Na onthullingen Project Pegasus: Rwanda ontkent gebruik spionagesoftware
Het ministerie van Buitenlandse Zaken in Rwanda heeft zaterdag ontkend dat het Oost-Afrikaanse land de software Pegasus heeft aangewend om aan spionage te doen. Het land wordt ervan beticht onder meer telefoongesprekken tussen de dochter van Paul Rusesabagina en het Belgische ministerie van Buitenlandse Zaken onderschept te hebben.
‘Rwanda gebruikt dit softwaresysteem niet’, zo verklaarde minister van Buitenlandse Zaken Vincent Biruta in een mededeling. Het land beschikt volgens hem niet over deze technische mogelijkheden. ‘Deze valse beschuldigingen maken deel uit van een continue campagne om spanningen te veroorzaken tussen Rwanda en andere landen, en om binnen- en buiten de landsgrenzen desinformatie over Rwanda te verspreiden’, klonk het nog.
De dochter van Paul Rusesabagina, de Rwandese activitist die bekend werd door de film ‘Hotel Rwanda’ en te boek staat als een prominente criticus van president Paul Kagame, claimt dat ze gehackt werd door Kigali, onder meer in Knack.
Volgens Amnesty International zouden de autoriteiten in Rwanda de software gebruikt kunnen hebben om meer dan 3.500 activisten, journalisten en politici te bespioneren. Het regime in Kigali zou onder meer de Zuid-Afrikaanse president Cyril Ramaphosa als doelwit hebben gekozen.
Pegasus, ontworpen door het Israëlische cyberveiligheidsbedrijf NSO, staat centraal in een internationaal spionageschandaal dat zondag losbarstte. Volgens een consortium van zeventien media konden met Pegasus de telefoons van minstens 180 journalisten, 85 mensenrechtenmilitanten en veertien staatshoofden, onder wie de Franse president Emmanuel Macron, afgeluisterd worden. NSO spreekt dat tegen. Het bedrijf verzekert dat zijn software enkel dient om inlichtingen tegen criminele netwerken of terroristen te bekomen.