Na het succes van het trumpisme: wat met de Republikeinse Partij?
Amerika is een land met een Democratisch neigende meerderheid. Het is een uitdaging die de Republikeinse Partij ooit zal moeten aanpakken.
Op verkiezingsavond 2012 zat de Republikeinse Partij in zak en as. Mitt Romney, een relatief gematigde Republikein, had een naar zijn normen bijzonder conservatieve campagne gevoerd met harde standpunten op migratie. Ondanks de slabakkende economie had hij de zittende president Barack Obama op geen enkele manier in de problemen gebracht. Na een ruim intern onderzoek publiceerde de partijtop een ‘autopsierapport’ van de presidentsverkiezingen van 2012.
Dat rapport liet aan duidelijkheid niets te wensen over: ‘Tenzij er veranderingen worden doorgevoerd, zal het steeds moeilijker worden voor Republikeinen om in de nabije toekomst een presidentsverkiezing te winnen.’ De partij, zo concludeerde het rapport, ‘verliest in te veel staten terrein: jongeren rollen met hun ogen bij waar de partij voor staat, en veel minderheden denken ten onrechte dat de Republikeinen hen het land uit willen.’ De enige remedie, zo concludeerde de partijleiding toen, was verbreden, en ‘leren hoe we meer mensen kunnen aanspreken, ook als ze niet ál onze conservatieve principes delen’.
En toch ging Trump vier jaar later als een spookrijder luid claxonnerend in tegen die consensus. De Republikeinse Partij ziet blanken sowieso als haar kernpubliek, maar met Trump mikt ze vrijwel exclusief op de blanke stem. ‘Trump heeft in 2016 gewonnen door de eigen witte achterban massaal te mobiliseren en tegelijk zwarten en latino’s te ontmoedigen om op te dagen’, zegt Joshua Livestro, voormalig adviseur van de Republikeinse vicepresidentskandidaat Sarah Palin. ‘Trump is daarin geen anomalie. Hij is de voortzetting van een strategie die de partij al een tijdje volgde, waarbij ze zich voornamelijk richt op de eigen blanke achterban. De Republikeinse Partij speelt op een hondenfluitje, Trump speelt op de tuba. Maar het wijsje is in grote mate hetzelfde.’
De Republikeinse partij speelt op een hondenfluitje, Trump speelt op de tuba. Maar het wijsje is in grote mate hetzelfde.
Joshua Livestro, voormalig adviseur van de Republikeinse vicepresidentskandidaat Sarah Palin
Aanvankelijk leek Donald Trump voor de eerste coalitieregering in de geschiedenis van de Verenigde Staten te zorgen. Trump was duidelijk geen Republikein, en veel Republikeinse notabelen vonden het verschrikkelijk dat net die ongelikte bouwmagnaat de nominatie had binnengehaald. Maar omdat de partij zowel het Huis van Afgevaardigden als de Senaat in handen had, gaf Trump de Republikeinen de unieke kans om een spectaculaire belastingverlaging door te voeren en een conservatieve meerderheid in het Hooggerechtshof te krijgen. Mitch McConnell, de Republikeinse leider in de Senaat, zag in Trump een instrument om de kroon op zijn politieke carrière te zetten: een Hooggerechtshof met een overweldigende conservatieve meerderheid.
Maar algauw bleek Trump de partij gewoon over te nemen. Als geen andere president is hij erin geslaagd om zijn achterban als een politiek vernietigingswapen in te zetten. Die achterban omvat zeker niet de volledige Republikeinse basis, maar is cruciaal voor Congresleden en kandidaat-gouverneurs die in Republikeinse staten verkozen moeten raken. Trump heeft de macht om zowat elke Republikeinse voorverkiezing met enkele tweets in zijn voordeel om te draaien.
