluut verklaard dat haar partij Mays voorstel niet zal goedkeuren. Volgens de partijvoorzitter zullen de Schotten de brexit zoals bepaald in het terugtrekkingsakkoord danig in hun portefeuille voelen. Berekeningen van de Schotse nationalisten voorspellen dat de Schotten elk jaar 1.600 pond per jaar tot 2030 zullen verliezen in vergelijking met het scenario waarin het Verenigd Koninkrijk in de Europese Unie blijft.
Het is niet langer ondenkbaar dat het Britse parlement uiteindelijk zal stemmen over twee extreme scenario’s: helemaal blijven of helemaal gaan. De steun in Mays partij was een pak kleiner dan aanvankelijk gedacht. Haar terugtrekkingsakkoord met de Europese Unie heeft nu nog minder kans op slagen.
Blijft er voor May nog maar één relatief grote partij over waar ze haar peilen op kan richten, namelijk de Liberal Democrats, die elf zetels hebben in het Britse parlement. De LibDems is van meet af aan fervent tegenstander van eender welke brexit dan ook. Voorzitter Vince Cable heeft al meermaals opgeroepen tot een tweede referendum om op die manier de brexit om te keren.
Enkel bij Sinn Féin, de Noord-Ierse partij die pleit voor een eengemaakt Ierland, kan het terugtrekkingsakkoord van May op aanzienlijke steun rekenen. Maar met de steun van de zeven zetels die Sinn Féin in het parlement bezit, komt May nog steeds maar aan een totaal van 244 parlementsleden. Dat zijn er nog steeds 76 te weinig om aan het langste eind te trekken, een enorme kloof die haast niet overbrugbaar lijkt.
May tracht daarom haar deal te verkopen als het enige mogelijke alternatief. Voor een no-deal is er in het parlement nog veel minder appetijt, en daarom probeert ze de brexiteers ervan te overtuigen dat ze beter voor haar terugtrekkingsakkoord kunnen stemmen. Anders dreigt er namelijk een tweede referendum of een scenario waarbij het Verenigd Koninkrijk gewoonweg in de Europese Unie blijft.
Maar als het parlement geen akkoord kan bereiken over de manier waarop het zich uit de Europese Unie zal terugtrekken, dan verlaat het Verenigd Koninkrijk de Europese Unie hoe dank ook in een no-dealscenario. Het zou enkel kunnen terugvallen op de regels van de Wereldhandelsorganisatie, wat betekent dat de invoertarieven voor Britse producten naar het Europese vasteland een pak hoger zullen liggen. De klap voor de Britse economie zal amper te overzien zijn. De Britse pond staat nu al op het laagste niveau in achttien maanden tijd. Theresa May kan wel trachten om de stemming over het terugtrekkingsakkoord uit te stellen, waardoor de angst voor een no-deal de parlementsleden ertoe moet nopen om alsnog voor haar deal te stemmen. Een quasi onmogelijke opgave.
De stemming van gisteren heeft duidelijk gemaakt dat Theresa May nog wel op de steun kan rekenen van een aanzienlijke meerderheid binnen haar partij. Maar – en belangrijker -, er is gebleken dat die steun veel minder groot was dan aanvankelijk gedacht. In Brussel heeft men gisteren ongetwijfeld groen gelachen. Dat de Europese Commissie zich al enkele maanden volop aan het voorbereiden is op een no-dealscenario, is dan ook geen toeval.
In deze context is het best mogelijk dat het Britse parlement ertoe gedwongen wordt om vlak voor 29 maart 2019 te stemmen of het al dan niet in de Europese Unie wil blijven. Het Europees Hof van Justitie bepaalde maandag dat het Verenigd Koninkrijk daar zelf over kan beslissen, zonder de goedkeuring van de andere 27 lidstaten. Het parlement zal dan moeten kiezen tussen de twee extremen. Helemaal blijven, of helemaal gaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier