Nationaal Volkscongres van start: een zeldzame blik in het Chinese huishouden

© AFP via Getty Images

Hoe reset je het gesprek als je land in de problemen zit? Met die vraag worstelt het Chinese Nationale Volkscongres deze week tijdens zijn jaarlijkse vergadering, het belangrijkste politieke evenement van het jaar. China’s wetgevende huis heeft weinig macht, maar de jaarlijkse zitting biedt wel een zeldzaam venster op wat de Communistische Partij denkt.

De bijeenkomst van dit jaar begon 5 maart met een toespraak van premier Li Qiang, en later deze week komt er dan een openbaar onderzoek naar de prestaties en plannen van de Chinese regering – voor zover dat in China natuurlijk mogelijk is. China-watchers denken dat drie thema’s belangrijk zullen worden: de economische paniek een halt toe roepen, de economische langetermijnpolitiek van Xi Jinping, China’s hoogste leider, en de machtsbalans in de haperende leidersgroep.

Nieuwe slogan

De vergadering vindt plaats in tijden van somber economisch nieuws: de fabrieksproductie is in februari gekrompen, de deflatie slaat toe, de vastgoedprijzen dalen maand na maand. De aandelenmarkt is iets gestegen na staatsinterventies maar is nog altijd 4 miljard dollar minder waard dan op haar hoogtepunt.

Waarschijnlijk zal de regering een groeidoelstelling rond de 5 procent aankondigen. Om dat te bereiken zal ze de stimuleringsmaatregelen wellicht moeten opvoeren. Die zijn er in China in vele vormen, zowel in de boeken als daarbuiten. In 2023 bedroeg het begrotingstekort 3,8 procent, nadat de overheid de uitgaven in de loop van het jaar had opgevoerd. Xi maakt zich wel zorgen over de keerzijden van stimuleringsmaatregelen, zoals meer schulden en verkwistende investeringen.

Xi Jinping lijkt vastbesloten om het Volks­congres te domineren.

Verwacht wordt dat premier Li sussende woorden zal spreken tegen particuliere beleggers, consumenten en buitenlandse investeerders. De vergadering zal ook China’s nieuwste slogans over de economie bespreken, en hoewel die meestal vaag zijn, geven ze wel cruciale signalen over de denkwijze van Xi. Zijn nieuwe modewoorden zijn ‘ontwikkeling van hoge kwaliteit’ en ‘nieuwe productiekrachten’. Die wijzen op een focus op het bevorderen van de productiviteit en van industrieën met een hogere toegevoegde waarde, zoals klimaattechnologie, biowetenschappen en – onvermijdelijk – artificiële intelligentie.

Maar China’s grote probleem is het gebrek aan geloofwaardigheid. In de staatsmedia wordt de slogan ‘nieuwe productiekrachten’ geroemd als een innovatie in de marxistische theorie, het gaat duidelijk niet over het vrijmaken van markten. China zegt wel dat het zijn relatie met particuliere ondernemingen wil herstellen, maar laat iets anders zien in zijn beleid. In februari werden de regels voor ‘werkgeheimen’ aangescherpt als onderdeel van de nieuwe ‘nationale veiligheidsdoctrine’, en die lijken het toezicht op bedrijven nog uit te breiden. De regering legde ook beperkingen op aan kwantitatieve handelsfondsen, die computers gebruiken om te handelen.

Vorig jaar keurde het parlement 98,6 procent van de voor­stellen goed.

Geen vragen

Het geloofwaardigheidsprobleem speelt ook als het gaat over China’s leiderschap. Sommigen zeggen dat het overheidsbeleid vandaag minder succesvol is omdat er te veel macht geconcentreerd is bij Xi. Die heeft een beperkte bandbreedte en economische ervaring, terwijl technocraten op een zijspoor zijn gezet.

Xi lijkt vastberaden om alles deze week te domineren. Hij kondigde al aan dat Li geen vragen van journalisten zal beantwoorden aan het einde van de parlementszitting. Sinds de jaren tachtig is het nochtans gebruikelijk dat de premier zo’n persconferentie geeft – een zeldzame gelegenheid in een land waar leiders zeer mediaschuw zijn.

Li, in 2022 benoemd tot nummer twee van China, wordt beschouwd als een pragmaticus die de economie en het bedrijfsleven ‘snapt’ en die het vertrouwen van de baas heeft. Maar misschien heeft Xi liever niet dat zijn ondergeschikte te veel in de schijnwerpers staat.

De komende tien dagen zullen de ijzeren greep van Xi alleen maar bevestigen. Want ook al is het Chinese parlement een marionettenvergadering, er waren af en toe toch ook tekenen van ontevredenheid, zij het over zaken die niet van vitaal belang zijn voor de partij. Maar die tekenen zijn steeds zeldzamer geworden. In 2013 stemde het parlement in met 85,3 procent van de voorstellen en verslagen die werden voorgelegd. Vorig jaar steeg dat naar 98,6 procent.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content