Kruiperige senatoren
Zijn controle over de Grand Old Party bleek al snel verstikkend. Zelfs de meest ervaren Republikeinse Congresleden werden de voorbije vier jaar gedwongen tot kruiperige adoratie van de president. Toen Trump in november 2017 een enorme belastingverlaging doorvoerde, gingen minister van Huisvesting Ben Carson en vicepresident Mike Pence voor in een gebed waarin ze God dankten voor Trump. Orrin Hatch, tot vorig jaar de langst zetelende Republikeinse senator, verklaarde dat hij ‘zijn hele leven lang’ had toegewerkt naar het moment om door Trump in het Witte Huis ontvangen te worden. Lindsey Graham, de senator voor South Carolina die in 2016 nog aankondigde niet op Trump te zullen stemmen, werd al snel zijn vaste golfbuddy. Mike Lee, een senator voor Utah die in 2016 kritisch was voor Trumps ‘autoritaire neigingen’, benadrukte begin oktober nog dat het woord ‘democratie’ nergens in de Grondwet stond, en dat ‘vrijheid, vrede en welvaart’ voor hem belangrijker zijn dan democratie. Nikki Haley, de rijzende ster binnen de Republikeinse Partij, die als Amerikaanse ambassadrice bij de Verenigde Naties aanvankelijk nog probeerde enige afstand te bewaren, publiceerde in 2018 een boek dat las als een lange lofbetuiging aan het adres van de zittende president.
Republikeinen die niet deelnamen aan de kruiperijen, werden al snel aan de kant geschoven. Paul Ryan, de voormalige running mate van Mitt Romney, was als voorzitter van het Huis van Afgevaardigden een van de machtigste mannen van de Republikeinse Partij, maar stelde zich niet opnieuw verkiesbaar. Lang dienende senatoren als Jeff Flake en Bob Corker namen niet eens deel aan de voorverkiezingen nadat Trump hun kandidatuur openlijk had afgefakkeld.
De culminatie van Trumps meesterschap over de Grand Old Party was de (online) Republikeinse Partijconventie. Waar die conventies vaak een soort ensemble zijn van speeches en muzikale intermezzo’s, was de conventie dit jaar een onophoudelijke lofzang op Donald Trump, voornamelijk door familieleden en persoonlijke adviseurs.
Voor het eerst in de geschiedenis van de GOP presenteerde de partij tijdens deze campagne geen campagneplatform waarop de partij haar visie en principes onder woorden bracht. Onder Reagan wilden de Republikeinen het communisme op de knieën brengen en de overheid laten krimpen, onder George W. Bush ging het over ‘meedogend conservatisme’ en een interventionistisch buitenlandbeleid. Dit jaar achtte de partij die denkoefening zelfs niet meer nodig. Net zoals het humeur van de president meermaals wisselt per dag, zo lijken ook de partijstandpunten standaard mee te evolueren.
Een nieuwe heilige
Wat wel duidelijk is, is dat het trumpisme als stroming zal blijven bestaan. Binnen de Republikeinse Partij dingen verschillende epigonen nu al mee naar Trumps erfenis. De meest in het oog springende en fervente trumpist van het moment is Tom Cotton, de senator voor Arkansas en een rijzende ster binnen de partij. Cotton deelt met Trump zijn harde aanpak van China en culturele scherpslijperij, maar heeft in tegenstelling tot de president wél een goede band met het leger. Begin juli riep hij al op om het leger in te zetten tegen de Black Lives Matter-beweging.
Als Trump vier jaar langer aan de macht blijft, zal hij de kans krijgen om de Republikeinse Partij verder te bemannen met zijn uitverkorenen. Net zoals Ronald Reagan door Republikeinen aanbeden werd als een soort seculiere heilige, zal de cultus van Trump nog generaties doorwerken. Bovendien lijkt Trump ondanks alles waar hij voor staat ook een niet gering aandeel van de minderheden achter zich te krijgen. In zekere zin is Trumps aanpak ook de strategie waar een deel van de Republikeinen zich het comfortabelst bij voelt, benadrukt Livestro. ‘Republikeinse boegbeelden als Rush Limbaugh geloven niet dat Republikeinen verkiezingen kunnen winnen als ze zich ook op minderheden richten.’
Als Biden de verkiezing wint, zal de Republikeinse Partij naar alle waarschijnlijkheid niet teruggrijpen naar hun autopsierapport. Onvermijdelijk zal die discussie ooit terugkeren. Want zelfs als Trump deze verkiezing via het Kiescollege wint, blijft Amerika een land met een Democratisch neigende meerderheid. Het is een uitdaging die de Republikeinse Partij ooit zal moeten aanpakken. Zelfs nu de tuba in 2020 luider klinkt dan ooit tevoren.
Lees meer in de ‘Special Amerikaanse verkiezingen: een extra digitale editie van Knack’
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier